Als men de titel van dit artikel leest dan zou men tot de conclusie komen dat er een periode is geweest dat Suriname geen Centrale Bank had.
Maar men komt precies tot die conclusie als men de inhoud van dit artikel beschoudt.
Ook zal men mogen concluderen dat de NDP de grootste vijand van de Centrale Bank is.
Ingevolge de Bank Wet van 1956 (G.B. 1956 No. 97) is de Centrale Bank van Suriname in 1956 in het leven geroepen.
Tijdens haar 54 jarig bestaan heeft de bank enkele woelige periodes meegemaakt.
De Centrale Bank heeft heel belangrijke taken in ons economisch systeem zoals die bij wet zijn vastgelegd.
Volgens artikel 9 van de Bank Wet heeft de Centrale Bank onder andere de volgende taken:
Lid a: het bevorderen van de stabiliteit van de waarde van de geldeenheid van Suriname
Lid b: het verzorgen van de geldsomloop in Suriname, voorzover uit bankbiljetten bestaande, alsmede het vergemakkelijken van het girale betalingsverkeer
Lid c: het bevorderen van de ontwikkeling van een gezond bank en krediet wezen in Suriname.
Lid e: het bevorderen en vergemakkelijken van het betalingsverkeer van Suriname met het buitenland.
De taken zijn duidelijk en als de Centrale Bank deze naar behoren uitvoert zal de doorsnee Surinamer, de man van de straat, het ook direct voelen.
Tijdens de regeer periode van de Regering Wijdenbosch van 1996 tot 2000 hebben zich enkele hoogst vreemde zaken voorgedaan die de rol van de Centrale Bank tot nul hebben gereduceerd.
Tijdens deze periode is de waarde van de Surinaams gulden totaal vernietigd en dit was te merken aan de stijging van de officiële Centrale Bank koers voor de US dollar van 406 in 1996 naar boven 1300 in 2000, terwijl de koers op de valuta markt reeds 3000 had bereikt in dat jaar.
Het bedrijfsleven deed dus zaken met een koers van 3000 wat betekende dat de koers met meer dan 700% is gestegen in 4 jaren.
De inflatie die gekoppeld was aan deze koersstijging in de periode 1996-2000 sprak boekdelen. In 1999 alleen was de inflatie 98.8%.
Het was normaal in deze periode dat werknemers salaris verhogingen van 50% en hoger kregen vanwege de ontwaarding van de Surinaamse gulden en om zodoende de basis behoeften zoals rijst, kip, olie enz. te kunnen kopen.
Er was in de periode 1996-2000 geen enkele instantie die de waarde van de Surinaamse gulden bewaakte, ook de Centrale Bank niet die juist volgens artikel 9 lid a van de Bank Wet deze taak toebedeeld had gekregen.
De Centrale Bank heeft haat wettelijke taak ter bescherming van de waarde van de Surinaamse gulden tussen 1996 en 2000 niet kunnen uitvoeren.
Wij Surinamers hebben het dus in de periode van President Wijdenbosch moeten doen zonder een actieve Centrale Bank die de waarde van de gulden beschermde.
Het resultaat was alledaagse prijsverhogingen en misère en verarming van het Surinaamse volk. De volksopstand in 1999 en het vroegtijdig vertrek van Wijdenbosch en zijn NDP Plus Regering was dus het meest logische gevolg van zijn beleid met een impotente Centrale Bank.
De monetaire dekking van de Surinaamse munteenheid bestaat uit valuta, goud en tegoeden bij het IMF.
Deze monetaire dekking viel tijdens de Regering Wijdenbosch ook geheel weg waardoor de Surinaamse gulden geen “ruggengraat” meer had.
De dekking bestaande uit valuta verdween geheel door het onverantwoord beleid van Henk Goedschalk op de Centrale Bank. Het betekent gewoon dat onze monetaire dollar voorraad volledig verdween.
Een monetaire reserve is in ons systeem noodzakelijk om de waarde van de munteenheid te bewaken. Dit geld is niet bedoeld om bruine bonnen en zoutvlees te importeren, maar moet aangehouden worden als dekking voor de munteenheid.
Geen monetaire reserve betekent geen dekking en onmiddellijke ontwaarding van de munteenheid, met als gevolg prijsstijgingen en verarming van het volk.
Tijdens de periode 1996-2000 is onze monetaire goudvoorraad ook verdwenen uit de Centrale Bank toen Henk Goedschalk besloot onze goud voorraad te “swappen”.
Voor een bedrag van US $ 40 miljoen verdween de monetaire goudvoorraad van het Surinaamse volk. Niemand kan verklaren wat met de $ 40 miljoen is gebeurd.
Het eindresultaat was dat we kwamen te zitten met een impotente Centrale Bank zonder monetaire valuta en goudvoorraden.
Een Centrale Bank zonder de monetaire instrumenten.
Een Centrale Bank zonder monetaire instrumenten kan niet tot een Centrale Bank worden gerekend.
Net zoals een hospitaal zonder bedden, artsen en verpleegsters geen hospitaal is maar slechts een gebouw.
Conclusie: Suriname had geen instituut die de instrumenten had om monetair beleid uit te voeren. We hadden dus geen Centrale Bank, al stond er al die tijd een mooi wit gebouw aan de waterkant.
Tijdens de Regeringen Venetiaan II en III is de monetaire voorraad door goed en eerlijk beleid weer opgebouwd.
Was de monetaire dekking onder de 10% toen de Regering Wijdenbosch vertrok in 2000, vandaag is de monetaire dekking boven de 150%.
De onderstaande tabel behoeft geen verdere uitleg:
2000 | 10.5 % |
2001 | 61.4 % |
2002 | 54.3 % |
2003 | 62.2 % |
2004 | 70.9 % |
2005 | 88.9 % |
2006 | 99.0 % |
2007 | 117.1 % |
2008 | 115.6 % |
2009 | 150.7 % |
2010 | 150.4 % |
We hebben vandaag de dag weer een Centrale Bank met een behoorlijke monetaire dekking. De bank is wederom een respectabel instituut geworden.
Het is belangrijke dat jonge Surinamers moeten weten dat de monetaire dekking niet gebruikt moet worden voor de aanleg van infrastructurele werken zoals bruggen.
Als de monetaire dekking verdwijnt begint wederom een bekend verhaal dat eindigt met armoede en inflatie.
In Suriname heeft het monetair beleid heeft 1 simpele vuistregel:
Geen monetaire dekking = inflatie + armoede
De afwezigheid van monetaire dekking is het kenmerk geweest van alle NDP regeringen.
In de periode 1980-1987, 1990 en 1997-2000.
De geschiedenis toont aan dat de NDP niet gelooft in de monetaire dekking van de Surinaamse gulden. De NDP is in feite synoniem voor geen monetaire dekking.
Dat is een wezenlijk verschil tussen de NDP en de NPS.
De NPS daarentegen voert altijd een beleid gericht op voldoende monetaire dekking zodat de ontwrichting van de Surinaamse economie niet plaatsvindt.
De vraag is hoe men na zoveel monetaire mislukkingen en monetaire diefstal de NDP na mei 2010 kan vertrouwen met de monetaire reserves van het land.
Keer op keer verdwenen onze goud en deviezen voorraden op onverklaarbare wijze in de zakken van NDPers.
Tijdens de periode 1996-2000 zijn vanwege de inflatie vele nullen toegevoegd aan de Surinaamse gulden. Degenen die zich kunnen herinneren weten dat om een ijskast te kopen je met zakken geld moest lopen, met alle risico’s van dien. Het betalingsverkeer is hierdoor een totale puinhoop geworden in deze periode.
Dus ook op dit gebied heeft de Centrale Bank niet kunnen voldoen aan haar wettelijke taken zoals omschreven in artikel 9 lid e van de Bank Wet, te weten het vergemakkelijken van het betalingsverkeer.
De NPK Regering Arron liet in 1980 toen de coup werd gepleegd door mensen die nu in de NDP zitten een monetaire reserve van meer dat US $ 500 miljoen achter. Dit geld werd in de revo periode binnen de kortste keren opgemaakt.
Het resultaat: massale schaarste aan goederen en Suriname kreeg voor de eerste keer in haar geschiedenis een generatie van kinderen die zonder boter op brood, toilet papier, bad zeep, tandpasta en soft opgroeide.
De oudere personen weten dat er geen medicijnen, auto onderdelen en kip te krijgen was.
Toen de Regering Venetiaan I in 1996 vertrok was de gulden ook goed monetair gedekt.
Maar de monetaire reserve is een ding, de leiding van de Centrale Bank is een andere.
De Bank moet een eerlijke leiding hebben.
Als de Centrale Bank een eerlijk leiding heeft die zich aan de Bank Wet houdt, is 90% van het werk reeds gedaan. De overige 10% wordt ingevuld met creativiteit van de leiding.
De NPD heeft nooit bewezen in staat te zijn een eerlijke econoom aan te wijzen als leiding gevende op de Centrale Bank.
Dat kan de NDP trouwens ook niet, omdat de partij niet gelooft in monetaire dekking van de Surinaamse munteenheid, als het nou de gulden of SRD is.
Dat is een ander wezenlijk verschil tussen de NDP en de NPS waar de jonge stemgerechtigde Surinamer rekening mee moet houden.
De NPS zet altijd eerlijke en kundige mensen op de Centrale Bank en het resultaat is altijd een goed monetair gedekte munteenheid.
De munteenheid is net als de President een belangrijk symbool van een natie. Landen met waardeloze munteenheden worden internationaal niet serieus genomen en men ziet ze als “banana republieken” waar alleen corruptelingen rondlopen.
Laat het dus duidelijk zijn dat Suriname vanwege de ineenstorting van haar munteenheid in de periode 1996-2000 internationaal haar respect verloren heeft.
Hoe verwacht men dat internationale partners onder deze condities zaken met ons willen doen?
De NPS Regeringen Venetiaan II en III hebben de afgelopen 10 jaren met veel moeite onze monetaire reputatie kunnen herstellen.
Ook de Credit Ratings van Suriname zijn verbeterd zodat het land voor haar ontwikkelingsprojecten met gemak de internationale kapitaal markten op kunnen voor financiering.
Voor de kiezers is het dus duidelijk wat moet gebeuren op 25 mei 2010.
Kies je voor de NDP en de Megacombinatie, dan kies je voor:
q Geen monetaire dekking
q Inflatie en armoede
q Verdwijning van onze goud en deviezen voorraden
q Een zwakke SRD met vele nullen erbij
q Oneerlijke leiding op de Centrale Bank en monetaire roof
q Een Centrale Bank die geen beleid kan uitvoeren
q Economische vernietiging en schaarste aan allerlei goederen.
Als je kiest voor de NPS dan kies je bewust voor:
q Een sterke Surinaamse SRD
q Beheersbare inflatie
q Kundige en integere leiding op de Centrale Bank
q Een respectabele Centrale Bank
q Een sterke basis voor economische groei.
Kiezers, kies bewust voor een goede toekomst van Suriname.
Kies voor NPS bika Moro e Doro
NPS secretariaat
1 opmerking:
juist ja. Suriname moet nooit meer het risico lopen dat avonturiers en ordinaire boeven de financiele instituten beheren. Het resultaat is bekend. Nu de President van de Moederbank het voor gezien houdt, moet ervoor gewaakt worden dan randfiguren wederom hun slag slaan.
Een reactie posten