maandag 7 februari 2011

Onderwijsverniewing: Veel onbegrip over de elfjarige basisschool

Het onderwijssysteem van Suriname heeft enkele decennia geleden wel degelijk voldaan aan de verwachtingen en zelfs internationale bekendheid  verworven. Aansluiting op gerenommeerde onderwijsinstituten in het buitenland, was voor hier opgeleide leerlingen hoegenaamd geen probleem. Afgestudeerden van de AMS, maar ook van onze SKS (Surinaamse Kweekschool/API) hebben succesvol, zonder noemenswaardige problemen hun weg gevonden naar vervolgopleidingen in Nederland, maar ook in landen in de regio. De kennisinhouden, het curriculum, waren afgestemd op de toenmalige eisen die de maatschappij stelde. De instructie methoden waren ook gericht op de instelling(mentaliteit) van de leerlingen. 
De maatschappij verandert en daarbij past de mens zich aan. 

Anno 2011 zijn mede als gevolg van globaliserende inzichten, de voortschrijdende technologie, maar ook de nieuwe uitdagingen die de wereld aan ons oplegt, de onderwijs inhouden en didactische werkvormen aan revisie toe. Het onderwijs staat in dienst van nationale ontwikkeling en het is van het allergrootste belang om planmatig te investeren in het onderwijs. Daardoor is er sprake van constante aanwas van jong kader dat over voldoende relevante kennis en vaardigheden beschikt om zichzelf ten volle te ontplooien en in een breed beroepenveld een bijdrage te leveren aan de welvaart en welzijn in dit land.

Verspilling
Indien wij de cijfers, data en onderwijsindicatoren (Afdeling Planning, Minov) bekijken en op zijn merites beschouwen, geeft zulks redenen tot ernstige bezorgdheid. Niet alleen is het curriculum aanzienlijk verouderd en de didactische werkvormen/instructiemethoden minder doeltreffend maar er is voorts sprake van een grove inefficiëntie van ons onderwijs. Het rendement is bijzonder laag, hoge drop-outs rates (uitvalpercentages), hoog aantal zittenblijvers, lage slaagpercentages; kortom een aanzienlijke verspilling van ons jong potentieel, financiën en tijd. 

Daarbij komt nog dat leerlingen op jonge leeftijd geconfronteerd worden met falen (blijven zitten) en een negatief zelfbeeld kunnen ontwikkelen. De weinig florissante gegevens en slechte resultaten hebben geleid tot ontevredenheidsbetuigingen vanuit bijkans alle hoeken van onze samenleving. Beleidsmakers hebben hierop ingespeeld en het ministerie van onderwijs en volksontwikkeling (minov) heeft, na studie en consultaties van het veld( stakeholders), een conceptmodel van onderwijshervormingen in gereedheid gebracht: namelijk De elfjarige basisschool.

Onderwijshervorming
In dit verband kunnen er een aantal vragen gesteld worden: 
De belangrijkste vraag is echter of de voorgestelde vernieuwing daadwerkelijk de geconstateerde manco's, effectief en duurzaam zal opheffen. Welke garanties kunnen verschaft worden dat de vernieuwing/hervorming het beoogd effect zal sorteren. Hierover moet er duidelijkheid en eenduidigheid zijn. Het minov heeft een lang traject van studie en voorbereiding achter de rug en het is daarom zo opmerkelijk dat delen van het onderwijsveld, het maatschappelijk middenveld maar zelfs sommige politici niet voldoende overtuigd zijn van de doorvoering van dit programma , waardoor het draagvlak en de zo noodzakelijke ondersteuning uitblijft. 

Er is nogal wat te doen geweest over de elfjarige basisschool. In elk geval kan geconstateerd worden  dat er – vele inspanningen ten spijt – nog veel onduidelijkheid en onbegrip hierover bestaat bij grote lagen van de samenleving. Onbekend maakt onbemind. Er zijn nogal wat terechte en onterechte kritieken geuit. Het varieert van een sceptische afwachtende houding, ongeloof tot ongezouten kritiek en bittere verwijten. De heer drs Julian With heeft hierover geschreven en spreekt zelfs van vernietiging en een dreigende catastrofe bij de invoering.

In aanmerking moet worden genomen, dat er behoorlijke invloed kan uitgaan van  mensen die een dergelijk oordeel vellen , terwijl het minov niet bij machte schijnt te zijn om zijn product: de elfjarige basisschool op een heldere, begrijpelijke manier te verkopen. De gewone burger kan er geen touw aan vastknopen en raakt  in grote verwarring. Het is daarom moeilijk te vatten dat na jaren voorbereiding en feitelijke uitvoering van een pilotproject onderbouw van de elfjarige basisschool, thans (volgens een  krantenbericht van zaterdag  29 januari 2011) minov zich bezint over een mogelijke 10- of 9-jarige structuur. Deze inconsistentie en weifelende houding leidt bepaald niet tot  maatschappelijk vertrouwen maar boezemt de ouders en leerlingen slechts onzekerheid in.

Ik heb niet de pretentie om in vogelvlucht middels slechts 1 artikel het concept van de elfjarige basisschool uit te rafelen. Het is ook niet mijn taak om voorlichting te verschaffen over dit plan. Daarvoor mis ik de formele autoriteit  Ik wens wel de essentie te benadrukken en kritische opmerkingen te plaatsen (maar ook aanbevelingen te doen), waardoor er meer inzicht in de materie kan ontstaan bij de lezer. Bovendien kunnen reakties op mijn artikel ook voor mij aanleiding zijn tot verdere diepgaande bezinning . Welke zijn de uitgangspunten waarop de elfjarige school is gebaseerd.

Wat is de essentie?
1. Het GLO (Gewoon Lager Onderwijs) voldoet niet meer als minimaal niveau ,basisvorming,voor intrede in de samenleving. De vraag is: Wat heeft een  persoon minimaal nodig aan ontwikkeling en instrumentarium (kennis, vaardigheden) om in redelijke mate succesvol zijn of haar weg te vinden in de maatschappij. De basisvorming moet volgens deskundigen  opgetrokken worden met minimaal 3 jaren. In de voorgestelde structuur van de elfjarige basisschool wordt er een naadloze optopping voorgesteld met nog 3 jaren (eenvoudig, populair gezegd tot 3e klas VOJ) 
2. De vernieuwing basisonderwijs heeft 3 aspecten:
a). De externe educatieve structuur. De onderwijsstructuur wordt gewijzigd door uitbreiding van het lager onderwijs met 3 jaren waardoor het VOJ onderwijs daarin wordt opgenomen/geïntegreerd. In de nieuwe structuur is als onderbouw ook opgenomen wat wij nu kennen als de kleuterschool voor 4- en 5-jarigen.

 b). De inhoudelijke inrichting van het onderwijs. Er komt een kern curriculum voor alle kinderen van 4-15 jaar . Dit veronderstelt een vloeiende overgang van kleuters naar glo en van glo naar VOJ. De selectie toets in de 6e klas van de lagere school komt te vervallen. In plaats daarvan komt er een zogenaamde. psycho- diagnostische toets. Deze toets moet de manco's en achterstanden bloot leggen en is dus niet meer bepalend voor het selecteren wie geslaagd is voor het vervolgonderwijs. De nieuwe toets ontdekt de probleemgebieden bij leerlingen zodat er gerichte bijsturing kan plaatsvinden. De uitbreiding van 3 jaren na de lagere school wordt genoemd de bovenbouw van de elfjarige basisschool. Alle leerlingen krijgen dezelfde leerinhouden (curriculum ) en dezelfde vakken. Er is gekozen voor een breed algemeen vormend pakket (AVO) voor alle leerlingen. Daarin zijn de bekende traditionele vakken opgenomen zoals: de talen, rekenen, wiskunde, natuur- en scheikunde, lichamelijke opvoeding, biologie, geschiedenis, aardrijkskunde. De nieuwe vakken zijn: informatica, milieukunde, kunst en cultuur, maar ook basic life skills .
 c).Het derde aspect van verandering is de hervorming van de administratieve structuur. Het bestuursapparaat (minov ) is te log en de zaken moeten efficiënter gebeuren. Het aantal onderdirectoraten zou volgens ingewijden ook verminderd moeten worden. 
3. De elfjarige basisschool vervangt de huidige structuur van 2 jaar kleuter onderwijs, 6 jaren lagere school en wordt aangevuld met 3 jaren. Het VOJ onderwijs verdeeld in Mulo, lbgo, LTO, Nijverheidsonderwijs etc. behoort tot het verleden. Na de elfjarige basisschool voltooid te hebben kunnen de leerlingen rechtstreeks naar het middelbaar onderwijs. Zij worden toegelaten indien geslaagd zijn voor het toelatingsexamen VOS nieuwe stijl. (Voortgezet Onderwijs Senioren)
 Hoe wordt het hervormingsprogramma gefinancierd
In het jaar 2000 hebben de regeringen van Suriname en Nederland besloten de verdragsmiddelen sectoraal te besteden en niet meer te kiezen voor de projectmatige benadering. De onderwijssector behoorde tot één van de 5 geïdentificeerde sectoren. Er moest dus een sectorplan worden opgesteld met een financieringsbehoefte. Voor de vernieuwing van het basisonderwijs (z.g. Beip Programma) is er 14 miljoen US dollar uitgetrokken, waarvan er een lening van 12,5 miljoen US dollar met IDB is overeengekomen en het resterend bedrag 1.5 miljoen US dollar brengt de staat zelf op (bron: sectorplan Onderwijs). De hervormingen van het basisonderwijs behelzen 4 componenten:
a. Renovatie van basisscholen  en minov infrastructuur
b. Versterking van het schoolmanagement: 
c. Modernisering en versterking van het minov en het schoolsysteem
d. Curriculum ontwikkeling en kwaliteitsverbetering
Kanttekeningen en kritische vragen
Er zijn in ons huidige structuur van VOJ, altijd leerlingen die vanwege persoonlijke interesse, vaardigheden, beperkingen niet in staat of bereid zijn een voortgezette avo opleiding te volgen. De mogelijkheid van beroepsopleidingen op lager niveau wordt in het nieuw systeem te niet gedaan. 

