vrijdag 28 september 2012

 

 

Beweringen Bouterse weerlegd door Governor  Hoefdraad en het IMF .

In zijn jaarrede bij de indiening van de begroting 2013 heeft president Desi Bouterse fel uitgehaald naar zijn ambtsvoorganger Ronald Venetiaan. Met niet-verifieerbare cijfers over onbetaalde rekeningen betoogde hij dat de regeringen Venetiaan een financieel-economische puinhoop voor hem hebben achtergelaten door het chaotisch beleid dat zij hebben gevoerd. Door de immense inspanning, die hij zich heeft moeten getrootsten om de “erfenis van Venetiaan” op te ruimen, heeft hij tot nu toe niet kunnen werken aan het realiseren van de grootse plannen die hij bij zijn aantreden in augustus 2010 aan het volk heeft gepresenteerd.

Financieel-economische deskundigen binnen en buiten de NPS hebben met verbazing naar de uiteenzetting van de president zitten luisteren, omdat het beeld dat door hem werd geschetst haaks staat op de objectieve werkelijkheid. Sterker nog de beweringen van Bouterse worden onmiskenbaar  weerlegd door eerdere bevindingen van terzake deskundigen zoals Governor Gilmore Hoefdraad van de Centrale Bank van Suriname en de Executive Board van het Internationale Monetaire Fonds (IMF). Toch niet de eersten de besten.  

Anders dan president Bouterse beweert liet Governor Hoefdraad in februari 2012 in een artikel in de Amerikaanse krant US Today over de economische vooruitzichten van Suriname optekenen “dat het decennium vanaf 2000 tot nu toe het meest positieve is geweest voor de ontwikkeling van Suriname.” Wij hebben in die tijd kunnen profiteren van hoge grondstofprijzen op de wereldmarkt, maar het is niet alleen daaraan te danken geweest dat wij nu economisch er zo goed voor staan. In de woorden van de governor “luck is of no use without solid macro-economic policies over the years”. Suriname heeft volgens de Governor in die periode “een gedegen, conservatief fiscaal/monetair beleid gevoerd, dat was gebaseerd een zeer zorgvuldig en toekomst gericht management van onze resources.”

 

Dat beleid heeft ervoor gezorgd dat het per capita inkomen van de Surinamer is gestegen van USD 1.500 in 2000 naar bijna USD 7.000 in 2010. Dat de inflatie is teruggebracht van boven de 100% in 2000 naar 6,9% in 2010. En dat een monetaire reserve kon worden opgebouwd van vrijwel niks in 2000 tot meer dan USD 700 miljoen in 2010, gelijk aan 5 maanden import.  Een prestatie, die vooral te danken is geweest aan de opbrengsten uit de IAMGold deal en de investeringen van Staatsolie in een raffinaderij en uitbreiding van haar reserves.

 

De woorden van Governor Hoefdraad staan niet op zich. Ook de Executive Board van het IMF heeft op diverse tijdstippen zich vol lof uitgelaten over het prudent macro-economisch beleid in de periode 2000-2010. Suriname is dank zij dat beleid de economische malaise van de jaren 80 en 90 te boven gekomen en heeft tegelijk goede condities kunnen scheppen voor groei van welvaart en welzijn voor de samenleving. De conclusies van de Board over de Article IV rapportages over Suriname van onder meer 2007, 2008, 2009 en 2010 spreken in dit verband voor zich. In 2007 constateerde de Board naar aanleiding van het 2007 Article IV rapport reeds dat er sprake was van groei van het BNP, daling van de inflatie, overschot op de betalingsbalans, terugdringing van de staatsschuld en toename van de monetaire reserve. “In the recent years the authorities have made progress towards strengthening policies. These policies supported by the improved terms of trade appear to be paying off, with real economic growth, declining inflation and a significant decline in public debt since 2002”.

 

De gestadige groei van het BNP resulteerde ook in groei van het per capita inkomen, waardoor Suriname vanaf 2007 zelfs behoort tot de upper middle income countries in de wereld. Dat zijn landen met een per capita inkomen tussen USD 4.036 en USD 12.475 per jaar.

 

Grafiek 1: Ontwikkeling van het per capita inkomen in Suriname 2005-2012

Bron: Centrale Bank van Suriname, Suriname - an investment opportunity, oktober 2011

 

 

Ook in 2010, het jaar waarin Bouterse aantreedt als president is de IMF Board overwegend positief over het economisch beleid van de regering Venetiaan. In de conclusies over het 2009 Article IV rapport, dat in februari 2010 is uitgebracht, concludeert de Board dat sociale rust en overwegend gunstige externe omstandigheden de sociaal- economische ontwikkeling van Suriname in de voorgaande jaren hebben gestimuleerd. Als gevolg van de aflossing van de achterstallige schuld van USD 118 miljoen aan Brazilie, bestond de buitenlandse schuld alleen nog uit een achterstallige schuld van USD 31 miljoen aan de USA. Over de afwikkeling van die schuld waren reeds gesprekken gaande met de USA. Voorts gaf de Board aan dat de verwachte grote investeringen, die toen reeds op stapel lagen in de sectoren goud, bauxiet, olie, energie en infrastructuur zorgden voor uitstekende vooruitzichten voor de komende jaren. De overheidsinkomsten zullen volgens de Board positieve effecten ondervinden van de geplande overheidsparticipatie in investeringen in de goudsector. De Board voorspelt dat de betalingsbalans na een tijdelijke terugslag, vanaf 2013 zich weer in opwaartse richting zal ontwikkelen, wanneer de grote investeringen van Newmont, Suralco en RGM, in de goud en bauxietsector op gang komen. De vooruitzichten rechtvaardigen volgens de Board zelfs de verwachting dat Suriname eventuele tegenvallers goed zal kunnen opvangen.

Grafiek 2: Real GDP growth 2006-2010; Grafiek 3: Gross international reserves 2005-2010

Bron: IMF Staff Report for the 2011 Article IV Consultation with Suriname, April 2011

 

De grafieken 2 en 3 die zijn ontleend aan het 2011 Article IV rapport dat in april 2011 is uitgebracht geven een goed beeld van de ontwikkeling van de economische groei en de monetaire reserve. In grafiek 2 wordt de economische groei van Suriname geplaatst tegen de groei in andere landen van de regio. Hieruit blijkt Suriname met gemiddeld 4-5% groei het veel beter doet dan Trinidad &Tobago, Guyana en Jamaica. Grafiek 3 geeft de ontwikkeling van de monetaire reserve van Suriname aan, waaruit blijkt dat deze vanaf 2005 stelselmatig is gegroeid en per ultimo 2010 boven USD 700 miljoen uitkomt, gelijk aan dekking van 4-5 maanden import. Duidelijk waarneembaar is dat zowel de economische groei als de groei van de monetaire reserve een opwaartse trend tonen. Deze is onder meer is gebaseerd op verwachte opbrengsten van investeringen, die het laatste decennium zijn gedaan in de bauxiet, goud, aardolie en bananensector en reeds geplande nieuwe investeringen van IAMGold, Newmont, Suralco en Staatsolie. De geplande investeringen waren bij het aantreden van de regering Bouterse/Ameerali alle reeds in een voorbereidende fase.     . 

Ook in kringen van de Nationale Partij Suriname (NPS) viel de sneer van Bouterse naar de  regering van toenmalig NPS voorman en president Ronald Venetiaan zeer slecht. Een NPS topper zei dat Bouterse zoals wij ook op ander gebied van hem gewend zijn de verantwoordelijkheid voor zijn falen weer eens op een ander probeert af te schuiven. “Hij zelf heeft tot nu op economisch gebied niks gepresteerd, behalve de overnight devaluatie van de SRD en een moordende verhoging van de government take. Hij loopt wel trots te zwaaien met positieve ratings en IMF rapporten, maar verzwijgt dat de mooie vooruitzichten in de ratings gebaseerd zijn op investeringen die door de regering Venetiaan in gang zijn gezet. Ga maar na. Toen hij in de oppositie zat had hij zoveel kritiek op de Cambior deal en hij wilde Staatsolie zelfs verkopen. Maar vandaag aan de dag leveren juist deze investeringen de grootste bijdrage leveren aan de staatskas. En ware het niet dat hij nu al langer dan 2 jaar zit te treuzelen over Newmont en de uitbreiding van Rosebel, projecten die reeds helemaal voorbereid waren, dan zouden wij nu ook al de vruchten van deze 2 grote projecten hebben kunnen plukken. Al deze projecten zijn door de regering Venetiaan voorbereid om ervoor te zorgen dat Suriname op eigen kracht vooruit zou kunnen als de Nederlandse ontwikkelingshulp eenmaal zou eindigen. Eigenlijk zou Bouterse daarom dankbaar moeten zijn dat de regeringen onder leiding van president Ronald Venetiaan een verantwoord en toekomstgericht economisch beleid hebben gevoerd”.

Sunil Oemrawsingh

JAPIN lid.

28 september 2012

donderdag 27 september 2012

Programma 66 jaar NPS

 

29 september 2012

 

 

Zaterdag 29 september 10:00 : Kranslegging bij het standbeeld van J.A.Pengelstraat op het Onafhankelijkheidsplein .

 

Zaterdag 29 september inloop 18:00

 

19:00 Multi-religieuse Dankdienst 

20:00 Toespraken van Front partners

 

Politieke toespraak van de voorzitter NPS.  Dr.G.Rusland

 

22:00 Trekking goederen loterij

 

Daarna dansen op de tonen van Naks Kaseko Loko en de melody Travelers

 

Tot  zaterdag 29 september.

NPS persdienst

 

WAS DIT CHAOS MIJNHEER DE PRESIDENT

 

Citaten IMF Staff Report for the 2011 Article IV Consultation:

 

Economic growth is estimated to have risen from 3 percent in 2009 to 4½ percent

in 2010.

 

The external current account balance is estimated to have improved from a

deficit of 1 percent of GDP in 2009 to a surplus of about 1 percent of GDP in 2010.

 

CLICO-Suriname was acquired by a local

firm, and efforts are underway to strengthen insurance supervision.

 

Suriname’s economic outlook is favorable.

 

NPS PERSDIENST

27 SEPTEMBER 2012.

 

 

Was dit chaos mijnheer de President???

 

Planbureau publiceert Macro-economische Verkenningen

De Stichting Planbureau Suriname (SPS) kwam uit  met de publicatie Macro-economische Verkenningen 2005-2011. Hieronder de  projectie van macro-economische ontwikkelingen in de periode 2005- juni 2010, en de projectie van de economische groei voor 2010 en 2011. Aan de orde komt de ontwikkeling van onder meer de productie, de overheidsfinanciën de staatsschuld, de betalingsbalans,lonen,prijzen.en.koopkracht.

Het Bruto Binnenlands Product tegen basis- en marktprijzen, relatieve aandelen sectoren en macro-economische grootheden 2005 - 2011

Omschrijving

2005*

2006*

2007*

2008*

2009**

2010**

2011

Groeicijfers in procenten

BBP mp (1990) formeel en informeel

4,6%

3,8%

5,1%

4,7%

3,1%

3,8%

2,5%

Primaire sector (agrarisch en mijnbouw)

4,9%

6,5%

11,5%

-0,9%

1,6%

0,3%

-0,1%

Secundaire sector (industrie, nutsvoorz. en constructie)

8.2%

4.1%

3.7%

1.7%

5.5%

4.5%

-3.7%

Tertiaire sector (dienstverlening)

7.5%

3.2%

3.8%

5.5%

-0.5%

3.4%

3.5%

Informele sector

-6.9%

3.0%

6.1%

9.9%

12.6%

7.9%

7.9%

Relatieve aandelen sectoren in BBP tegen basisprijzen.
Formeel en informeel in procenten:

Primaire sector

15.8

16.3

17.1

17.9

16.7

16.2

15,3

Secundaire sector

26.9

28.3

28.9

29.1

26.9

27.5

24.7

Tertiaire sector

41.8

39.9

38.6

37.3

39.2

38.4

40.2

Informele sector

15.5

15.5

15.4

15.7

17.2

17.9

19.8

Totaal

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

100,0

Macro-economische aggregaten.
Formeel en informeel (x SRD 1000)

Bruto Binnenlands Product markt prijzen

4899020

5850960

6640963

8414269

8926364

10173844

10966585

Bruto Binnenlands Product markt prijzen (1990=100)

5484

5693

5984

6265

6459

6703

6869

Bruto Nationaal Inkomen (markt prijzen)

4786227

5700428

6663907

8471815

8941098

10188684

10981425

Beschikbaar Inkomen

4847776

5800876

6880472

8714509

9186572

10451044

11243785

Nationaal Inkomen per capita in SRD

9600

11305

13067

16385

17059

19246

20538

Bron: Algemeen Bureau voor de Statistiek (2005-2009), Stichting Planbureau Suriname (2010 en 2011)
Bewerking: Stichting Planbureau Suriname
*) Voorlopige cijfers, **) Projecties


Uit de analyse blijkt dat in de evaluatieperiode 2005-2009 de gemiddelde economische groei inclusief de informele sector 4,2% bedroeg. De groei in 2009 werd geschat op 3,1%. De informele sector heeft gemiddeld over de periode bekeken een aandeel in het BBP van ca.16,7%. De groeiverwachting voor 2010 en 2011 lag respectievelijk rond de 3,8% en 2,5%. In bovenstaande tabel zijn samengestelde cijfers opgenomen, waarbij het BBP groeicijfer is opgesplitst in de primaire, secundaire, tertiaire en informele sector. De tabel geeft ook de relatieve aandelen van deze sectoren binnen het BBP aan. De primaire sector heeft het minste aandeel in het BBP. De sector met het grootste aandeel is de tertiare sector (dienstverlening) met een gemiddelde over de periode 2005-2011 van 39%.

De groei van 2005-2009 wordt wat de formele sector betreft hoofdzakelijk toegeschreven aan de primaire sector: mijnbouw, de secundaire sector: mijnbouwverwerking, bouw en constructie en nutsvoorzieningen en de tertiaire sector: (transport, opslag en communicatie, handel, hotels en restaurants ). De groeiverwachting voor 2010 was (3,8%) en 2011 (2,5%) zijn voorlopige cijfers, omdat niet van alle subsectoren informatie is verkregen. De volgende sectoren leverden een belangerijke bijdrage aan het groeicijfer te weten: Goudertswinning nam toe met 7,1% en de aluinaarde productie vertoonde een tijdelijke toename van 36,7% in 2010, vanwege een technisch probleem bij een van de raffinaderijen van Alcoa in Brazilië kwam er extra bauxiet beschikbaar voor Suralco ter verwerking in de periode mei tot en met december 2010. De handel groeide met 7,9%, evenals de informele sector. Bij de nutsvoorzieningen is de aanname hetzelfde groeicijfer van 2009, nl. 4,1%. In 2011 spelen de tertiaire en informele sector en belangrijke rol. De groei binnen de secundaire sector neemt af vanwege een terugval van de aluinaarde producutie naar het niveau van 2009. De subsectoren goud en olie blijven op hetzelfde niveau in 2011 ten opzichte van 2010 volgens opgegeven projectie van de maatschappijen.
De formele werkgelegenheid is in periode 2005-2009 met ca. 1,2% per jaar gemiddeld toegenomen. Zowel de overheidsinkomsten als -uitgaven vertonen in de periode 2005-2009 een stijgende trend. De totale uitgaven zijn in 2009 in vergelijking met 2005 toegenomen met ca. 98,6 %, van ca. SRD 1.437 mln in 2005 naar ca. SRD 2.855 mln in 2009. De totale ontvangsten zijn in 2009 ten opzichte van 2005 toegenomen met ca. 94,4%, van circa SRD 1.401 mln in 2005 tot circa SRD 2.724 mln in 2009. De totale export en import vertoonden een stijgende trend en de statistieken geven aan dat sinds 2004 de handelsbalans op transactiebasis positief is. De stijging van de export en het handelsoverschot is toe te schrijven aan de mijnbouwsector (voornamelijk goud en aluinaarde). De importen op kasbasis stegen met 64% in 2009 ten opzichte van 2005 en daalden met ca. 11% ten opzichte van 2008. De exporten stegen in 2009 met ca. 76% ten opzichte van 2005 en daalden met 16,5% ten opzichte van 2008. De binnenlandse liquiditeitenmassa (M2) is tussen 2005 en 2009 gestegen van SRD 880 mln naar SRD 1961 mln. De toename in de periode 2005-2008 is voornamelijk het gevolg geweest van de liquiditeitstoevoer uit het buitenland. In 2009 is de stijging ook het gevolg van een toename in de liquiditeitscreatie vanwege de Overheid van SRD 222 mln. Ook de kredietverlening aan de particuliere sector groeide sterk in 2008 en 2009, respectievelijk 25% en 32%. De gemiddelde inflatie in 2010 is ca. 7%.

Ten aanzien van de gemiddelde koopkracht van het algemeen ambtelijk kader bij de Overheid was in 2009 nog sprake van een stijging ten opzichte van 2008 met ca. 22,5%. In 2010 is er een koopkrachtdaling te zien ten opzichte van 2009 van gemiddeld 3%. Oorzaak is een stijging van het inflatiecijfer ten opzichte van 2009, die -0,1% bedroeg.

Programma 66 jaar NPS 29 september 2012

 

Zaterdag 29 september 10:00 : Kranslegging bij het standbeeld van J.A.Pengelstraat op het Onafhankelijkheidsplein .

 

Zaterdag 29 september inloop 18:00

 

19:00 Multi-religieuse Dankdienst 

20:00 Toespraken van Front partners

 

Politieke toespraak van de voorzitter NPS.  Dr.G.Rusland

 

22:00 Trekking goederen loterij

 

Daarna dansen op de tonen van Naks Kaseko Loko en de melody Travelers

 

Tot  zaterdag 29 september.

NPS persdienst

 

BELOFTE EN NOGMAALS BELOFTE


Bij het aantreden van deze regering Bouterse-Ameerali werd  grote delen van de bevolking beloften gedaan:

 

Woningbouw

herziening van het staatsbestel,

onderwijs,

landbouw,

industrie

en nog veel meer zouden worden aangepakt. Veel van de beloftes zijn na tweeëneenhalf jaar nog steeds niet ingelost.

 

Veel populistische uitspraken zijn aan de orde van de dag. 2010 was het ‘keerpunt’

Vorig jaar was zou het  ‘Doe-jaar’ en later veranderd in ‘jaar van actie en prestatie’ worden.

De regeringsleider had aangekondigd dat de regering “binnenkort” een evaluatie en bijstelling van de staatsinrichting zou plegen. “Op zeer korte termijn verwacht de regering een notitie aan De Nationale Assemblee te presenteren, waarin de voornaamste conclusies van de evaluatie en de eventuele herziening van minder bevredigende constitutionele voorzieningen, zullen worden gepresenteerd. Het is het stellige voornemen van de regering, dat deze gewichtige aangelegenheid binnen dit zittingsjaar dient te zijn afgewikkeld”, zei Bouterse. Behalve dat een commissie is ingesteld die de grondwetswijziging voorbereid, is niets van deze toezegging nagekomen.

 

De militaire dienstplicht die vanaf medio mei 2011 geherintroduceerd zou worden voor mannen en vrouwen tussen zeventien en 27 jaar is er niet van gekomen. Door de oppositie is fel geprotesteerd. Het Nieuw Front bijvoorbeeld ziet meer heil in civiele dienstplicht dan militarisatie van werkloze jongeren.Het beleid van deze regering is erg wazig.

 

Aanpak van het occupatievraagstuk heeft nauwelijks plaatsgevonden, terwijl Bouterse had aangegeven dat de regering in het dienstjaar 2012 zou voortgaan met de oplossing van dit probleem. De toezegging dat op basis van de wet zou worden voorkomen dat nieuwe occupatie, bleef een loze. Het probleem lijkt juist groter te zijn geworden. De occupatiewet is nog steeds niet behandeld door het parlement. De kwestie Nieuwe verwachting is manifest.

Wanneer de balans wordt opgemaakt, blijkt dat het lijstje met beloftes die niet zijn ingelost, langer is dan de opsomming van de toezeggingen die wel zijn ge- realiseerd.

Het verschuilen achter falende ministers en ambtenaren is een argument die de president vaak hanteert. De hand moet in eigen boezem gestoken worden en niet steeds met de vinger naar andere wijzen.

NPS Persdienst

 

woensdag 26 september 2012

 

Arthur Tjin A Tsoi: ‘Regering Bouterse/Ameerali produceert alleen gebakken lucht’

26-09- 2012

Alleen gebakken lucht.’ Zo omschrijft NPS-assembleelid Arthur Tjin A Tsoi de handelingen van de regering Bouterse/Ameerali. ‘Ze produceert alleen gebakken lucht. Er is niets aan te wijzen wat deze regering gepresteerd heeft’, zegt de parlementariër. ‘Waar is de beloofde grond aan de Stichting Suripop gebleven’, vraagt Tjin A Tsoi zich af. ‘President Desi Bouterse had deze belofte gedaan, net zoals zoveel andere en is ze niet nagekomen’, zegt het NPS assembleelid . ‘In plaats van de belofte te doen naar Suripop, had het staatshoofd maar liever de grondbeschikkingspapieren kunnen opsturen aan deze stichting.’ De grond zou zijn bedoeld  voor de opzet van een muziekconservatorium.

De politicus is teleurgesteld in de uitvoering van het beleid van het afgelopen begrotingsjaar en ‘in de vele zaken die zijn beloofd en niet zijn gerealiseerd’. ‘De achterban van het NF en ook die van de NDP zijn teleurgesteld in deze regering’, zegt Tjin A Tsoi. Hij heeft geen hoge verwachtingen van de jaarrede en de komende begrotingsbehandeling. ‘We hebben als oppositie gekeken naar  de activiteiten van deze regering en we zijn niet in een hoerastemming.’  Tjin A Tsoi vraagt zich af waar de 1.000 huizen van 2011 zijn gebleven, de 3.000 die in 2012 gebouwd zouden worden en wat er geworden is van de diepzeehaven, de snelweg naar Brazilië, de brug over de Corantijnrivier en vooral de brug over de Carolina. ‘Ze zijn niet eens in staat de subsidie te betalen, hoe willen ze dit alles realiseren?’  Het assembleelid zegt dat de verkiezingen van 2015 zullen uitwijzen of deze regering daadkracht had, zoals ze dat van zichzelf beweert. ‘Te wojo jagi,  yu sa si suma serie.

Bron: Dagblad Suriname

26 september 2012

Coalitie heeft geen eigen waarde

 

Het is in een democratie onaanvaardbaar dat de uitvoerende macht, volksvertegenwoordigers uitnodigt- op hun bestuurscentrum-  en hun de les voorleest hoe hun houding moet zijn in het parlement.De Nationale Assemblee is het hoogste orgaan van staat.Hoe is het dan mogelijk dat assemblee leden zich onderdanig gedragen.Recentelijk hebben wij mogen vernemen dat de president van de republiek zijn coalitiegenoten heeft uitgenodigd op zijn kabinet om hen de les voor te lezen hoe zij zich politiek moeten gedragen tijdens de behandeling van de begrotingen 2013.Hij zegt “dat het voorkomt dat sommige leden uit zijn gelederen een scheve schaats rijden”. Met andere woorden: coalitieleden mogen niet een eigen mening hebben maar moeten functioneren als een rubbere stempel.

 

Dit is onwaardig en zeer gevaarlijk in een democratie en rechtsstaat.De coalitieleden maken de controlerende functie die zij hebben tot een farce. Het is marcheren naar links of rechts op aangeven van de president.De onafhankelijkheid en integriteit van alle coalitiegenoten met de reprimande en de richtlijnen die gegevenwerden door de president aan zijn marjonetten is op de hellingen.

 

Het is erg interessant om de assemblee leden Miesikaba, Simons en al de andere die zich zogenaamd kritisch willen opstellen hun opstelling te zien na de reprimande van hun leider.

 

Democracy is a way of life………

 

NPS persdienst

 

 

Voorzitter Dr.Gregory Rusland:
het nieuw elan lanceren



Een van de eerste zaken waar wij als NPS aan zullen werken is het  contact met de achterban verstevigen. Voorzitter Dr. Gregory Rusland, beseft dat de relatie  met de leden de afgelopen tijd niet geweest is wat het moest zijn. Onze partij moet niet langer gezien worden als ‘owru sma’ partij, De voorzitter zal zich samen met andere NPS’ers zich inzetten om het nieuw elan van de partij te lanceren.Er zijn genoeg jonge mensen in onze partij om het imago van owru partij te hebben.Naast de traditionele aandacht voor vrouwen hebben jongeren ook een bijzondere plaats

De partij maakt zich ook op om bij de komende verkiezingen regeerverantwoordelijkheid te verwerven. De verslechte relatie met de leden wijt Rusland aan de focus op het uitvoeren van nationaal beleid. “De samenleving kan evenals de regering voortborduren op de financiële stabiliteit door de vorige regering opgebouwd”, verdedigt de topman zich. De partij heeft al een stappenplan bedacht hoe het contact met de leden op te voeren. Verder wil de voorzitter NPS’ers die geen deel meer uitmaken van de partij terug naar ‘huis’ roepen.

De groene partij heeft zich voorgenomen het hoofdbestuur regelmatig naar alle afdelingen te doen gaan. Vele NPS’ers juichen dat initiatief toe. Er is namelijk grote behoefte aan informatie uitwisseling,vanwege de moeilijke periode die de burger nu doormaakt.Ook de dorpen in het binnenland wil de NPS vaker bezoeken. De ressorten in Paramaribo worden bezocht om de problemen aan te horen. Via onze DNA-RR en DR leden zullen de noden aan de regering kenbaar worden gemaakt. Door onze kaders willen wij een stabiele basis vormen.De interne organen zullen aangemoedigd worden om sterker uit de bres te komen.

Met een zekere trots geeft onze voorzitter aan dat de partij een traditie heeft van 66 jaar. Hij zegt dat de NPS zich belangrijke verworvenheden kan toeschrijven. “Wij hebben gestaan aan de basis van belangrijke ontwikkelingsprocessen van het land.” De voorzitter somt de onafhankelijkheid, democratisering en her-democratisering, rechtstaatgedachte op en een heel grote bijdrage bij de tot stand koming van de economische en financiële stabiliteit.-.

De festiviteiten van de jaardag beginnen zaterdag om 10.00 uur aan. Om zes uur in de avond  begint de feestvergadering met speeches van NPS-toppers en Front-partners. Daarna kunnen de aanwezigen de benen flink losgooien op de tonen van  diverse bands..

 

NPS persdienst

25 sept 2012

 

donderdag 20 september 2012

woensdag 19 september 2012

 

Verhoging verkeersveiligheid invoering “Snelheidsbegrenzer”

In het JAPIN is er de afgelopen maand een discussie geweest over het verhogen van de verkeersveiligheid.

Tijdens de discussies kwam naar voren de mogelijkheid tot het invoeren van snelheidsbegrenzers. Een snelheidsbegrenzer is een voorziening in voertuigen die de maximale snelheid reguleert.

Een snelheidsbegrenzer is geen vreemd fenomeen in andere landen. Voor sommige voertuigen is dit verplicht gesteld. Zo kunnen als voorbeeld genoemd worden bromfietsen. De maximumsnelheid wordt gesteld op 40 of 25 km/h.

Hoewel ook voor personenauto's een absolute maximumsnelheid geldt, is een snelheidsbegrenzer voor deze voertuigen niet verplicht in ons land. Snelheidsbegrenzers kunnen, zoals in de discussie naar voren kwam, ingesteld worden met verschillend laadvermogen.

Er zal draagvlak gezocht moeten worden in DNA en het maatschappelijk middenveld voor het instellen van snelheidsbegrenzers voor personenauto’s.

Wereldwijd zijn er wel experimenten gedaan naar de mogelijkheden om een begrenzing in te bouwen die afhankelijk is van de ter plaatse geldende maximumsnelheid. Dergelijke systemen worden ISA-systemen (intelligente Snelheidsadaptatie) genoemd. Deze intelligente snelheidsbegrenzer houdt rekening met de plaats waar gereden wordt, en kan bij verschillende geldende snelheidslimieten begrenzen.

De ISA-systemen kunnen als volgt worden ingedeeld:

  • De open variant: Dit is een variant waarbij de bestuurder alleen wordt geattendeerd op het overschrijden van de geldende snelheidslimiet
  • De half-open variant: Dit is een variant waarbij het de bestuurder lastig wordt gemaakt de geldende snelheidslimiet te overschrijden, bijvoorbeeld door middel van een tegenwerkend gaspedaal
  • De gesloten variant: Bij deze variant is het voor de bestuurder onmogelijk de geldende snelheidslimiet te overschrijden.

Voor Suriname werd de gesloten variant te gebruiken in de discussie.

Een ISA-systeem zou kunnen bijdragen aan een verhoging van de verkeersveiligheid, toename van het reiscomfort en een verlaging van de kans op boetes en verlies van mensenlevens en leed.

JAPIN