IMF en Standard & Poor’s bevestigen monetair–economisch gelijk regeringen Venetiaan.
“It’s not about where you are, but more about where you came from…”
Het Internationaal Monetair Fonds (IMF) en het ratingsbureau Standard & Poor’s (S&P) hebben zich onlangs in afzonderlijke rapportages voor de zoveelste keer weer zeer lovend uitgelaten over de economische groei, die Suriname reeds geruime tijd doormaakt. De vooruitzichten voor de nabije toekomst zien er volgens beide instanties zelfs zeer florissant uit. Ongetwijfeld heel goed nieuws en een welkome ondersteuning voor het moreel van het Surinaamse volk, dat het de laatste weken dreigt te begeven onder de beproevingen van de perikelen rond amnestieverlening aan de verdachten van onder andere de 8 Decembermoorden.
Tegelijk bewijzen de bevindingen van het IMF en S&P ook het gelijk van de regeringen onder leiding van president Ronald Venetiaan en wijlen Governor van de Centrale bank van Suriname de heer Andre Telting , die met prudent macro-economisch beleid decennialang geduldig heeft gewerkt om Suriname te brengen op de plaats waar het nu staat. Een voorbeeld voor de regio en de wereld! Een schril contrast met de economische chaos waarin het land in de jaren 80 en 1996/2000 door geinstutionaliseerde graai- en verspilzucht van het militair/NDP regiem verzeild was geraakt. Een chaos, die het dagelijks leven van het volk van Suriname nog jaren daarna stevig in zijn greep leek te hebben en waarin vertwijfeling, naakte armoede, normverval en zelfs aan ontmenselijking grenzende misere haar niet bespaard zijn gebleven.
Venetiaan heeft hiermee een nationale prestatie met internationale allures neergezet. Frappant genoeg wordt dit succes, overigens zeer ten onrechte, nu door zijn meest uitgesproken politieke tegenstanders van toen, president Bouterse voorop, als eigen succes geclaimd. De huidige president van Suriname schijnt zelfs niet uitgepraat te kunnen raken over hoe trots hij wel niet is als hij op zijn vele buitenlandse reizen complimenten krijgt over “het economisch wonder” dat volgens hem zich in Suriname aan het voltrekken is. Het valt overigens te betwijfelen of hij ooit een zinnig antwoord heeft kunnen geven op de vraag hoe Suriname dat eigenlijk heeft klaargespeeld, omdat de credits daarvoor volledig aan zijn ambtsvoorganger Runaldo Ronald Venetiaan toekomen. Immers it’s not about where you are, but more about where you came from….. En wij weten dat wij als volk beslist door een heel diep dal hebben moeten gaan om vandaag aan de dag op economisch gebied te staan waar wij nu staan.
Het “economisch wonder” dat de president kennelijk nu pas wil zien, ontwikkelt zich eigenlijk al jaren en kan dus niet ongemerkt aan hem zijn voorbij gegaan. Als men de rapporten van zeg maar de laatste 5 artikel IV missies van het IMF leest en de daarbij behorende grafieken raadpleegt, dan zal men gauw merken dat de economische bloei, die wij thans doormaken onmiskenbaar het volledig en direkt gevolg is van het consequente prudente macro-economische beleid dat door de regeringen Venetiaan is gevoerd. Hetzelfde geldt ook voor alle grote investeringen in de goud-, bauxiet-, aardolie-, energie- en constructiesector, waarnaar het IMF en S&P verwijzen als de belangrijkste drivers voor onze uitstekende economische groeicijfers! Het zijn echter niet alleen de bevindingen van het IMF en S&P, die deze conclusie rechtvaardigen. Ook Gilmore Hoefdraad, de huidige governor van de Centrale Bank van Suriname kan er niet omheen en laat in februari 2012 in de Amerikaanse krant US Today optekenen dat “As a result of stable and growth-oriented policies, Suriname has developed from a low- income country to a upper middle-income country. According to the World Bank the country’s per capita income has risen from just USD 1,500 in 2001 to around about USD 6,500 in 2009. At the same time, stability-oriented polcies brought inflation down from above 100% in 2000 to an estimated 6.9% in 2010.”
Grafiek 1: ontwikkeling van het per capita inkomen in Suriname 2005-2012
Bron: Centrale Bank van Suriname, Suriname - an investment opportunity, oktober 2011
De legacy, die Ronald Venetiaan als president van Suriname op macro-economisch gebied aan het Surinaamse Volk en de wereld op 14 augustus 2010 heeft nagelaten, had nauwelijks beter kunnen worden uitgedrukt dan in de woorden van governor Hoefdraad en de cijfers van grafiek 1 hierboven. En alsof de governor nog behoefte had om een persoonlijk compliment te maken aan Humphrey Hildenberg, Andre Telting, Stanley Ramsaran en Humphrey Pinas, de architecten en uitvoerders van wat Bouterse nu “het economisch wonder” noemt, voegt hij aan zijn woorden nog toe: “The decade from 2000 was the most positive one for Suriname. The high commodity prices have been a boon for our economy, but as I always say, luck is of no use without solid macro-economic policies over the years. That means conservative fiscal and monetary policies and a very careful and forward-looking management of our resources.”
Woorden die voor zich spreken en elke vertaling dus overbodig maken. Maar voor alle duidelijkheid komen die erop neer dat governor Hoefdraad van mening is dat “het decennium vanaf 2000 het meest positieve is geweest voor Suriname. De hoge grondstofprijzen zijn een zegen geweest voor onze economie, maar zoals ik altijd zeg, geluk alleen is niets zonder een een gedegen macro-economisch beleid door de jaren heen. Dat betekent dus een conservatief fiscaal/monetair beleid en een zeer zorgvuldig en toekomst gericht management van onze resources.”
De positieve uitstraling die Suriname met haar macro-economisch succesverhaal naar de wereld heeft, is niet overnight door de regering Bouterse-Ameerali gecreëerd, zoals de president en zijn medestanders in een lawine van propaganda via Info-act aan het Surinaamse volk willen doen geloven. Het is niet het gevolg van het economische beleid van deze regering. Want die is wat dat betreft, nog niet verder gekomen dan de onverhoedse devaluatie van de SRD en de wurgende verhoging van de government take op brandstof. Maatregelen overigens, die vanaf begin 2011 wel grote delen van de samenleving juist in armoede hebben teruggeworpen. En het is ook niet het gevolg van de steeds met veel fanfare omgeven vele buitenlandse reizen van de president. Want, ondanks alle mooie verhalen eromheen, ook daarvan hebben wij nog steeds geen enkel zichtbaar positief resultaat mogen zien.
De lovende bevindingen van het IMF in haar 2012 Article IV rapport over Suriname, waarvan de president zo in extase schijnt te raken, zijn vrijwel letterlijk ook terug te vinden in eerdere Article IV rapportages van 2007, 2008, 2009 en 2010. Ter illustratie, het IMF schreef in haar 2007 Article IV rapport reeds: “In 2006 the economy performed better than expected, underpinned by favorable world commodity prices and higher gold production. Real GDP grew by almost 6% led by strong growth in exports. Inflation fell by 5% during the year down from 16%. The external current account shifted to an estimated surplus of 5% GDP and net international reserves rose to USD 263 million. In the recent years the authorities have made progress towards strengthening policies. The central government’s deficit has declined sharply since 2003, benefitting from strong growth in mineral revenues due to a sharp gain in real export prices and the opening of a major new goldmine. These policies-supported by the improved terms of trade- appear to be paying off, with real economic growth, declining inflation and a significant decline in public debt since 2002. ”
Ook de rapporten van de jaren daarna bevestigden in steeds positievere bewoordingen dat Suriname met haar macro-economische beleid op het goede spoor zat. Dank zij dat beleid kon Suriname bij voorbeeld de gevolgen van de allesomvattende internationale economische crisis van 2008 goed doorstaan en heeft het zelfs groeicijfers kunnen realiseren, waar vooraanstaande economen internationaal met bewondering naar kijken. Grafiek 2 geeft een beeld van de economische groei van Suriname geplaatst tegen de groei in andere landen van de regio.
Grafiek 2: Real GDP growth 2006-2010
Bron: IMF Staff Report for the 2011 Article IV Consultation with Suriname, april 2011
In haar 2009 Article IV rapport, dat in februari 2010 is uitgebracht geeft het IMF aan dat sociale rust en overwegend gunstige externe omstandigheden de sociaal- economische ontwikkeling van Suriname in de voorgaande jaren hebben gestimuleerd. De verwachte grote investeringen, die toen reeds op stapel lagen in de goud, bauxiet en oliesector zorgden tegelijk voor uitstekende vooruitzichten voor de komende jaren. “Gold production has become the main source of export earnings. Negotiations for establishment of Surgold, a joint venture between Suralco and Newmont and the Government are well advanced. Staatsolie has an ambitious investment program for the next four years to expand its refining capacity and intensify explorations. Healthy fiscal surpluses together with robust economic growth and clearance of longstanding arrears with bilateral creditors have helped reduce public debt. As result of the clearance of the Brazilian debt arrears of USD 118 million, Suriname only has a remaining bilateral arrear with the USA of USD 31 million.”
Het rapport vervolgt dat de vooruitzichten op middellange termijn veelbelovend zijn. De overheidsinkomsten zullen positieve effecten ondervinden van overheidsparticipatie in investeringen in onder meer de goudsector. De betalingsbalans zal na een tijdelijke terugslag, vanaf 2013 zich weer in opwaartse richting ontwikkelen wanneer de grote investeringen in goud en bauxiet (Newmont, Suralco en RGM) op gang komen. De vooruitzichten rechtvaardigen zelfs de verwachting dat Suriname eventuele tegenvallers goed zou kunnen opvangen. Grafiek 3 geeft de ontwikkeling van de monetaire reserve van Suriname aan, waaruit blijkt deze vanaf 2005 stelselmatig is gegroeid en per ultimo 2010 uitkomt op ruim USD 700 miljoen, gelijk aan dekking van 5 maanden import.
Vooral de slotconclusie van het 2009 Article IV rapport is in dit opzicht veelzeggend. Daarin constateren de executive directors van het IMF dat Suriname de internationale economische crisis relatief goed heeft doorstaan door stevige resultaten te boeken in de goud en constructiesector en tegelijk haar monetaire reserves op een comfortabel niveau te houden. Zij complimenteerden de autoriteiten voor het gevoerde prudente macro-economisch beleid en gaven aan “… that the key challenge will be to sustain the economic recovery and enhance the long term growth potential while ensuring continued macro-economic stability and fiscal sustainability.”
In het bovenstaande wordt derhalve aangetoond dat de economische groei, die Suriname thans doormaakt volledig een verdienste is van de opeenvolgende regeringen onder leiding van president Ronald Venetiaan. Het verhaal van “het economisch wonder” Suriname is het verhaal van prudent macro-economisch beleid. Het is het verhaal van de immense inspanning gedurende de perioden 1991/1996 en 2000/2010 om de economische malaise te keren, die in de jaren 80 en 1996/2000 door onverantwoordelijke militaire en NDP bestuurders was gecreerd. Het is het verhaal van “ a very careful and forward-looking management of our resources”. Het is het verhaal van het bereiken van macro-economische stabiliteit en Suriname op weg zetten naar duurzame economische groei. Het is het verhaal waarin Humphrey Hildenberg, Andre Telting, Stanley Ramsaram en Humphrey Pinas elk een hoofdrol vervullen. Maar het is ook het verhaal van de opdracht aan de huidige en elke volgende regering om het economisch herstel en de groei, die zo moeizaam zijn bereikt te koesteren en verder te verduurzamen. Het is de legacy op macro-economisch gebied van Ronald Venetiaan: “it not about where you are, but more about where you came from…”
Sunil Oemrawsingh
Secretaris NPS