dinsdag 28 februari 2012

OPRICHTINGSVERDRAG VAN DE UNIE VAN ZUIDAMERIKAANSE NATIES

De Republiek Argentinië, de Republiek Bolivia, de Federatieve Republiek Brazilië, de Republiek Chili, de Republiek Colombia, de Republiek Ecuador, de Coöperatieve Republiek Guyana, de Republiek Paraguay, de Republiek Peru, de Republiek Suriname, de Oriëntaalse Republiek Uruguay en de Bolivariaanse Republiek Venezuela,

Preambule

Ondersteund door de gezamenlijke en solidaire geschiedenis van onze naties, multi-etnisch, meertalig en multicultureel; die hebben gestreden voor de Zuidamerikaanse emancipatie en eenheid, eer betonend aan de denkwijze van degenen die onze onafhankelijkheid en vrijheid hebben afgedwongen, ten behoeve van deze eenheid en de bouw van een gezamenlijke toekomst;

Geïnspireerd door de Verklaringen van Cusco ( 8 december 2004), Brasilia (30 september 2005), en Cochabamba ( 9 december 2006); Bevestigen hun vastberadenheid in het bereiken van een Zuidamerikaanse identiteit en burgerschap en het ontwikkelen van een geïntegreerde regionale ruimte op politiek, economisch, sociaal, cultureel, milieu, energie en infrastructureel gebied, ten -einde bij te dragen tot het versterken van de éénheid in Latijns - Amerika en het Caribisch Gebied;

Overtuigd dat de Zuidamerikaanse integratie en éénheid noodzakelijk zijn voor de bevordering van duurzame ontwikkeling en welzijn van onze volkeren, alsook voor het bijdragen tot het oplossen van problemen die de regio nog steeds raken, zoals aanhoudende armoede, marginalisatie en sociale ongelijkheid;

Verzekerd dat de integratie een belangrijke stap is tot versterking van het multilateralisme en het prevaleren van het recht in internationale betrekkingen, ten einde te geraken tot een multi-polaire, evenwichtige en rechtvaardige wereld waarin soevereine gelijkheid van Staten en een cultuur van vrede voorop staan in een wereld vrij van nucleaire en massa vernietigingswapens;

Bekrachtigen dat zowel de Zuidamerikaanse integratie als de Unie gebaseerd zijn op de leidende principes van: onbeperkt respect voor de soevereiniteit, territoriale integriteit en onschendbaarheid van Staten; zelfbeschikkingsrecht van de volkeren; solidariteit, samenwerking; vrede; democratie; civiele participatie en verscheidenheid; universele en onvervreemdbare en interdependente mensenrechten; verkleining van de asymmetrien in harmonie met de natuur voor een duurzame ontwikkeling;

Erkennende dat de Zuidamerikaanse integratie tot stand moet komen via een innovatief proces, dat alle resultaten en vorderingen omvat die tot nu toe door

2 de MERCOSUR en CAN processen zijn bereikt, alsook de ervaringen van Chili, Guyana en Suriname, en dat verder reikt dan de onderlinge convergentie. Bewust zijnde dat dit proces van het bouwen aan de Zuidamerikaanse integratie en ééheid ambitieus is in haar strategische doelen, zal dit flexibel en gradueel moeten zijn in haar implementatie, teneinde te verzekeren dat elke Staat de committeringen aangaat volgens haar eigen realiteit; Onderstrepen dat het onbelemmerd functioneren van de democratische instituten en het onbeperkt respect voor de rechten van de mens essentiële voorwaarden zijn voor de bouw van een gezamenlijke toekomst van vrede en economische en sociale voorspoed en de ontwikkeling van de integratie processen tussen de Lidstaten; KOMEN ALSVOLGT OVEREEN

ARTIKEL 1 OPRICHTING VAN UNASUR De Staten die Partij zijn bij het huidig Verdrag besluiten de Unie van Zuidamerikaanse Naties (UNASUR) op te richten als een organisatie met internationale rechtspersoonlijkheid.

ARTIKEL 2  DOELSTELLING De Unie van Zuidamerikaanse Naties heeft tot doel om, op basis van participatie en consensus, een ruimte van integratie en proces van éénheid te bouwen tussen hun volkeren op cultureel, sociaal, economisch en politiek gebied, hierbij prioriteit gevend aan onder andere politieke dialoog, sociaal beleid, educatie, energie, infrastructuur, financiering en het milieu, teneinde de sociale economische ongelijkheid te elimineren, de sociale betrokkenheid en civiele participatie te bevorderen, de democratie te versterken en de asymmetrie te verkleinen, tegen de achtergrond van de versterking van de soevereiniteit en onafhankelijkheid van de Staten.

ARTIKEL 3 SPECIFIEKE DOELEN De Unie van Zuidamerikaanse Naties heeft als specifieke doelen: a) De versterking van de politieke dialoog tussen de Lidstaten die ruimte verschaft voor consultatie ter versterking van de Zuidamerikaanse integratie en de participatie van UNASUR op internationaal niveau; b) De sociale en menselijke ontwikkeling op basis van gelijkheid en inclusie om de armoede uit te roeien en ongelijkheden in de regio te overbruggen; c) De uitroeiing van het analfabetisme, algehele toegang tot kwalitatief onderwijs en regionale erkenning van studies en titels;

3

d) De energetische integratie voor het integraal, duurzaam en solidair gebruik van de hulpbronnen van de regio; e) De ontwikkeling van een infrastructuur voor de interconnectie van de regio en onze volkeren, die voldoet aan criteria voor duurzame sociale en economische ontwikkeling; f) De financiële integratie door middel van de goedkeuring van mechanismen die in overeenstemming zijn met het economisch en fiscaal beleid van de Lidstaten; g) De bescherming van de biodiversiteit, de waterbronnen en de ecosystemen alsmede de samenwerking bij de preventie van rampen en de strijd tegen de oorzaken en gevolgen van klimaatsveranderingen; h) De ontwikkeling van concrete en effectieve mechanismen ter overbrugging van de asymmetrie, en zodoende het verkrijgen van een rechtvaardige integratie; i) De consolidatie van een Zuidamerikaanse identiteit door middel van progressieve toekenning van rechten aan de burgers van een lidstaat residerend in een andere Lidstaat, met het doel het verkrijgen van een Zuidamerikaans burgerschap; j) Volledige toegang tot sociale verzekering en gezondheidsvoorzieningen; k) De samenwerking op het gebied van migratie met een integrale benadering, gebaseerd op het ongehinderd respect voor de rechten van de mens en arbeiders, ten behoeve van de regularisatie van migratie en harmonisatie van beleid; l) De economische en commerciële samenwerking om vooruitgang en consolidatie te bereiken van een innovatief, dynamisch, transparant, evenwichtig en gebalanceerd proces, dat voorziet in een effectieve markttoegang, dat de economische groei en ontwikkeling stimuleert die de asymmetrie overbrugt door middel van de complementering van de economieën van Zuidamerikaanse landen, evenals het stimuleren van het welzijn van alle sectoren van de bevolking en het verminderen van armoede; m) De industriële en productieve integratie, met specifieke aandacht voor de kleine en middelgrote bedrijven, coöperaties, netwerken en anderen vormen van productieve organisatie; n) Het definiëren en implementeren van gemeenschappelijk of aanvullend beleid en projecten voor onderzoek, innovatie, overdracht van productie technologie, gericht op het verhogen van de eigen capaciteit, de verduurzaamheid en de eigen wetenschappelijke en technologische ontwikkeling; o) Het bevorderen van culturele diversiteit en de expressies van het geheugen, de kennis en wijsheid van de volkeren in de regio, ten behoeve van de versterking van hun identiteiten; p) De participatie van de burgers, door middel van mechanismen voor interactie en dialoog tussen UNASUR en de diverse sociale actoren bij het formuleren van een Zuidamerikaans integratie beleid; q) De coördinatie tussen de gespecialiseerde organen van de Lidstaten, met in

4

achtneming van internationale regels, om de strijd te intensiveren tegen terrorisme, corruptie, de mondiale drugsproblematiek, mensenhandel, wapenhandel in lichte en conventionele wapens, georganiseerde transnationale criminaliteit en andere bedreigingen, alsook ontwapening, non proliferatie van nucleaire en massavernietigingswapens en het opruimen van landmijnen; r) De bevordering van de samenwerking tussen de juridische autoriteiten van de UNASUR Lidstaten; s) De uitwisseling van informatie en ervaringen op het gebied van defensie; t) De samenwerking om de veiligheid van de burgers te verhogen; u) De sectorale samenwerking als een mechanisme voor verdieping van de Zuidamerikaanse integratie door middel van uitwisseling van informatie, ervaringen en trainingen.

ARTIKEL 4 ORGANEN De organen van UNASUR zijn: 1. De Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders 2. De Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken 3. De Raad van Afgevaardigden 4. Het Algemeen Secretariaat ARTIKEL5 INSTITUTIONELE ONTWIKKELING Teneinde naleving van de mandaten en aanbevelingen van de competente UNASUR organen na te komen, kunnen er vergaderingen van sectorale Ministers, Ministeriële Raden, werkgroepen, en waar nodig andere institutionele instanties, van permanente of tijdelijke aard, worden bijeengeroepen en geïnstalleerd. Deze instanties zullen verantwoording over hun activiteiten via de Raad van Afgevaardigden afleggen, die deze afhankelijk van het geval zal doorgeleiden naar de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders of de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken. De resoluties die aangenomen worden op de Vergaderingen van Sectorale Ministers, Ministeriële Raden, de Werkgroepen en andere institutionele instanties, zullen ter beoordeling worden voorgelegd aan het competent orgaan dat haar heeft ingesteld of bijeengeroepen. De Zuidamerikaanse Energie Raad, ingesteld middels de “ Verklaring van Margarita ( 17e April, 2007), maakt deel uit van UNASUR. ARTIKEL 6 De Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders

5

De Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders is het hoogste orgaan van UNASUR. Bevoegdheden: A) Het bepalen van de politieke richtlijnen, actie plannen, programma’s en projecten van het Zuidamerikaans integratie proces en het vaststellen van prioriteiten voor de implementatie; B) Het bijeenroepen van Sectorale Ministeriële Vergaderingen en het instellen van Raden op Ministerieel niveau; C) Het nemen van besluiten over de gemaakte voorstellen door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken; D) Het vaststellen van de politieke richtlijnen voor de betrekkingen met derden; De reguliere vergaderingen van de Staatshoofden en Regeringsleiders zullen jaarlijks gehouden worden. Op verzoek van een Lidland, kunnen er buitengewone bijeenkomsten worden aangevraagd via het Pro Tempore Presidium, welke door alle UNASUR Lidlanden moeten worden goedgekeurd.

ARTIKEL 7 Het Pro Tempore Presidium Het Pro Tempore Presidium van UNASUR zal opeenvolgend worden uitgeoefend door elk van de Lidstaten, in alfabetische volgorde, voor een periode van een jaar. Haar taken en bevoegdheden zijn: a) Het voorbereiden, bijeenroepen en het voorzitten van de vergaderingen van de UNASUR organen; b) Het voorleggen van het jaarprogramma met de activiteiten van UNASUR, met plaats, datum en agenda van de organen in overleg met het Permanent Secretariaat, aan de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken en de Raad van Afgevaardigden; c) Het vertegenwoordigen van UNASUR bij internationale evenementen met voorafgaande goedkeuring door de lidstaten; d) Het aangaan van verplichtingen en het ondertekenen van Overeenkomsten met derden, middels voorafgaande goedkeuring door de desbetreffende organen van UNASUR. ARTIKEL8 De Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken De Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken heeft de volgende taken en bevoegdheden: a) Het goedkeuren van Resoluties voor de implementatie van de Besluiten van de Staatshoofden en Regeringsleiders; b) Het doen van voorstellen en het voorbereiden van de vergaderingen van de Staatshoofden en Regeringsleiders;

6

c) Het coördineren van standpunten over thema’s die cruciaal zijn voor de Zuid Amerikaanse integratie; d) Het ontwikkelen en bevorderen van de politieke dialoog en de afstemming van thema’s van regionaal en internationaal belang; e) Het begeleiden en evalueren van het gehele integratieproces; f) Het goedkeuren van het jaarlijks activiteiten programma en de jaarbegroting van UNASUR; g) Het goedkeuren van de financiering van de gezamenlijke initiatieven van UNASUR; h) Het implementeren van politieke richtlijnen van de betrekkingen met derden; i) Het goedkeuren van resoluties en reglementen met een institutioneel karakter of andere onderwerpen die onder haar competentie vallen; j) Het instellen van werkgroepen in het kader van de vastgestelde prioriteiten door de Staatshoofden en Regeringsleiders. De normale bijeenkomsten van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken zullen om de zes maanden gehouden worden. Op verzoek van de helft van de Lidstaten, kan het Pro Tempore Presidium buitengewone vergaderingen uitschrijven.

ARTIKEL9 De Raad van Afgevaardigden De Raad van Afgevaardigden heeft de volgende taken en bevoegdheden: a) Het middels aanname van de pertinente voorzieningen implementeren van de Besluiten van de Staatshoofden en Regeringsleiders en de Resoluties van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken met behulp van het Pro Tempore Presidium en het Algemeen Secretariaat; b) Het voorbereiden van de vergaderingen van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken; c) Het voorbereiden van ontwerp Besluiten, Resoluties en Regelgeving ten behoeve van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken; d) Het aanpassen en het coördineren van de UNASUR initiatieven met andere bestaande regionale en subregionale integratie processen teneinde de complementariteit in inspanningen te bevorderen; e) Het conformeren, coördineren en begeleiden van de Werkgroepen; f) Het continueren van de politieke dialoog en de afstemming over thema’s van zowel regionaal als internationaal belang; g) Het bevorderen van ruimte voor dialoog die de civiele participatie in het Zuid Amerikaans integratie proces faciliteert; h) Het ter bestudering en goedkeuring door de Raad van Ministers aanbieden van een concept-jaarbegroting.

De Raad van Afgevaardigden is samengesteld uit een geaccrediteerde vertegenwoordiger per Lidstaat. De Raad komt om de twee maanden bijeen, in

7

het land van de Staat die het voorzitterschap van het Pro Tempore Presidium bekleedt of op een andere overeengekomen plaats.

ARTIKEL 10 Het Algemeen Secretariaat Het Algemeen Secretariaat is het orgaan dat, onder leiding van de Secretaris - Generaal, de mandaten uitvoert die door de UNASUR organen aan hem zijn toegekend en deze vertegenwoordigt met uitdrukkelijke volmacht. Haar zetel is in Quito, Ecuador gevestigd. Haar taken en bevoegdheden zijn: a) Het ondersteunen van de Staatshoofden en Regeringsleiders, de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken en de Raad van Afgevaardigden en het Pro Tempore Presidium bij het uitoefenen van hun taken; b) Het doen van voorstellen en de begeleiding van de uitvoering en de directieven van de organen van UNASUR; c) Het participeren met zeggenschap en optreden als Secretaris op de vergaderingen van de UNASUR organen; d) Het voorbereiden en presenteren van het Jaarverslag en de respectieve verslagen aan de desbetreffende organen van UNASUR; e) Het fungeren als depositaris van de Overeenkomsten aangegaan in het kader van UNASUR en zorgen voor hun respectieve publicatie; f) Het opmaken van de jaarlijkse begroting ter bestudering door de Raad van Afgevaardigden en het treffen van de nodige maatregelen voor behoorlijk beheer en uitvoering; g) Het maken van ontwerp regelementen voor het functioneren van het Algemeen Secretariaat ter bestudering en goedkeuring door de desbetreffende organen; h) Het coördineren met andere Latijns Amerikaanse en Caribische integratie en samenwerkingsentiteiten voor het ontwikkelen van activiteiten die door de UNASUR organen aan haar zijn opdragen; i) Overeenkomstig de regelementen, het aangaan van alle wettelijke handelingen die nodig zijn voor een goede administratie en beheer van het Algemeen Secretariaat; De Algemeen Secretaris zal na voordracht door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, door de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders worden aangesteld, voor een periode van twee jaar, éénmalig verlengbaar voor dezelfde periode. De Algemene Secretaris mag niet opgevolgd worden door een persoon met dezelfde nationaliteit.

Bij het uitoefenen van hun functies, zullen de Algemene Secretaris en de functionarissen van het Algemeen Secretariaat, exclusieve toewijding hebben en van geen enkele Regering of andere autoriteit anders dan UNASUR instructies vragen noch accepteren en zullen zich onthouden van aktiviteiten die niet

8

verenigbaar zijn met hun status als internationale functionarissen die slechts aan deze internationale organisatie verantwoording verschuldigt zijn. De Algemene Secretaris is de wettige vertegenwoordiger van het Algemeen Secretariaat. Bij de selectie van functionarissen van het Algemeen Secretariaat, zal evenredige vertegenwoordiging van elk der Lidstaten verzekerd zijn, met inachtneming, indien mogelijk van onder andere criteria van gender, taal, etniciteit, en andere zaken.

ARTIKEL 11 RECHTSBRONNEN De rechtsbronnen van UNASUR zijn de volgende: 1. Het oprichtingsverdrag van UNASUR en de andere additionele instrumenten; 2.De Overeenkomsten die de UNASUR Lidstaten met elkaar hebben gesloten op basis van bovengenoemde instrumenten; 3) De Besluiten van de Staatshoofden en Regeringsleiders; 4) De Resoluties van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken; 5) De bepalingen van de Raad van Afgevaardigden. ARTIKEL 12 BESLUITVORMING Alle besluiten van UNASUR zullen met consensus worden aangenomen. De Besluiten van Staatshoofden en Regeringsleiders, Resoluties van Raad van Ministres van Buitenlandse Zaken en de Besluiten van de Raad van Afgevaardigden kunnen worden aangenomen indien tenminste drie vierde (3/4) van de lidstaten aanwezig zijn. De Besluiten van de Staatshoofden en Regeringsleiders, zowel de Resoluties van de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken welke aangenomen worden zonder de aanwezigheid van alle Lidstaten, moeten door de Algemene Secretaris worden voorgelegd aan de afwezige Lidstaten die binnen een periode van dertig (30) dagen na ontvangst van het document in de corresponderende taal, zich daarover moeten uitspreken. In geval van een besluit van de Raad van Afgevaardigden, zal de tijdslimiet vijftien (15) dagen zijn. De Werkgroepen kunnen altijd wanneer het quorum van de helft plus één er is bijeenkomen en voorstellen doen. De besluiten van de organen van UNASUR zullen een bindend karakter hebben voor de Lidstaten nadat deze, conform hun respectieve interne procedures zijn opgenomen in de nationale wetgeving.

ARTIKEL 13 GOEDKEUREN VAN REGELS EN INSTELLING VAN INSTITUTEN, ORGANISATIES EN PROGRAMMA’S

9 Één of meer Lidlanden mogen ter overweging bij de Raad van Afgevaardigden een voorstel indienen voor het goedkeuren van beleid, het opzetten van instituten, organisaties of gemeenschappelijke programma’s die door middel van consensus zullen worden aangenomen, op basis van flexibele en graduele criteria voor implementatie en conform de doelstellingen van UNASUR en de bepalingen in de Artikelen 5 en 12 van dit Verdrag. In geval van programma’s, instituten of organisaties waarin de Lidstaten deelnemen voordat dit Verdrag in werking trad, kunnen deze worden beschouwd als programma’s, instituten of organisaties van de UNASUR, met inachtneming van de procedures die in dit artikel zijn aangehaald en in overeenstemming zijn met de doelstellingen van dit Verdrag. De voorstellen zullen worden voorgelegd aan de Raad van Afgevaardigden. Na goedkeuring bij consensus, zullen zij voorgelegd worden aan de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, en vervolgens aan de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders voor goedkeuring op basis van consensus. Wanneer er geen consensus is bereikt over een voorstel, kan dat voorstel zes (6) maanden nadat het voor het laatst op de agenda was geplaatst wederom worden voorgelegd aan de Raad van Afgevaardigden. Als een voorstel is goedgekeurd door het hoogste orgaan van UNASUR, mogen drie of meer Lidstaten met de uitvoering aanvangen, als en zolang zowel de mogelijkheid voor andere Lidstaten om zich aan te sluiten bij het gezamenlijk initiatief en de periodieke rapportage met betrekking tot de implementatie aan de Raad van Afgevaardigden zijn gegarandeerd. Elk Lidland heeft het recht volledig of gedeeltelijk af te zien van het uitvoeren van een goedgekeurd besluit, zij het voor een bepaalde of onbepaalde tijd, zonder dat dit haar volledige of gedeeltelijke participatie hierin achteraf verhindert. In geval van instituten, organisaties of programma’s die worden opgezet, kan elk van de Lidstaten als waarnemer participeren, of volledig of gedeeltelijk afzien van deelname voor bepaalde of onbepaalde tijd. Het goedkeuren van besluiten en opzetten van instituten, organisaties en programma’s zal door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken worden gereguleerd op voorstel van de Raad van Afgevaardigden.

ARTIKEL 14 POLITIEKE DIALOOG De politieke afstemming tussen de UNASUR Lidlanden zal een factor van harmonie en wederzijds respect zijn die de regionale stabiliteit en het beschermen van democratische waarden en het bevorderen van mensenrechten versterkt.

10

De Lidstaten zullen blijven werken aan de versterking van de praktijk van consensus - vorming bij centrale thema’s van de internationale agenda en zullen initiatieven stimuleren welke de identiteit van de regio bevestigen als een dynamische factor in de internationale betrekkingen.

ARTIKEL 15 BETREKKINGEN MET DERDEN UNASUR zal initiatieven van dialoog over onderwerpen van regionaal en internationaal belang stimuleren en samenwerkingsmechanismen met andere regionale groepen, Staten, en andere internationale rechtspersonen trachten te verstevigen, prioriteit gevend aan projecten op het gebied van energie, financiën, infrastructuur, sociaal beleid, educatie en nader te definiëren projecten. De Raad van Afgevaardigden is verantwoordelijk voor het begeleiden van de uitvoeringsactiviteiten met behulp van het Pro Tempore Presidium en het Algemeen Secretariaat. Ten behoeve van een adequate coördinatie, moet de Raad van Afgevaardigden de standpunten kennen en breedvoerig bestuderen ter ondersteuning van UNASUR in haar relatie met derden.

ARTIKEL 16 FINANCIERING De Raad van Afgevaardigden zal de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, een voorstel van de ontwerp jaarbegroting voor het functioneren van het Algemeen Secretariaat ter overweging en goedkeuring voorleggen. De financiering van de reguliere begroting voor het functioneren van het Algemeen Secretariaat zal gebaseerd zijn op gedifferentieerde contributie quota’s voor de Lidlanden en zal door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken worden bepaald, aan de hand van het voorstel van de Raad van Afgevaardigden en met in achtneming van de economische capaciteit van de Lidstaten, gedeelde verantwoordelijkheid en het principe van billijkheid.

ARTIKEL 17 PARLEMENT Het creëren van een Zuidamerikaans parlement, met als zetel Cochabamba, Bolivia, zal het onderwerp zijn van een Additioneel Protocol behorend bij dit Verdrag.

ARTIKEL 18 CIVIELE PARTICIPATIE

11 De ongelimiteerde civiele participatie in het proces van integratie en de Zuidamerikaanse éénwording zal worden bevorderd door middel van dialoog en interactie op een brede, democratische, transparante, veelzijdige, gedivercificeerde en onafhankelijke wijze met de verschillende actoren uit de gemeenschap, vestigend effectieve informatie kanalen, consultatie, supervisie en continuiteit in de verschillende instanties van UNASUR. De Lidlanden en de UNASUR organen zullen innovatieve interactie mechanismen en ruimte ontwikkelen die de discussie van verschillende onderwerpen stimuleren en garanderen dat de ingediende voorstellen van civiele zijde in adequate overweging worden genomen en hierop wordt gereageerd.

ARTIKEL 19 GEASSOCIEERDE STATEN De overige Latijnsamerikaanse en Caribische Staten welke een verzoek indienen loor deelname als geassocieerd lidland van UNASUR, kunnen worden toegelaten met de goedkeuring van de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders. De rechten en plichten van de Geassocieerde Staten zullen door de Raad van Ministres van Buitenlandse Zaken worden gereguleerd.

ARTIKEL 20 TOELATING VAN NIEUWE LEDEN Vijf jaar na de in werkingtreding van dit huidig Verdrag en met inachtneming van het doel van versterking van de Latijns Amerikaanse en Caribische eenheid, zal de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders de aanvragen voor toetreding door de Geassocieerde Leden, die deze status vier jaar hebben, in overweging kunnen nemen. Dit op basis van een consensuele aanbeveling door de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken. De respectieve protocollen van toetreding zullen dertig (30) dagen na ratificatie door alle lidstaten en de toegetreden Staat van kracht zijn.

ARTIKEL 21 OPLOSSEN VAN GESCHILLEN De geschillen die er tussen de lidstaten kunnen ontstaan betreffende de interpretatie en implementatie van dit Oprichtingsverdrag zullen door middel van directe onderhandelingen worden opgelost.

12 In geval er geen oplossing door middel van directe onderhandeling is bereikt, zullen de betrokken Lidstaten het dispuut voorleggen aan de Raad van Afgevaardigden, die binnen 60 dagen na ontvangst, pertinente aanbevelingen voor een oplossing zullen doen. In geval er géén oplossing wordt bereikt, zal dit orgaan het dispuut voorleggen aan de Raad van Ministers van Buitenlandse Zaken, voor overweging in hun volgende vergadering.

ARTIKEL 22 PRIVILEGES EN IMMUNITEITEN Op het grondgebied van elk der Lidstaten zal UNASUR de nodige privileges en immuniteiten genieten, welke nodig zijn voor het bereiken van zijn doelstellingen. De vertegenwoordigers van UNASUR en de internationale functionarissen van UNASUR zullen eveneens van de privileges en immuniteiten genieten welke nodig zijn om hun werkzaamheden, in relatie tot dit Verdrag, onafhankelijk uit te voeren UNASUR zal met de Republiek Ecuador de gebruikelijke “Zetel Overeenkomst” sluiten waarin de specifieke privileges en immuniteiten zullen worden vastgesteld.

ARTIKEL 23 TALEN De officiële talen van de Unie van Zuidamerikaanse Staten zijn: Spaans, Engels, Portugees en Nederlands.

ARTIKEL 24 GELDIGHEIDSDUUR EN OPZEGGING Dit Verdrag heeft een onbeperkte geldigheidsduur. Het kan door elk Lidland opgezegd worden door middel van een schriftelijke notificatie aan de Depositaris, die de opzegging zal doorgeleiden naar de overige Lidlanden. De opzegging zal zes maanden (6) na ontvangst van de bekendmaking door de Depositaris, van kracht zijn. De bekendmaking van opzegging zal de Lidstaat niet ontheffen van de verplichting om de verschuldigde gewone contributie te betalen.

ARTIKEL 25 AMENDEMENTEN

Elke Lidland kan suggesties doen voor amendementen van dit Oprichtingsverdrag. De wijzigingsvoorstellen zullen worden doorgeleid naar

13

het Algemeen Secretariaat, dat de andere Lidlanden zal informeren voor overweging binnen de organen van UNASUR. Wijzigingsvoorstellen goedgekeurd door de Raad van Staatshoofden en Regeringsleiders zullen middels de in artikel 26 opgenomen procedure kracht van werking krijgen.

ARTIKEL 26 INWERKING TREDING Het huidig Oprichtingsverdrag van de Unie van Zuidamerikaanse Naties zal dertig dagen na ontvangst van het negende (9e) ratificatie - instrument in werking treden. De instrumenten van ratificatie zullen worden gedeponeerd bij de Regering van de Republiek Ecuador, welke de datum van deponeren zal berichten aan de overige Staten, alsmede de datum van in werking treden van dit Verdrag van Oprichting. Voor de Staat welke het Verdrag van Oprichting ratificeert nadat het negende instrument van ratificatie is gedeponeerd, zal het Verdrag dertig (30) dagen na de datum waarop deze lidstaat zijn instrument van ratificatie heeft gedeponeerd, inwerking treden.

ARTIKEL 27 REGISTRATIE Dit Oprichtingsverdrag en zijn amendementen zullen bij het Secretariaat van de Verenigde Naties worden geregistreerd. OVERGANGS ARTIKEL De Partijen gaan akkoord met het instellen van een Speciale Commissie, gecoördineerd door de Raad van Afgevaardigden en samengesteld uit vertegenwoordigers van de Nationale, Regionale en Subregionale Parlementen, met als doel het voorbereiden van een voorstel voor een Additioneel Protocol welke ter overweging aangeboden zal worden op de IV Vergadering van Staatshoofden en Regeringsleiders. Deze Commissie zal in de stad Cochabamba bijeenkomen. Dit Additioneel Protocol zal de compositie, bevoegdheden en het functioneren van het Zuidamerikaans Parlement vaststellen. Opgemaakt in de stad Brasilia, Brazilië, op de drieëntwintigste dag van de maand mei van het jaar twee duizend en acht, in originele exemplaren in de Spaanse, Portugese, Nederlandse en Engelse taal, waarbij de vier teksten gelijkluidend authentiek zijn.

 

 

Geen opmerkingen: