maandag 27 februari 2012

Druk op UNESCO om 'dictatorprijs' te schrappen

Mensenrechtenorganisaties die zich toeleggen op het uitroeien van corruptie voeren deze week de druk op de UNESCO op. In Parijs komt het uitvoerend comité, het hoogste beslissingsorgaan van de VN-organisatie, in vergadering bijeen. Op de agenda staat o.a. de zeer omstreden 'Obiang Nguema Mbasogo International Prize for Research in the Life Sciences'.

Teodore Obiang Nguema Mbasogo, president van Equatoriaal-Guinea, spreekt de VN toe

Op het hoofdkwartier in Parijs van de VN-organisatie voor Onderwijs, Wetenschap en Cultuur is nog tot 21 oktober het uitvoerend comité in vergadering bijeen. De Obiang Nguema Mbasogo International Prize for Research in the Life Sciences, is genoemd naar en gefinancieerd door de dictator van Equatoriaal-Guinea, een olierijk land in de Golf van Guinee.
De mensenrechtenorganisaties vinden het schandalig dat de UNESCO een internationale wetenschappelijke prijs zou instellen die wordt gefinancieerd door een dictatoriale president die erom bekend staat dat hij op grote schaal corruptie heeft georganiseerd in zijn olierijke land, terwijl de bevolking in bittere armoede leeft.

Ter bevordering van wetenschappelijk onderzoek ...

De prijs die officieel moet dienen 'ter bevordering van het wetenschappelijk onderzoek over het leven' werd in 2008 door president Obiang gecreëerd met geld uit de olie-inkomsten van Equatoriaal-Guinea. Al van bij de aanvang was er veel kritiek op de prijs, vooral vanuit Afrikaanse mensenrechtenorganisaties.
Na een protestbrief van de UNCAC Coalition, een wereldwijd samenwerkingsverband van meer dan 200 organisaties die corruptie bestrijden, gericht aan VN-secretaris-generaal Ban Ki-moon en UNESCO-directeur Irina Bokova, heeft de UNESCO in juni de instelling van de omstreden prijs al 'tijdelijk ongeschort'.
Dat was al een eerste overwinning van de civiele samenleving, maar de organisaties eisen nu de volledige schrapping van deze prijs. De vergadering van uitvoerend comité in Parijs lijkt hen daartoe het geschikte moment.

Dertig jaar met ijzeren hand

Equatoriaal-Guinea is een kleine staat in Centraal-Afrika dat als enige land in de regio ooit Spaans koloniaal bezit was. Sinds er op grote schaal olie werd ontdekt, vloeien de oliedollars vooral in de richting van een kleine groep rond dictator Teodoro Obiang Nguema Mbasogo, die al meer dan 30 jaar zijn land met ijzeren hand regeert.
Het regime van Obiang heeft een zeer slechte reputatie inzake schendingen van mensenrechten en inperking van de vrijheid van meningsuiting. Niemand weet precies wat er met de oliedollars gebeurt, alleszins worden ze niet gebruikt voor de algemene ontwikkeling van het land.
De grote meerderheid van de bevolking leeft beneden de armoedegrens, heeft geen toegang tot behoorlijk onderwijs en informatie en profiteert zeker niet van het zware goud. Gerechtelijk onderzoek naar het fortuin van de Obiang-familie in Spanje, Frankrijk en de VS bracht al ettelijke keren grootschalige corruptie aan het licht waarbij ook internationale oliebedrijven en banken waren betrokken. 

Slechte reputatie

Volgens Transparency International, een NGO die zich toelegt op de strijd tegen corruptie en voor meer transparantie in de internationale transacties, staat Equatoriaal-Guinea op de 12de plaats in de lijst van meest corrupte landen. In de jaarrapporten van Amnesty International en Human Rights Watch staat het land steevast vermeld vanwege grove schendingen van mensenrechten en het fundamentele gebrek aan meningsvrijheid.
Tutu Alicante, voorzitter van EG Justice, een organisatie die zich inzet voor democratische veranderingen in Equatoriaal-Guinea, vindt dat het niet kan dat de UNESCO een prijs zou instellen "met geld dat op illegale wijze werd ontvreemd van de bevolking door een dictator tot meerdere eer en glorie van zichzelf".
"Dit gaat flagrant in tegen alle doelstellingen en waarden van de UNESCO", vindt hij. "Het oliegeld van Equatoriaal-Guinea zou in de eerste plaats moeten dienen om de bevolking van dit land een beter leven te kunnen garanderen."
EG Justice krijgt daarbij steun van diverse mensenrechtenorganisaties, onder meer Asociación Pro Derechos Humanos de España, het Center for Economic and Social Rights, Freedom House, Global Witness, Human Rights Watch en Open Society Justice Initiative.

Sluitende richtlijnen voor VN-prijzen

Om dit soort misbruiken van UNESCO-prijzen in de toekomst te vermijden, vinden de mensenrechtenorganisaties dat er dringend sluitende en transparante richtlijnen moeten komen waaraan prijzen moeten voldoen alvorens een VN-label te krijgen.
De fondsen voor zulke prijzen moeten in volledige overeenstemming zijn met de internationale standaarden inzake mensenrechten, strijd tegen corruptie, witwassen van misdaadgeld en bevordering van de VN-Millenniumdoelstellingen.
De verwachting is dat het uitvoerend comité van UNESCO niet anders zal kunnen dan de Obiang-prijs helemaal te schrappen. Waarschijnlijk gebeurt dat in alle stilte om geen diplomatieke rel te veroorzaken.

 

 

Geen opmerkingen: