donderdag 1 november 2012

Meerjarenprogramma voor de

sector huisvesting in Suriname

 

Deze coalitie wordt met de dag zieliger. Nu wordt er zo gepronkt met een concept wet Huisvestingplan.

Argument: sinds 1987 heeft het Nw.Front geen invulling gegeven aan de Grondwet, daarmee verzwijgen zij hun eigen falen ook omdat niemand anders dan de NDP heeft in de afgelopen periode door middel van coups en verkiezingen de macht gehad in dit land. Zij hebben NIMMER zelfs een beleidsstuk gemaakt op het huisvestingsgebied.

 

Wat zijn de feiten:

Beleidsoverleg Suriname –Nederland.

 

A) De sectorstudie 'Meerjarenprogramma voor de sector huisvesting in Suriname' vloeit voort uit de afspraken die zijn gemaakt tijdens het beleidsoverleg in juni 2001 tussen de Surinaamse en de Nederlandse overheid. Tijdens dit beleidsoverleg is onder meer geconstateerd dat een analyse van de sector huisvesting gewenst is om te komen tot een

herdefiniëring van de rol van de overheid, een herstructurering van de financiële sector en het plaatsen van de sector in het bredere kader van nationale en internationale ontwikkelingen. Vervolgens zijn in juni 2002 de Terms of Reference voor de sectoranalyse verschenen. In oktober 2002 heeft ECORYS, in samenwerking met Ace Consultancy, de opdracht gekregen van het ministerie van Planning en Ontwikkelingssamenwerking voor het uitvoeren van de sectorstudie.

 

B) De opdracht omvatte de formulering van vier onderdelen, te weten:

1. Een samenvattende studie van de sector huisvesting, waarin opgenomen een weergave van het gevoerde beleid en van de sociaal-economische betekenis van de sector huisvesting;

2. Een lange-termijnvisie en een meerjarenprogramma voor de sector huisvesting;

3. Een beschrijving van de organisatie van de sector huisvesting, met aandacht voor de kerntaken en  samenwerkingsrelaties tussen betrokken overheidsinstanties en niet-staatsactoren;

4. Een actieplan voor verhoging van de effectiviteit en de efficiëntie binnen de sector huisvesting, met aandacht voor de periodieke afstemming tussen de relevante actoren.

 

C) Over genoemde onderdelen is gerapporteerd in vier afzonderlijke deelrapporten. Deze

zijn samengevat in het Meerjarenprogramma voor de sector huisvesting in Suriname

In de deelrapportages is een uitgebreide lijst met de bestudeerde literatuur opgenomen

 

Wij houden u in verschillende delen een samenvatting van het rapport voor:

 

De sector volkshuisvesting in Suriname

 

Sinds 1950 zijn in Suriname ca. 7.500 volkswoningen gerealiseerd en ca. 400 sociale woningen. Daarnaast zijn enkele honderden woningen gerealiseerd met behulp van financieringsarrangementen uit het zelfbouwfonds. Het merendeel van deze woningen kwam tot stand in de periode 1950-1985. Nadien is de woningproductie voor de lagere

inkomens en de middeninkomens fors teruggelopen.

 

De omvang van de overige woningproductie is niet exact bekend. Op grond van onderzoek naar verleende bouwvergunningen in de jaren negentig kan verondersteld worden dat de woningbouw voor de vrije markt jaarlijks 400 tot 600 woningen bedraagt. Een deel van de productie wordt echter zonder bouwvergunning gerealiseerd en de vergunningaanvraag is alleen in het stedelijk gebied verplicht.

 

Sinds de onafhankelijkheid in 1975 is het streven om een jaarlijkse woningproductie van 2.000 à 2.500 woningen te realiseren. Hoewel in het begin van de jaren tachtig grote aantallen woningen in aanbouw werden genomen, is deze productieomvang in geen enkel jaar gerealiseerd.

 

De omvang van de woningnood en de woningbehoefte is slechts bij benadering bekend. De ramingen lopen uiteen van 18.000 tot 30.000 woningen. Het woningtekort treft met name jongeren (starters op de woningmarkt), ouderen en de lage inkomensgroepen. Ca. tweederde van de Surinaamse huishoudens had volgens onderzoek uit 1999/2000 een inkomen dat onder het gemiddelde ligt van Sf 327.0564. In de urbane gebieden leeft ca. 52% van de huishoudens onder de armoedegrens, in de rurale gebieden is dat 61% en in het binnenland maar liefst 91%5. Ook voor veel middeninkomens is het bouwen van een woning inmiddels onbetaalbaar geworden.

 

Beschikbaarheid van bouwgrond

 

Paramaribo is een ruim uitgelegde stad met overwegend laagbouw op grote erven, waar zich tussen de bebouwing veel braakliggende percelen bevinden. De opruiming van de vele krotten kan in principe mogelijkheden creëren voor vervangende nieuwbouw. De op het oog aanwezige ruimte is echter veelal niet feitelijk beschikbaar. Allodiale

eigendommen en onverdeelde boedels hebben zeer versnipperde eigendomssituaties veroorzaakt, waarbij het niet ongebruikelijk is dat inmiddels vele honderden familieleden zich de gezamenlijke eigenaren van een perceel grond mogen noemen. Zij dienen allen in te stemmen alvorens overgegaan kan worden tot verkoop van een perceel. De zoektocht naar dergelijke mede-eigenaren, waarvan een deel inmiddels buiten Suriname woont, is

zeer tijdrovend en kostbaar.

 

Naast deze complexe gezamenlijke eigendommen is sprake van braakliggende percelen waarvan de eigenaar geen geld heeft om deze te bebouwen, of (voorlopig) geen plannen daartoe heeft. De laatste categorie betreft zowel speculatieve grondeigendommen als eigendommen die wellicht op termijn nog worden bebouwd.

 

Het gevolg van een nauwelijks ontwikkelde kadastrale registratie en een inefficiënte ruimtelijke ordening en landmanagementsysteem is de moeizame beschikbaarheid van geschikte en ontsloten bouwgronden. Iedere Surinamer heeft op grond van het Decreet Beginselen Grondbeleid uit 1982 recht op een stuk grond. Het daadwerkelijke verwerven ervan is in de praktijk lastig, getuige het feit dat de Dienst der Domeinen een grote achterstand heeft in de behandeling van aanvragen (in de jaren negentig bedroeg deze achterstand 30.000 aanvragen). Woningbouwinitiatieven van vele grondaanvragers (landlozen) kunnen daardoor niet, moeizaam of uiterst traag gerealiseerd worden.

 

Ook in de projectmatige sfeer levert dit de nodige zorgen op. Een andere consequentie is dat de

stad verder uitdijt, hetgeen noodzaakt tot investeringen in nieuwe infrastructuur.Inmiddels zijn belangrijke stappen gezet om te komen tot de invoering van een grondregistratie- en landinformatie- systeem (GLIS). Daardoor kunnen de planning en het beheer van de grond en de rechtszekerheid voor burgers worden vergroot.

 

NPS persdienst 1 november 2012

Geen opmerkingen: