vrijdag 17 februari 2012

 

MOTIE CAROLINABRUG

 

Ondergetekenden,

R.Randjietsingh, G. Castelen, Ch. Santhoki, R.Venetiaan, A. Gajadien, R.Wijdenbosch, L.Soerdjan, G. Kandhai, M. Rathipal, M.Jogi, S. Girjasing, P.Kensenhuis

 

allen leden van De Nationale Assemblee, hebben de eer krachtens artikel 39 van het Reglement van Orde, de navolgende motie aan De Nationale Assemblee ter goedkeuring voor te leggen,

Paramaribo, 17 februari 2012.

De Nationale Assemblee,

Overwegende, 

-      dat de Minister van Openbare Werken c.q. Regering op 8 juli 2011 een aannemingsovereenkomst heeft gesloten voor de bouw van een brug over de Surinamerivier nabij Carolina met de aannemer Ballast Nedam voor een bedrag van 32.035.873,- euro’s;

-      dat conform de mededeling van de President de Minister van Openbare Werken de Staat gebonden heeft aan deze financiële verplichting zonder de voorgeschreven afwijkingsresolutie van de President;

-      dat de gedegen voorbereiding van deze overeenkomst onder verantwoordelijkheid van de Ministers van Openbare Werken en van Financiën is geschiedt;

-      dat deze met Ballast Nedam gesloten overeenkomst de goedkeuring heeft gehad van de Vice President en van de President van de Republiek Suriname;

-      dat ingevolge deze overeenkomst er een mogelijkheid voor de Regering was, voor beëindiging van deze overeenkomst, in welk geval de aannemer geen andere claim zou hebben op de Staat Suriname dan een bedrag van 592.780,- euro’s;

-      dat de Minister van Openbare Werken, deze mogelijkheid onbenut heeft gelaten door de datum van 1 augustus 2011 voorbij te laten gaan, om 11 dagen daarna en wel op12 augustus 2011, deze overeenkomst op te zeggen, met als gevolg een schadeclaim van 3.555.780,- euro’s;

 

 

-      dat deze schadevergoedingseis van Ballast Nedam, door de Minister van Openbare Werken c.q. door de Regering in eerste instantie is geaccepteerd en wel zonder enig protest c.q. enige onderhandeling;

-      dat het verder opvalt, dat het Raadsvoorstel van de Minister van Openbare Werken gedateerd 17 oktober 2011 met betrekking tot deze zwaarwichtige zaak met ernstige financiële gevolgen voor het land, reeds de volgende dag en wel op 18 oktober 2011 is goedgekeurd door de totale Raad van Ministers;

-      dat uit de resolutie no. 11.330/11 blijkt dat de Regering in eerste instantie geen enkele moeite heeft genomen om te onderhandelen met de aannemer, integendeel wordt gepleit in het voordeel van de aannemer door een snelle afwikkeling van de claim enkel en alleen, omdat de aannemer zou aandringen op het betalen van de door hem opgeëiste schade;

-      dat voorts uit de correspondentie blijkt voorts dat Ballast Nedam de vaststellingsovereenkomst voor de afwikkeling van de claim zelf heeft opgesteld en niet de Regering van de Republiek Suriname, welke nu conform de mededeling van de President is stopgezet;

-      dat echter blijkt, dat de Regering, wel uitvoering geeft aan deze vaststellingsovereenkomst met uitsluiting van het betalen van de compensatie;

-      dat de President hierdoor terug komt op zijn besluit om een openbare aanbesteding te houden en overgaat tot het onderhandelen met Ballast Nedam voor de uitvoering van dit werk;

-      dat deze handelingen van de Minister van de Openbare Werken het land enorm veel materiële en immateriële schade hebben berokkend;

-      dat de onderhavige kwestie niet op zichzelf staat, maar past in een structurele aanéénschakeling van financiële en administratieve schandalen op het Ministerie van Openbare Werken, sedert het aantreden van deze Minister.

Besluit:

-      De Regering op te roepen om een openbare aanbesteding te houden voor de uitvoering van de brug over de Surinamerivier nabij Carolina, zoals aangekondigd door de President, en waardoor verwachtingen zijn gewekt bij nationale en internationale ondernemers.

-      De President op te roepen de Minister van Openbare Werken te sommeren zijn portefeuille ter beschikking te stellen van de President.

en gaat over tot de orde van de dag.

 

Geen opmerkingen: