maandag 30 april 2012

Foltering, buitengerechtelijke executies en de amnestiewet

29 Apr, 13:00


Gaetano Best

Dat amnestie voor grove mensenrechtenschendingen tegenwoordig niet meer op veel begrip kan rekenen van de internationale gemeenschap is onmiskenbaar. Zoveel kan in ieder geval worden afgeleid uit de felle reacties op de Surinaamse amnestiewet van de zijde van het VN mensenrechtencomité en de Inter-Amerikaanse mensenrechtencommissie. De opmerkelijk kritische opstelling van deze organisaties is zeer goed te verklaren wanneer men acht slaat op de internationaalrechtelijke kwalificaties die van toepassing zijn op de decembermoorden en de consequenties daarvan.

De Zuid-Afrikaanse professor John Dugard, een alom gerespecteerd rechtswetenschapper, heeft in een uitvoerig gedocumenteerd rapport geconcludeerd dat de gebeurtenissen op 8 december 1982 kunnen worden gekwalificeerd als foltering. Daarbij heeft hij zich gebaseerd op betrouwbare bronnen van, onder andere, onafhankelijke internationale organisaties. We kunnen er dus gevoeglijk van uitgaan dat deze conclusie juist is. Het belang van deze conclusie voor het decembermoordenproces is tweeledig. In de eerste plaats heeft het Joegoslavië-tribunaal in de zaak Furundžija bevestigd dat het folterverbod een dwingende norm van algemeen volkenrecht is. Het logische gevolg daarvan, zo vervolgde het tribunaal, is dat een staat de strafrechtelijke aansprakelijkheid van folteraars niet kan opheffen door middel van een amnestiewet.

Onvoorwaardelijke verplichting
In de tweede plaats is Suriname partij bij het Inter-Amerikaanse anti-folterverdrag. Op Suriname rust op grond van dit laatste verdrag een onvoorwaardelijke verplichting om strafrechtelijke vervolging in te stellen tegen allen die van staatswege foltering plegen, uitlokken, het bevel daartoe geven of nalaten het te voorkomen. Bovendien schept dit verdrag een onvoorwaardelijke verplichting voor Suriname om een effectief rechtsmiddel te bieden aan (nabestaanden van) slachtoffers van foltering. Mede gelet op de gezaghebbende en baanbrekende uitspraak in de zaak Furundžija, luidt het antwoord op de vraag naar de gevolgen van de amnestiewet voor het decembermoordenproces dat die er simpelweg niet (mogen) zijn. De amnestiewet is namelijk ontegenzeggelijk in regelrechte strijd met zowel een dwingende regel van internationaal recht waar onder geen enkele omstandigheid van mag worden afgeweken als het Inter-Amerikaanse anti-folterverdrag.

De 15 slachtoffers zijn zonder enige vorm van proces om het leven gebracht. Daarmee staat buiten kijf dat de decembermoorden zijn te kwalificeren als ‘buitengerechtelijke executie’. Aan de verplichting om buitengerechtelijke executies strafrechtelijk te vervolgen heeft de ‘Special Rapporteur on extrajudicial, summary or arbitrary executions’ van de VN meer dan eens bijzonder relevante overwegingen gewijd. Zo stelde hij dat zelfs wanneer overheden vanwege uitzonderlijke omstandigheden besluiten om plegers van ernstige mensenrechtenschendingen amnestie te verlenen, dat niet afdoet aan de formele verplichting van de staat deze daders strafrechtelijk aansprakelijk te stellen. Vorig jaar heeft de Algemene Vergadering van de VN nog maar eens in niet mis te verstane termen herhaald dat staten verplicht zijn de daders van buitengerechtelijke executies strafrechtelijk te vervolgen en erop toe moeten zien dat dergelijke zaken door een onafhankelijke en onpartijdige rechter worden behandeld.

Extra dimensie
Mr. Gerard Spong heeft eerder al gewezen op het feit dat de hiervoor genoemde verplichtingen ook al voortvloeien uit andere verdragen waarbij Suriname partij is. Zo gebieden ook het VN verdrag inzake burgerrechten en politieke rechten én het Inter-Amerikaanse mensenrechtenverdrag Suriname tot het beschikbaar stellen van een effectief rechtsmiddel aan de nabestaanden van de 15 slachtoffers. Het belang van de internationaalrechtelijke kwalificaties ‘foltering’ en ‘buitengerechtelijke executie’ is dat zij een extra dimensie toevoegen aan deze verplichting.

Die extra dimensie is dat strafrechtelijke vervolging van de daders het enige effectieve rechtsmiddel is. Ook de instelling van een waarheids- en verzoeningscommissie kan dus onder geen enkele omstandigheid in de plaats gesteld worden van het proces dat nu voor de Surinaamse krijgsraad dient. Zo dit al opgaat voor situaties waarin het onderzoek of de strafrechtelijke vervolging nog moet aanvangen, geldt het des te meer voor een lopende strafrechtelijke procedure die bovendien bijna ten einde is.

Onacceptabel
De algemene teneur van het internationaal recht is dus dat straffeloosheid voor ernstige mensenrechtenschendingen onacceptabel is. De recente veroordeling van Charles Taylor is het bewijs dat ook (voormalig) staatshoofden hier niet aan ontkomen. Deze internationale consensus is ontegenzeggelijk van invloed op het juridische oordeel dat de krijgsraad op 11 mei aanstaande zal moeten vellen over de Surinaamse amnestiewet. Inmiddels is duidelijk dat artikel 137 van de Surinaamse Grondwet de krijgsraad de mogelijkheid biedt om toepassing van de amnestiewet in de decembermoordenzaak ongeoorloofd te verklaren op grond van strijd met een hele rits grondrechten. Bij deze gelegenheid wijs ik ook nog op artikel 106 van de Surinaamse Grondwet. Die bepaling verplicht namelijk tot het buiten toepassing verklaren van wettelijke voorschriften wanneer zij onverenigbaar zijn met verplichtingen die voortvloeien uit internationaal recht. Of dat in het individuele geval zo is, is bij uitstek een rechtsvraag die is voorbehouden aan de rechter.

Tot slot breng ik nog in herinnering dat door menig Surinaams assembleelid is geopperd dat de zaak die nu voor de Surinaamse krijgsraad dient een politiek proces is. Dat is een buitengewoon merkwaardige constatering. Ik zou zeggen dat een proces pas politiek genoemd kan worden wanneer de Nationale Assemblee daarmee intervenieert en bepaalt dat niemand schuld heeft aan de moord op 15 Surinamers. Wat er verder ook van zij, de assembleeleden hoeven niet te vrezen voor een politiek proces. In een democratische rechtsstaat laten rechters hun uitspraken namelijk niet dicteren door de politieke waan van de dag, maar door regels van nationaal en internationaal recht. De toepasselijke regels van internationaal recht verwoorden een oud Surinaams spreekwoord: ‘ba suku, ba feni, ba tjari’, oftewel ieder krijgt zijn verdiende straf.

Gaetano Best

Mr. Gaetano Best is werkzaam bij het Amsterdam Center for International Law van de Universiteit van Amsterdam, alwaar hij promotieonderzoek doet naar de nationale berechting van internationale misdrijven.

 

donderdag 12 april 2012

Who is silent agrees

CARICOM’S complicity

By

Jefferson Williams

author

The minister of foreign affairs of Suriname, declared in a statement yesterday April 5,2012, that the fact that the CARICOM is keeping silent about the amnesty act, passed on that very day by  Suriname’s parliament, granting immunity to Daisy Bouterse (acting CARICOM’S president) for all crimes committed by him, and that all proceedings being undertaken by the prosecution to have him sentenced for his murdering and castrating fifteen critics of his regime  i.a. three labour union leaders,  is tacit agreement of CARICOM’s agreement cq. Acceptance,cq. approval of the act.

This implies that all the labour unions of the Caricom countries approve of the fact that labour union leaders can be castrated and then shot summarily for lifting their fingers against a dictator.

In a statement released yesterday by the Dutch government it is stated that the deed will not be without international consequences. The fact that Bouterse is CARICOM’S president and furthermore is a fugitive from crimes committed in the Netherlands (arms and drugs smuggling) for which he has been  sentenced to thirteen years in prison, will certainly enter the considerations.

 

Background

 

Surinamers in and outside Suriname, are momentarily watching in awe and apprehension at  the spectacle that is  unfolding  before their very eyes in their country . The stage was  set in 1975 when the Dutch government in a remarkable  move   decided to grant independence to its unruly colony with an exit bonus of two billion US dollars.. Doubting the ability of their countrymen to maintain law and order, at the mere mention of the decision, thousands took to their heels to the Netherlands until the motherland put a stop to the exodus with visa requirements. Presently 400.000 of them reside in the Netherlands.

Within five years (1980)sixteen malcontented  non com military below the rank of corporal, under the command of a sergeant major  named Daisy Bouterse,  decided to stage a coup.  They ousted and jailed whomsoever  might pose a threat to them and they could lay their hands on: superiors,  cabinet ministers etc. Past president Ronald Venetiaan for instance, at the time minister of education, went in hiding for many years. They burnt down newspaper offices and television stations and installed a curfew. Who dared find himself after midnight on the street was summarily shot to dead.

The perpetrators began with giving themselves juicy military ranks. Bouterse became commander in chief of the armed forces with the rank of full coronel.  A male nurse was bombarded to captain and company’s commander . Then they began their disastrous rule that would lead the country to virtual bankruptcy. In 1982  incited by then prime minister of Grenada Maurice Bishop who told them during a visit publicly not to put up with criticism, they rounded up fifteen prominent lawyers, labor leaders etc. who had dared raise their voice against them, manhandled them, and shot them summarily to dead. The happening referred to as the December murders has since then been haunting the country.

In 1987 the military, after running the country to a ground- the value of the Surinamese guilder previously valued at two Dutch guilders a piece-had dropped in the meantime to a thousandth, decided to relinquish power. Releasing the leaders of the old political parties from jail, they struck a deal with them. In return for immunity from deeds committed during the military reign, the old parties would be allowed to function anew. Bouterse got himself a job as chief government adviser which gave him ample time and opportunity  to dedicate himself to a new venture: drugs and arms dealing. He was however apprehended in the Netherlands and sentenced to thirteen years in jail. But he escaped and Suriname refused to extradite  a national. His son Dino was grabbed in Brazil for the same crime and jailed. His erstwhile chief of staff Etienne Boereveen was apprehended in the States and sentenced to 7 years which he has sat out.  Both have now been rewarded with high posts in the present government.

The next of kin of the murdered prominents in the meantime had not stood still.  Operating mainly from the Netherlands, they demanded  time and again that the persons who had committed the deeds should be brought on trial, maintaining that the amnesty agreed upon did not cover crimes against humanity. Successive governments with in their mind’s eyes  visions of what the man might do to them, had refused to budge. He had once with a mere telephone call (the socalled telephone coup) caused a whole government to step down. And past president Venetiaan refused to comply deadly scared of what Bouterse might do if provoked. Four years ago at last he ordered the prosecution to go ahead. It is rumoured that he had received the green light from the American government with a promise of interference in case Bouterse might retaliate. The case has  been dragging on in court for four years. With Bouterse simply refusing to attend the proceedings calling them a mere farce and claiming that the deeds had not been committed by him but by underlings. And the latter were wise enough to keep their mouths tightly shut. Until last week when one of them came forward with the surprising statement that Bouterse himself had pulled the trigger that had killed two of the labour leaders after personally castrating them..

Bouterse in the meantime had founded his own political party drawing backers mainly from the young who had not been born as yet when the deeds had been committed. Thanks to the fact that they make up the majority of the population -voting age being 18 years-he came out as the biggest party in the last election. In a surprising move he succeeded in striking a deal with his foremost adversaries: the Indonesian party and the Maroon party. The leader of the Indonesian party Salam Somohardjo  who had fled the land during Bouterse’s reign and had stayed in hiding in the Netherlands  agreed to let bygones be bygones and agreed on his presidency. So did Ronny Brunswijk the leader of the Maroons Party  who had staged an unsuccessful guerrilla against the military which had led  to the massacre of one of his villages. Known as the Case of the Moiwanna killings,  Surinames’ government, of all people led by president Venetiaan (himself a victim), was sentenced by the American court of justice to pay full damages to the relatives of the murdered maroons. Brunswijk by the way, is being sought by the French authorities for bank robberies in adjoining French Guyana.

At the news of the surprising testimony (the witness had two years previously  testified that Bouta had been absent during the killings) the president’s backers in parliament acted with the speed of lightning. They  passed an act  granting amnesty for all crimes which may have been committed by the president and ordering the prosecution  to forthwith stop the going proceedings against him.

This move has put many people in Suriname to wondering. How is it possible that a man who has committed so many crimes can go scot-free?   How come a man sentenced in the Netherlands in the highest court for drugs can go scot-free?

How come a man accused of mercilessly mutilating and murdering labour union leaders  can perform as CARICOM president? What is the feeling of the Caribbean labour leaders about this? The American, British and Canadian ambassadors last week paid a visit to the minister of foreign affairs to ask for an explanation. They were given to understand, as the minister himself explained on t.v., that Suriname is  an autonomous sovereign country and that no outside power is allowed  to meddle into its internal affairs. The Dutch government promised to take measures. All eyes are now turned towards the international organizations carrying  respect for human rights in their banners, for their reactions. And of course to the CARICOM authorities.

 

woensdag 11 april 2012

GROTE ONDERSTEUNING VOOR HERSTEL RECHTSSTAAT.

GROTE ONDERSTEUNING VOOR HERSTEL RECHTSSTAAT.

De mensenrechten organisaties OGV en de Stichting 8 december 1982
hebben samen met andere maatschappelijke groeperingen een stille protest
mars
georganiseerd waaraan de Nationale Partij ondersteuning aan heeft gegeven.De
participatie van de partij heeft volledige te maken met het standpunt van de
partij betreffende de aangenomen Amnestie wet op 4 april jl. De Partij
huldigt nogsteeds het standpunt dat die wet niet zoals in de memorie van
toelichting is verwoord als doel heeft ontwikkeling en verzoening teweeg te
brengen maar straffeloosheid te belonen en haaks staat op de Grondwet van
onze republiek en Internationale verdragen. Door de coördinator van de
fractie en de voorzitter van de Partij is duidelijk aangegeven dat volgens
artikel 131 lid 3 van de Grondwet de amnestie wet een inmenging is in het
strafproces die nu aanhangig is bij de rechter, beter bekend als het 8
december moordproces.De zesduizend koppige menigte die opkwam op de oproep
van de organisaties op 10 april bij het Kerkplein heeft een duidelijk
signaal gestuurd naar de beleidsmakers en de 28 VOOR stemmers in DNA dat zij
het oneens zijn met die wet.Een signaal dat door de Nieuw Front fractie
overigens met veel verve werd verwoord tijdens de debatten in DNA. De
coalitie ging totaal voorbij aan de valide argumenten van de oppositie en nu
zitten zij nationaal en internationaal met "de gebakken peren". De Nationale
Partij Suriname blijft van mening dat de Surinaamse natie haar problemen
zelf zal moeten oplossen. Wij hebben geen Integriteitwet nodig om te weten
dat wij geen verdachten en veroordeelde criminelen als president moeten
voordragen en verkiezen.De Nationale Partij Suriname zal blijven protesteren
tegen deze “daderswet” omdat zij grote offers heeft gebracht voor herstel
van de rechtsstaat die sinds 25 februari 1980 geschonden werd.

NPs persdienst

maandag 9 april 2012

NATIONALE  PARTIJ  SURINAME

OPROEP TOT DEELNAME

'Stille tocht als protest tegen aantasting Rechtstaat Suriname'

Partijgenoot,

Ongetwijfeld heeft de oproep van een aantal maatschappelijke en kerkelijke organisaties tot deelename aan de 'Stille tocht als protest tegen aantasting van de Rechtstaat Suriname' je via de medisa reeds bereikt. Met deze stille tocht willen de organisaties hun bezorgdheid over de vele aanvallen op de rechtstaat tot uiting brengen en in het bijzonder de pogingen om het strafproces over de 8 decembermoorden bij de Krijgsraad stop te zetten.

De NPS rekent erop, dat ook alle partijgenoten hun bezorgdheid over de aantasting van onze rechtstaat tot uitdrukking willen brengen. Vandaar mijn oproep aan alle NPSers om deel te nemen aan de hier aangegeven stille tocht:

Datum:      dinsdag 10 april 2012.                    Plaats:        Kerkplein

Aanvang:   16 uur ( vier uur 's middags)

NPSers VERZAMELEN BIJ POSTKANTOOR OM 15.45 UUR.                GEEN PARTIJKLEUREN EN GEEN VLAGGEN ENZ.                       

IN PRINCIPE ZWARTE BROEK/ROK EN WIT HEMD/BLOUSE.

EVENTUEEL LOPEN WE SAMEN IN NF-VERBAND.   

GEEF DIT ZOVEEL MOGELIJK DOOR AAN JE STRUCTUREN, KERNEN ETC.

R.R.Venetiaan, Voorzitter NPS.

woensdag 4 april 2012

hi nps ik blijf npser en is er geen onwikeling het land gaat weer in een diepdaal er moet wat er aan gedaan worden met deze moordenaars die antie demograten noemen ik heb niet voor ze gestem en met vriedelijk groeten

 

 

OPROEPBERICHT

 

Stille tocht als protest tegen aantasting Rechtsstaat Suriname

 

   Maatschappelijke en kerkelijke organisaties roepen

   elke rechtgeaarde burger van Suriname op tot

   deelname aan een stille tocht op dinsdag 10 april

   2012.

 

   Met deze stille tocht willen de organisaties hun      

   bezorgdheid over de vele aanvallen op de rechtstaat   

   tot uiting brengen en in het bijzonder de pogingen om

   het strafproces over de 8 decembermoorden bij de      

   Krijgsraad stop te zetten.

 

           Laat uw ongerustheid blijken en loopt u mee.

 

   Datum: dinsdag 10 april 2012

   Aanvang: 16:00 uur

   Plaats:      Kerkplein

 

 

   Comité Behoud Democratische Rechtsstaat Suriname:

   Organisatie voor Gerechtigheid en Vrede

   Stichting 8 december 1982

  Moiwana Mensenrechten Organisatie Suriname

  Inter Religieuze Raad van Suriname (IRIS)

  Comité Christelijke Kerken (CCK)

  C-47

  Staatsolie Werknemers Organisatie

   RBC Werknemers Organisatie

Bond van Leraren (BVL)

 

 

 

 

 

 

 

BESTE DEMOCRATEN, HET UUR VAN DE WAARHEID NADERT.
STUUR EEN E-MAIL NAAR: secretariaat.voorzitter@dna.sr

EN STEM TEGEN DE AMNESTIEWET.

VOORBEELD:

GEACHTE VOORZITTER VAN DE NATIONALE ASSEMBLEE
iK verwerp de amnestiewet 2012, die een daderswet is, omdat zij een flagrante schending inhoudt van de grondwet en de internationale mensenrechtenverdragen waar Suriname partij van is.

 

NPS persdienst

dinsdag 3 april 2012