Zal dit  bij deze categorie niet juist  de drop-out rate  doen toenemen.?
1. De toets in de 6e klas heeft inderdaad een te vroege, gedwongen verwijzing  op twijfelachtige gronden waaruit de leerling zelden uit stroomt. De toets is wel een krachtige aanleiding geweest voor leerkrachten en leerlingen om zich optimaal te richten op de onderwerpen waarop de toets betrekking had. De meeste mensen hebben een concreet doel nodig en een stok achter de deur, waardoor met inzet van alle krachten naar het beoogde doel wordt gewerkt. Deze extra stimulus valt weg en hoe wordt dit opgevangen. 
2. Zal de elfjarige basisschool de sociale ongelijkheid wegmaken cq verminderen. Er is een bijzonder groot verschil tussen de resultaten van de zwakst presterende leerlingen en de best presterende leerlingen. Is er genoeg oog voor  differentiering, optimale talentontwikkeling en de belangstellingswereld. Dit geldt zowel voor de minder presterende leerlingen als de uitblinkers. Leerlingen met sterke leerprestaties hebben ongetwijfeld behoefte aan extra uitdagingen in een leerrijke omgeving om gemotiveerd te blijven en zich ten volle te kunnen ontplooien. De leerlingen die achter dreigen te raken zullen meer behoefte hebben aan begeleiding en remedial teaching (hiaten wegwerken bv). Is hierin voorzien in de nieuwe structuur?. 
4. Op welke wijze kunnen wij garanderen dat de kwaliteit gehandhaafd of zelfs significant wordt verbeterd. Op welke wijze zal de ongekwalificeerde uitstroom (schoolverlaters zonder diploma) worden teruggedrongen.
5. Zal de leerling zich beter thuis voelen op de nieuwe basisschool dat wil zeggen, een kindvriendelijke bejegening ontvangen en zich geborgen voelen.
6. Onderwijshervorming zonder aanzienlijke capaciteitsversterking van het minov, als monitorende en sturende factor zal niet  gemakkelijk tot het gewenste resultaat leiden.. De projectcoördinator BEIP heeft voldoende deskundigheid en bijzondere toewijding getoond. Het is echter noodzakelijk dat het minov er in slaagt om zich intern te versterken en substantiele ondersteuning te bieden aan het proces.
7. Bij de uitvoering van het sectorplan zijn er  te weinig resultaten zichtbaar. Hierbij wordt o.a. gedacht aan het beter zichtbaar maken van curriculum ontwikkeling, trainingen van leerkrachten en schoolleiders.  
8. De ownership en ondersteuning voor de elfjarige basisschool is, mede als gevolg van uiteenlopende  berichtgeving en uitlatingen, beslist onvoldoende. Het draagvlak moet aanzienlijk vergroot worden. Strategische en doeltreffende voorlichting kan hiertoe een belangrijke bijdrage leveren. Er wordt mijn insziens te veel nadruk gelegd op de externe structuur die de verandering met zich meebrengt. Dit gaat ten koste van de inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs. De meest wezenlijke hervorming vindt immers plaats in de inhoudelijke verandering. 

Daartoe kunnen gerekend worden: curriculum verandering, nieuwe leerstijlen, didactische werkvormen en een leerling-vriendelijke kansrijke leeromgeving. Inspanningen en voorlichting met betrekking tot de inhoudelijke veranderingen in het kader van de elfjarige basisschool moeten worden opgevoerd. 

Suriname heeft zich gecommitteerd aan de doelen geformuleerd op het World Education Forum gehouden in Dakar 2000, de World Declaration on Education For All en de Caribbean Education Strategy. De  internationale trend is dat basisonderwijs verruimd wordt. Het is natuurlijk een goede zaak (en het valt zelfs toe te juichen) dat de huidige ontwikkelingen op onderwijsgebied kritisch gevolgd worden en de noodzakelijke aanpassingen gepleegd worden. 

Onderwijs is te fundamenteel en de leerling te kostbaar om er niet verantwoord mee om te gaan. De programma's moeten inderdaad getoetst worden op functionaliteit, doeltreffendheid, efficiëntie en praktische uitvoerbaarheid. Wij willen geen oude wijn in nieuwe zakken. Anderzijds mogen wij niet verzanden in oeverloze discussies en geharrewar. Handhaven van de huidige situatie en stationair draaien betekent dat de wereld aan ons voorbij gaat. Kenniseconomie verlangt goed opgeleide mensen met een ontwikkelingsattitude. De kansen zijn er voor het grijpen maar dan moeten wij de juiste besluiten nemen en eendrachtig werken aan de uitvoering.-.
Ivan Fernald

Geen opmerkingen: