zaterdag 10 april 2010

Surinaamse jeugd grootste slachtoffer van de revolutie

In de nacht van 24 op 25 februari 1980 besloten 16 onderofficieren op een ondemocratische manier de macht over te nemen in Suriname. Middels een coup, die 7 mensen het leven kostte, werd dus met geweld op ondemocratische manier de macht over genomen. De onderofficieren die voor deze illegale machtovername verantwoordelijk waren, zijn grotendeel verenigd in de Nationale Democratische Partij en noemen zich vandaag democraten. De machtovername werd initieel als een ingreep bestempeld, later werd het een staatgreep, eind 1980 sprak men van een proces. Later sprak men van een boodschap. Een ieder die tegen de revolutie was, had “de boodschap niet begrepen”.
In dit artikel zal de NPS aantonen dat de jeugd van Suriname de grootste slachtoffer van de revolutie is geworden. Zelfs Desi Bouterse, de leider van de revolutie en voorzitter van de NDP, geeft vandaag nog toe dat de doelen van de revolutie niet zijn gehaald. Hij heeft geen keus door dit te stellen, omdat de revolutie van 1980 tot 1987 een totale ramp voor Suriname is geweest, maar in het bijzonder voor de Surinaamse jeugd.
 
Vernietiging rechtstaat
Het hoofdbureau van Politie aan de waterkant, waar vandaag het Monument van de Revolutie staat, werd als eerste in brand geschoten op 25 februari 1980.  Systematisch werd de rechtsstaat vernietigd in 1980, met als hoogte punt het buiten werking stellen van de grondwet op 13 augustus 1980.  Niets is erger voor een kind om op te groeien in een situatie anders dan een rechtstaat. Dat kind zal nooit leren wat wet en recht is, hoe de politie te respecteren en hoe zich aan regels te houden.  Regels zijn er natuurlijk wel in een dictatuur, maar die gelden niet voor de top van de militaire leiding. Tot de dag van vandaag zijn de kenmerken van wetteloosheid te merken wanneer in De Ware Tijd van 9 april 2010 een artikel verschijnt met als kop “We zijn getrainde moordenaars”. Dit werd gezegd door oud militairen die olv ene Stephen Fernand, die 300 hectares grond te Wi Sa Wini hebben geoccupeerd. Gaat u goed na met welke mentaliteit we hier te maken hebben. Een goed leger beschermt juist de bevolking maar niet in het geval van onze oud militairen. Terwijl het leger het Surinaamse volk moest beschermen, bleek dat in  de revolutie het Surinaams leger uitsluitend op Surinamers schoot.  Een leger, dat Suriname moest beschermen tegen een buitenlandse indringende vijand. Deze oud militairen hebben in hun tijd waarschijnlijk niets anders geleerd dan op Surinaamse burgers te schieten. Het Surinaams revolutionair leger kon bestempeld worden als het leger van 100% “friendly fire”.
 
Slachtoffers in het leger
In de periode van de revolutie hebben tientallen jongemannen die wegens de dienstplicht in het leger belandden, hun leven verloren. Regelmatig kreeg de gemeenschap verhalen te horen dat militairen als gevolg van een zonnesteek om het leven waren gekomen. Ook anderen die beschuldigd waren van het plegen van een coup, werden gedood. Het ergste was natuurlijk de binnenlandse oorlog toen vele doden vielen.  De dood van al deze jonge Surinamers is totaal zinloos geweest. Nadat de Surinaamse gemeenschap deze zware menselijke prijs heeft betaald, geeft Desi Bouterse toe dat de doelen van de revolutie niet zijn gehaald. Met andere woorden, de jonge mensen hebben voor niets hun leven verloren.
 
Schaarste aan goederen
Door het slecht economisch beleid, het opmaken van de monetaire deviezen, en de internationale isolatie van Suriname werd goederen schaarste het kenmerk van de revolutie. Vrijwel niets kon geïmporteerd worden: geen auto banden, onderdelen, medicijnen of eerste levensbehoeften. Suriname kreeg voor het eerst een generatie die zonder brood beleg opgroeide. Zelfs in de depressie van 1929 was het niet zo erg. Later gingen onze kinderen zonder brood naar school. Het is niet nodig te vertellen dat als je met een hongerige maag naar school gaat, je leerprestaties afnemen. Zo heeft de Surinaamse jeugd een prijs betaald voor de schaarste tijdens de revolutie.
 
Sluiting Universiteit van Suriname
Na de 8 december moorden werd de Universiteit van Suriname voor meer dan 8 maanden gesloten. Immers, universiteits docenten waren vermoord door de militairen. Hierdoor verloren al de studenten op de universiteit een academisch jaar. Velen verloren meer jaren, omdat de universiteit weer moest worden opgebouwd en doordat vele docenten uit Suriname waren vertrokken, konden studenten bepaalde vakken niet volgen en daarmee niet afstuderen, toen de universiteit weer open ging. De Surinaamse studenten hebben dus allemaal minstens 1 tot 2 jaren verloren na de sluiting van de universiteit gedurende de revolutie.
 
Inflatie tijdens de revolutie
Inflatie was na schaarste het ander kenmerk van de revolutie. Het kon ook niet anders. De Surinaamse gulden had helemaal geen dekking meer en voor 50 gulden kocht je elke dag minder. Maar ook de salarissen werden in waarde minder. Hierdoor had de Surinaamse jeugd geen toekomst meer in Suriname. De generatie voor 1980 kon met een hypotheek een middenstands leven hebben in Suriname. Niet de generatie na 1980. Die verdiende veel minder en moest 2 of 3 baantjes hebben om uit te komen. Vaak lukte dat niet en moest men de familie in Holland smeken om dozen met goederen en geld te sturen.  Maar ook deze prijs heeft de Surinaamse jeugd betaald. Het resultaat: onze onderwijzeressen en verpleegsters trokken weg uit Suriname.
De deviezen schaarste tijdens de revolutie betekende ook dat studenten niet naar het buitenland konden om er te studeren voor studierichtingen die niet in Suriname konden worden gevolgd. Sommige waren reeds vertrokken en moesten gefrustreerd terug keren naar Suriname omdat hun ouders de vreemde valuta gewoon niet meer konden aankopen om de studie van hun kinderen in het buitenland te betalen.
 
Moreel verval
De revolutie betekende het tijdperk van moreel verval. De aanhang van de NDP heeft geen moeite met het feit dat hun voorzitter voor drugshandel is gevonnist in Nederland. Ook andere partijleiders zijn gevonnist en dat moet ook worden vermeld. Maar aanhangers schijnen geen  moeite te hebben met het feit dat de NDP leiding nu terecht staat voor moord. Het vijfde gebod van God stelt: Gij zult niet doden. Toch ziet men zoveel gelovigen achter de NDP leider lopen. Duidelijk is dat ze gelovig zijn maar niet religieus. Men zal God wat dit betreft niet voor de gek kunnen  houden. Dit moreel verval is geen ideale situatie om kinderen op te laten groeien om maar niet te spreken over de verkeerde rol modellen die zich presenteren aan onze jeugd. Het zevende gebod van God stelt: je zult niet stelen. Tijdens de revolutie en daarna is de Centrale Bank drie keren door NDPers beroofd.
 
Normale zaken werden vreemd
Door de schaarste, werkloosheid, hoge inflatie en economische isolatie tijdens de revolutie kregen we een situatie dat degenen die in 1980 10 jaar oud waren, nooit een normale economie in hun leven hadden gezien tot ze 25 jaar oud werden. De kinderen wisten niet wat een hypotheek was omdat de rente tarieven boven de 40% lagen. De kinderen wisten niet wat een supermarkt was met volle rekken. Velen hebben nooit in een nieuwe auto gezeten omdat die voor hun familie buiten bereik was. Op de tv mochten ze al deze normale zaken waarnemen.
 
Moi Wana Slachting
Op 29 november 1986 werd het totale dorp Moi Wana in Marowijne afgeslacht door leger eenheden van het Nationaal leger. Onder de slachtoffers bevonden zich kinderen. Dus ook marron kinderen die vermoord werden evenals de overlevende kinderen van de slachtoffers hebben een zware prijs betaald voor de misdaden van de revolutionaire militairen in Suriname.
 
Kinderen van slachtoffers
De kinderen van alle vermoorde slachtoffers van de revolutie hebben een prijs betaald. Met het risico voor omissies kunnen worden genoemd:  de kinderen van de 7 slachtoffers van de coup van 25 februari 1980, de kinderen van Humphrey Keerveld,  de kinderen van alle slachtoffers die werden beschuldigd van coupplannen, de kinderen van de 8 december slachtoffers, de kinderen van politie inspecteur Herman Gooding, de vermoorde kinderen en kinderen van slachtoffers van Moi Wana en de kinderen van de indianen die in west Suriname met kettingzagen in stukken werden gezaagd.
 
Beste lezers, dit is echt geen prettig verhaal maar één die deel uitmaakt van de geschiedenis van Suriname.
De jeugd van Suriname heeft enorm geleden tijdens de revolutie waar de NDP zo trots op is.
Het is goed dat de jeugdige kiezers rekening houden met dit stukje geschiedenis.
De geschiedenis leeft omdat de daders die al dit leed hebben veroorzaakt weer aan de macht willen komen.
De geschiedenis kan zich herhalen.
Zoals dhr. Stephen Fernand in de Ware Tijd van 9 april 2010 zegt over de oud militairen: “Het gaat om getraumatiseerde jongens en ik doe mijn best om ze rustig te houden. Maar wij militairen zijn getrainde moordenaars”.
Bedoelt hij dat hij geen andere rol voor ze ziet om op een vredige manier het land op te bouwen?
Marcus Garvey zei eens: A people without the knowledge of their past history, origin and culture is like a tree without roots.
De geschiedenis is een uitstekend middel om de toekomst te voorspellen.
MORO e DORO

1 opmerking:

Anoniem zei

Het lastige is echter dat de zogenoemde dader een behoorlijk aantal stemmen gaat vergaren van het Surinaamse volk op 25 mei 2010
De praktijk wijst dus anders uit