zaterdag 21 mei 2011

Staat ons onderwijs in voldoende mate in dienst van nationale ontwikkeling?

19/05/2011

Het onderwijsbeleid wordt geacht afgeleid te zijn van een nationale ontwikkelingsconceptie. In grote lijnen heeft het te maken met de plaats die wij wensen in te nemen als natie in de wereld en de strategie die wij hanteren. Daarbij moeten er keuzen gemaakt worden met betrekking tot de inzet van onze natuurlijke hulpbronnen, maar zeker ook dient prominent tot uitdrukking gebracht te worden: de ontwikkeling van de menselijke hulpbronnen.


Het menselijk kapitaal is van onschatbare waarde voor de ontwikkeling van ons land. De mens is het grootste ontwikkelingspotentieel van een land. Deze benadering staat niet op zichzelf, maar is ontleend aan de harde realiteit: de praktijk. De rijke, geïndustrialiseerde landen hebben heel nauwgezet en behoedzaam geïnvesteerd in het opleiden van eigen kader om zodoende de noodzakelijke kennis en vaardigheden systematisch en continu te ontwikkelen. Deze strategie draagt er zorg voor, dat er effectief en efficiënt ingespeeld wordt op de nieuwe uitdagingen die de hedendaagse maatschappij vraagt met behoud en zelfs vergroting van welvaart en welzijn.
Daarbij wordt in de wereldpolitiek niet er voor geschroomd om voordeel te halen, zelfs ten koste van minderbedeelde landen en landen met relatief veel natuurlijke hulpbronnen, maar zwak ontwikkelde instituties en beperkte knowhow. Het ontwikkelen van het kader in dergelijke rijke landen is vooral gericht op het handhaven van dominante posities en het optimaal profiteren van de gecreëerde ongelijkheden. De wereldhandel is hiervan een goed voorbeeld en duldt geen kleine, onbeduidende spelers op de markt. Kapitaal, zware competitie, professionaliteit, topmarketing en netwerken zijn de bepalende factoren.


De productie en verwerking van kaolien is een nieuwe potentiële industrie in Suriname.-.

Ontwikkeling
De ontwikkeling van de Surinaamse mens is voor een belangrijk deel toevertrouwd aan het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling. Dit ministerie staat voor de verantwoordelijke en immense taak om leiding te geven aan dit proces middels stringent beleid en nauwgezette uitvoering.
Daarvoor beschikt het ministerie over werkarmen, middelen en faciliteiten. Onderwijs staat in dienst van nationale ontwikkeling en als zodanig dient er dus planmatig geïnvesteerd te worden in het onderwijs. Er wordt daarom reikhalzend uitgekeken naar een Meerjaren Ontwikkelings Plan (MOP) van de Regering Bouterse /Ameerali en welke bijzondere reserveringen hiervoor gepleegd zijn. Er is wel degelijk een onderwijsplan, maar in hoeverre is het afgestemd op een ontwikkelingsstrategie voor ons land? Indien eenmaal de ontwikkelingsrichting expliciet is geformuleerd zou het onderwijs moeten zorg dragen voor het specifiek ontwikkelingskader. Hoeveel chemisch technologen hebben wij nodig binnen 10 jaar; Hoeveel civiel technici, hoeveel economen, hoeveel…etc. Op welke gebieden willen wij excelleren: sport, agrarisch, mijnbouwkundig, informatie technologie? Welke incentives zijn er voor bepaalde beroepen?
Het is verwachtbaar dat in de komende decennia de verdiensten van de natuurlijke hulpbronnen zullen toenemen. Diversificatie van de mijnbouwsector (goud, olie, bauxiet, steenslag, kaolien etc.) als grootste deviezenverdiener zal moeten worden voortgezet. Eigen Surinaams kader zal moeten worden ontwikkeld in deze branche om op serieuze wijze te participeren in de verwerkingsprocessen en zelfs op managementniveau.
Bovendien zal hierdoor de deskundigheid vergroot worden en dat kan bovendien zeer bruikbaar zijn bij onderhandelingssessies met multinationals. De universiteit van Suriname kan een dankbare taak volbrengen in verband met het opleiden van academisch geschoolden in diverse branches volgens onze ontwikkelingsconceptie. Verheugend is het, dat er een master opleiding ‘Petroleum Geologie’ op Adek onlangs van start is gegaan, die ontegenzeggelijk voldoet in een dringende behoefte.

Nieuwe industrieën
Het is prijzenswaardig en het vervult ons met gepaste trots dat jonge Surinaamse ondernemers zich met veel passie gestort hebben in de kaolienproductie. Het getuigt van gedurfd ondernemerschap, kennis en daadkracht om de onderneming Moengo Minerals in het district Marowijne uit de grond te stampen. Moengo Minerals biedt werkgelegenheid ook aan de lokale bevolking en heeft genoeg potentieel om een bijzondere bijdrage te leveren aan het bruto binnenlands product (bbp). Er zal een geheel nieuwe industrie worden ontwikkeld, waarbij kaolien tot hoogwaardig metakaolien wordt verwerkt en toepassingen heeft in de bouw (betonsteen, tegellijmen, pleistermix). Er zullen daarnaast ook speciale producten geleverd worden voor de aanleg van wegen, afwateringbuizen, bruggen, aardolieputten. Verder dient het kaolien ook als grondstof voor verf, papier, inkt, cosmeticaproducten.
Ongekende ontwikkelingspotenties liggen ook in het toerisme, agrarische sector, ICT en outsourcingsbranche. De bosbouwsector, de natuur en de ongelooflijke biodiversiteit waarmee Suriname is gezegend, verschaft ruime ontwikkelingsmogelijkheden, maar legt ons ook verplichtingen op. Duurzaam bosbeheer zorgt voor renewable resources (herwinbare hulpbronnen) en hiermede kunnen wij de houtproductie en de verwerkingsindustrie gaande houden. Hoe sterk zijn de instituten die erop toezien dat er verantwoord houtkap plaatsvindt? Wie zorgt voor technologisch onderzoek dat economisch minder interessant geacht hout- en bosproducten wel de toegevoegde waarde geeft waardoor het commercieel interessant wordt.
Daarvoor is visie, onderzoek en opleiding (onderwijs) nodig. Potenties moeten ontluiken en tot ontwikkeling komen door gestructureerd beleid, anders zullen het slechts potenties blijven. Evenzeer van belang is het benutten van de vele vormen van (eco)- toerisme en recreatie, mits professioneel en planmatig aangepakt. Dit is een bron van blijvende inkomsten.
De agrarische sector neemt in betekenis toe, in een wereld geteisterd door de gevolgen van klimaatsverandering en natuurrampen. De wereldbevolking neemt zienderogen toe en Suriname zal garant moeten staan voor voedselveiligheid en voedselzekerheid voor land en volk. Daarmee mogen wij echter niet volstaan. Een agrarisch bestemmingplan als uitvloeisel van een gedegen ruimtelijk ordeningsplan is dringend vereist. Onze vruchtbare gronden zullen met veel zorg aangewend moeten worden voor efficiënte agrarische productie en afzet in de wereld. Daarvoor is er bewustwording, kennis en onderzoek nodig. Geen geklaag en gejammer: er zijn genoeg ontwikkelingskansen.

Kwaliteit van het leven
De Surinaamse burger smacht naar een verstandig samenhangend beleid waardoor iedere Surinamer op waardige wijze in eigen levensonderhoud kan voorzien. Het volk kijkt reikhalzend uit naar maatregelen waarbij de kwaliteit van het bestaan, gegeven de vele mogelijkheden, aanzienlijk kan worden verhoogd. De regering zal een antwoord moeten vinden om de vermindering van de koopkracht (verarming) een halt toe te roepen en de verdiencapaciteit te vergroten. Het bedrijfsleven, de belangrijke aanjager van de economie, zal de incentives (stimuleringsmaatregelen) moeten krijgen om de zo noodzakelijke investeringen te plegen. De inflatie is gestegen naar 18,3 procent in februari 2011, terwijl zulks in 2009 nog maar 2,3 procent bedroeg. (bron: De Surinaamsche Bank ) Deze verontrustende cijfers moeten een extra aansporing zijn om het roer om te gooien en met vereende krachten te werken aan de opbouw van ons land.
Wij moeten heel bewust kiezen voor de verdere ontwikkeling in strategische deviezen genererende sectoren en het onderwijs daarop afstemmen. Maar wij moeten ook binnen het onderwijs het vormingsaspect (de immateriële rol) niet verwaarlozen en tevens voldoende gelegenheid bieden aan creatieve geesten om nieuwe wegen in te slaan en onbeproefde methoden te exploreren. Mensen staan aan de basis van ontwikkeling. Onderwijs staat in dienst van Nationale ontwikkeling.-.

Ivan Fernald
e-mail: ivanfernald@hotmail.com

Geen opmerkingen: