maandag 14 februari 2011

GMAP: ‘UNASUR, ONDERZOEK VENEZOLAANSE INMENGING IN SURINAME!’

Den Haag/Paramaribo

UNASUR, de Unie van Zuid Amerikaanse Staten, moet een onafhankelijk onderzoek instellen naar de inmenging van de Venezolaanse regering van Hugo Chávez Frías in de binnenlandse aangelegenheden van de republiek Suriname. Dit heeft het in Amsterdam gevestigde Suriname Comité ‘Géén Moordenaar Als President’, GMAP, naar aanleiding van de uitgelekte cables van Wikileaks in een brief aan de ambassades van landen van de UNASUR, geëist. Uit de Wikileaks cables (http://nos.nl/artikel/215585-informant-chavez-betaalt-bouterse.html) blijkt dat Bouterse en zijn NDP heimelijk zijn gefinancierd door het autoritaire Chávez –regime en zijn aangemoedigd tot omverwerping van de democratische regering Venetiaan. De cables die weergaves zijn van de ambtsberichten van de Amerikaanse ambassade in Paramaribo, leren dat de bron van de onthullende feiten binnen Bouterses partij zelf lag. De Amerikaanse ambassade typeerde Bouterse volgens de cables als ‘voormalig militair dictator, moordverdachte en drugscrimineel’. Tijdens de top van Amerikaanse staatshoofden in april 2009 had president Ronald Venetiaan zich bij Chávez al beklaagd over het ontoelaatbare gedrag (lees steun aan de NDP) van de toenmalige Venezolaanse ambassadeur Francisco Simança in Suriname. Korte tijd daarna werd Simança teruggeroepen. President Bouterse is volgens de Volkskrant een ‘bewonderaar van Chávez’ en tijdens zijn bezoek aan Suriname noemde Chávez Bouterse ‘mijn grote broer’. GMAP noemt in zijn brief aan de UNASUR regeringen onderzoek naar Venezolaanse inmenging noodzakelijk omdat ‘indien de Wikileaks berichten kloppen het een flagrante schending is van de nationale soevereiniteit en het zelfbeschikkingsrecht van een klein Caribisch volk van een UNASUR lidstaat door een regering van een grotere Latijns-Amerikaanse lidstaat’. Volgens GMAP zal onverschilligheid van UNASUR ten aanzien van de Surinaamse soevereiniteit de geloofwaardigheid van de verdragsorganisatie in de ogen van de Surinaamse bevolking en met haar bevriende democratische naties aantasten. GMAP heeft ter informatie een afschrift van de brief ook verzonden aan de secretaris-generaals van de CARICOM en de Verenigde Naties.

Februari 2011

GMAP

Email: romeoho@gmail.com

maandag 7 februari 2011

Onderwijsverniewing: Veel onbegrip over de elfjarige basisschool

Het onderwijssysteem van Suriname heeft enkele decennia geleden wel degelijk voldaan aan de verwachtingen en zelfs internationale bekendheid  verworven. Aansluiting op gerenommeerde onderwijsinstituten in het buitenland, was voor hier opgeleide leerlingen hoegenaamd geen probleem. Afgestudeerden van de AMS, maar ook van onze SKS (Surinaamse Kweekschool/API) hebben succesvol, zonder noemenswaardige problemen hun weg gevonden naar vervolgopleidingen in Nederland, maar ook in landen in de regio. De kennisinhouden, het curriculum, waren afgestemd op de toenmalige eisen die de maatschappij stelde. De instructie methoden waren ook gericht op de instelling(mentaliteit) van de leerlingen. 
De maatschappij verandert en daarbij past de mens zich aan. 

Anno 2011 zijn mede als gevolg van globaliserende inzichten, de voortschrijdende technologie, maar ook de nieuwe uitdagingen die de wereld aan ons oplegt, de onderwijs inhouden en didactische werkvormen aan revisie toe. Het onderwijs staat in dienst van nationale ontwikkeling en het is van het allergrootste belang om planmatig te investeren in het onderwijs. Daardoor is er sprake van constante aanwas van jong kader dat over voldoende relevante kennis en vaardigheden beschikt om zichzelf ten volle te ontplooien en in een breed beroepenveld een bijdrage te leveren aan de welvaart en welzijn in dit land.

Verspilling
Indien wij de cijfers, data en onderwijsindicatoren (Afdeling Planning, Minov) bekijken en op zijn merites beschouwen, geeft zulks redenen tot ernstige bezorgdheid. Niet alleen is het curriculum aanzienlijk verouderd en de didactische werkvormen/instructiemethoden minder doeltreffend maar er is voorts sprake van een grove inefficiëntie van ons onderwijs. Het rendement is bijzonder laag, hoge drop-outs rates (uitvalpercentages), hoog aantal zittenblijvers, lage slaagpercentages; kortom een aanzienlijke verspilling van ons jong potentieel, financiën en tijd. 

Daarbij komt nog dat leerlingen op jonge leeftijd geconfronteerd worden met falen (blijven zitten) en een negatief zelfbeeld kunnen ontwikkelen. De weinig florissante gegevens en slechte resultaten hebben geleid tot ontevredenheidsbetuigingen vanuit bijkans alle hoeken van onze samenleving. Beleidsmakers hebben hierop ingespeeld en het ministerie van onderwijs en volksontwikkeling (minov) heeft, na studie en consultaties van het veld( stakeholders), een conceptmodel van onderwijshervormingen in gereedheid gebracht: namelijk De elfjarige basisschool.

Onderwijshervorming
In dit verband kunnen er een aantal vragen gesteld worden: 
De belangrijkste vraag is echter of de voorgestelde vernieuwing daadwerkelijk de geconstateerde manco's, effectief en duurzaam zal opheffen. Welke garanties kunnen verschaft worden dat de vernieuwing/hervorming het beoogd effect zal sorteren. Hierover moet er duidelijkheid en eenduidigheid zijn. Het minov heeft een lang traject van studie en voorbereiding achter de rug en het is daarom zo opmerkelijk dat delen van het onderwijsveld, het maatschappelijk middenveld maar zelfs sommige politici niet voldoende overtuigd zijn van de doorvoering van dit programma , waardoor het draagvlak en de zo noodzakelijke ondersteuning uitblijft. 

Er is nogal wat te doen geweest over de elfjarige basisschool. In elk geval kan geconstateerd worden  dat er – vele inspanningen ten spijt – nog veel onduidelijkheid en onbegrip hierover bestaat bij grote lagen van de samenleving. Onbekend maakt onbemind. Er zijn nogal wat terechte en onterechte kritieken geuit. Het varieert van een sceptische afwachtende houding, ongeloof tot ongezouten kritiek en bittere verwijten. De heer drs Julian With heeft hierover geschreven en spreekt zelfs van vernietiging en een dreigende catastrofe bij de invoering.

In aanmerking moet worden genomen, dat er behoorlijke invloed kan uitgaan van  mensen die een dergelijk oordeel vellen , terwijl het minov niet bij machte schijnt te zijn om zijn product: de elfjarige basisschool op een heldere, begrijpelijke manier te verkopen. De gewone burger kan er geen touw aan vastknopen en raakt  in grote verwarring. Het is daarom moeilijk te vatten dat na jaren voorbereiding en feitelijke uitvoering van een pilotproject onderbouw van de elfjarige basisschool, thans (volgens een  krantenbericht van zaterdag  29 januari 2011) minov zich bezint over een mogelijke 10- of 9-jarige structuur. Deze inconsistentie en weifelende houding leidt bepaald niet tot  maatschappelijk vertrouwen maar boezemt de ouders en leerlingen slechts onzekerheid in.

Ik heb niet de pretentie om in vogelvlucht middels slechts 1 artikel het concept van de elfjarige basisschool uit te rafelen. Het is ook niet mijn taak om voorlichting te verschaffen over dit plan. Daarvoor mis ik de formele autoriteit  Ik wens wel de essentie te benadrukken en kritische opmerkingen te plaatsen (maar ook aanbevelingen te doen), waardoor er meer inzicht in de materie kan ontstaan bij de lezer. Bovendien kunnen reakties op mijn artikel ook voor mij aanleiding zijn tot verdere diepgaande bezinning . Welke zijn de uitgangspunten waarop de elfjarige school is gebaseerd.

Wat is de essentie?
1. Het GLO (Gewoon Lager Onderwijs) voldoet niet meer als minimaal niveau ,basisvorming,voor intrede in de samenleving. De vraag is: Wat heeft een  persoon minimaal nodig aan ontwikkeling en instrumentarium (kennis, vaardigheden) om in redelijke mate succesvol zijn of haar weg te vinden in de maatschappij. De basisvorming moet volgens deskundigen  opgetrokken worden met minimaal 3 jaren. In de voorgestelde structuur van de elfjarige basisschool wordt er een naadloze optopping voorgesteld met nog 3 jaren (eenvoudig, populair gezegd tot 3e klas VOJ) 
2. De vernieuwing basisonderwijs heeft 3 aspecten:
a). De externe educatieve structuur. De onderwijsstructuur wordt gewijzigd door uitbreiding van het lager onderwijs met 3 jaren waardoor het VOJ onderwijs daarin wordt opgenomen/geïntegreerd. In de nieuwe structuur is als onderbouw ook opgenomen wat wij nu kennen als de kleuterschool voor 4- en 5-jarigen.

 b). De inhoudelijke inrichting van het onderwijs. Er komt een kern curriculum voor alle kinderen van 4-15 jaar . Dit veronderstelt een vloeiende overgang van kleuters naar glo en van glo naar VOJ. De selectie toets in de 6e klas van de lagere school komt te vervallen. In plaats daarvan komt er een zogenaamde. psycho- diagnostische toets. Deze toets moet de manco's en achterstanden bloot leggen en is dus niet meer bepalend voor het selecteren wie geslaagd is voor het vervolgonderwijs. De nieuwe toets ontdekt de probleemgebieden bij leerlingen zodat er gerichte bijsturing kan plaatsvinden. De uitbreiding van 3 jaren na de lagere school wordt genoemd de bovenbouw van de elfjarige basisschool. Alle leerlingen krijgen dezelfde leerinhouden (curriculum ) en dezelfde vakken. Er is gekozen voor een breed algemeen vormend pakket (AVO) voor alle leerlingen. Daarin zijn de bekende traditionele vakken opgenomen zoals: de talen, rekenen, wiskunde, natuur- en scheikunde, lichamelijke opvoeding, biologie, geschiedenis, aardrijkskunde. De nieuwe vakken zijn: informatica, milieukunde, kunst en cultuur, maar ook basic life skills .
 c).Het derde aspect van verandering is de hervorming van de administratieve structuur. Het bestuursapparaat (minov ) is te log en de zaken moeten efficiënter gebeuren. Het aantal onderdirectoraten zou volgens ingewijden ook verminderd moeten worden. 
3. De elfjarige basisschool vervangt de huidige structuur van 2 jaar kleuter onderwijs, 6 jaren lagere school en wordt aangevuld met 3 jaren. Het VOJ onderwijs verdeeld in Mulo, lbgo, LTO, Nijverheidsonderwijs etc. behoort tot het verleden. Na de elfjarige basisschool voltooid te hebben kunnen de leerlingen rechtstreeks naar het middelbaar onderwijs. Zij worden toegelaten indien geslaagd zijn voor het toelatingsexamen VOS nieuwe stijl. (Voortgezet Onderwijs Senioren)
 Hoe wordt het hervormingsprogramma gefinancierd
In het jaar 2000 hebben de regeringen van Suriname en Nederland besloten de verdragsmiddelen sectoraal te besteden en niet meer te kiezen voor de projectmatige benadering. De onderwijssector behoorde tot één van de 5 geïdentificeerde sectoren. Er moest dus een sectorplan worden opgesteld met een financieringsbehoefte. Voor de vernieuwing van het basisonderwijs (z.g. Beip Programma) is er 14 miljoen US dollar uitgetrokken, waarvan er een lening van 12,5 miljoen US dollar met IDB is overeengekomen en het resterend bedrag 1.5 miljoen US dollar brengt de staat zelf op (bron: sectorplan Onderwijs). De hervormingen van het basisonderwijs behelzen 4 componenten:
a. Renovatie van basisscholen  en minov infrastructuur
b. Versterking van het schoolmanagement: 
c. Modernisering en versterking van het minov en het schoolsysteem
d. Curriculum ontwikkeling en kwaliteitsverbetering
Kanttekeningen en kritische vragen
Er zijn in ons huidige structuur van VOJ, altijd leerlingen die vanwege persoonlijke interesse, vaardigheden, beperkingen niet in staat of bereid zijn een voortgezette avo opleiding te volgen. De mogelijkheid van beroepsopleidingen op lager niveau wordt in het nieuw systeem te niet gedaan. 

Zal dit  bij deze categorie niet juist  de drop-out rate  doen toenemen.?
1. De toets in de 6e klas heeft inderdaad een te vroege, gedwongen verwijzing  op twijfelachtige gronden waaruit de leerling zelden uit stroomt. De toets is wel een krachtige aanleiding geweest voor leerkrachten en leerlingen om zich optimaal te richten op de onderwerpen waarop de toets betrekking had. De meeste mensen hebben een concreet doel nodig en een stok achter de deur, waardoor met inzet van alle krachten naar het beoogde doel wordt gewerkt. Deze extra stimulus valt weg en hoe wordt dit opgevangen. 
2. Zal de elfjarige basisschool de sociale ongelijkheid wegmaken cq verminderen. Er is een bijzonder groot verschil tussen de resultaten van de zwakst presterende leerlingen en de best presterende leerlingen. Is er genoeg oog voor  differentiering, optimale talentontwikkeling en de belangstellingswereld. Dit geldt zowel voor de minder presterende leerlingen als de uitblinkers. Leerlingen met sterke leerprestaties hebben ongetwijfeld behoefte aan extra uitdagingen in een leerrijke omgeving om gemotiveerd te blijven en zich ten volle te kunnen ontplooien. De leerlingen die achter dreigen te raken zullen meer behoefte hebben aan begeleiding en remedial teaching (hiaten wegwerken bv). Is hierin voorzien in de nieuwe structuur?. 
4. Op welke wijze kunnen wij garanderen dat de kwaliteit gehandhaafd of zelfs significant wordt verbeterd. Op welke wijze zal de ongekwalificeerde uitstroom (schoolverlaters zonder diploma) worden teruggedrongen.
5. Zal de leerling zich beter thuis voelen op de nieuwe basisschool dat wil zeggen, een kindvriendelijke bejegening ontvangen en zich geborgen voelen.
6. Onderwijshervorming zonder aanzienlijke capaciteitsversterking van het minov, als monitorende en sturende factor zal niet  gemakkelijk tot het gewenste resultaat leiden.. De projectcoördinator BEIP heeft voldoende deskundigheid en bijzondere toewijding getoond. Het is echter noodzakelijk dat het minov er in slaagt om zich intern te versterken en substantiele ondersteuning te bieden aan het proces.
7. Bij de uitvoering van het sectorplan zijn er  te weinig resultaten zichtbaar. Hierbij wordt o.a. gedacht aan het beter zichtbaar maken van curriculum ontwikkeling, trainingen van leerkrachten en schoolleiders.  
8. De ownership en ondersteuning voor de elfjarige basisschool is, mede als gevolg van uiteenlopende  berichtgeving en uitlatingen, beslist onvoldoende. Het draagvlak moet aanzienlijk vergroot worden. Strategische en doeltreffende voorlichting kan hiertoe een belangrijke bijdrage leveren. Er wordt mijn insziens te veel nadruk gelegd op de externe structuur die de verandering met zich meebrengt. Dit gaat ten koste van de inhoudelijke vernieuwing van het onderwijs. De meest wezenlijke hervorming vindt immers plaats in de inhoudelijke verandering. 

Daartoe kunnen gerekend worden: curriculum verandering, nieuwe leerstijlen, didactische werkvormen en een leerling-vriendelijke kansrijke leeromgeving. Inspanningen en voorlichting met betrekking tot de inhoudelijke veranderingen in het kader van de elfjarige basisschool moeten worden opgevoerd. 

Suriname heeft zich gecommitteerd aan de doelen geformuleerd op het World Education Forum gehouden in Dakar 2000, de World Declaration on Education For All en de Caribbean Education Strategy. De  internationale trend is dat basisonderwijs verruimd wordt. Het is natuurlijk een goede zaak (en het valt zelfs toe te juichen) dat de huidige ontwikkelingen op onderwijsgebied kritisch gevolgd worden en de noodzakelijke aanpassingen gepleegd worden. 

Onderwijs is te fundamenteel en de leerling te kostbaar om er niet verantwoord mee om te gaan. De programma's moeten inderdaad getoetst worden op functionaliteit, doeltreffendheid, efficiëntie en praktische uitvoerbaarheid. Wij willen geen oude wijn in nieuwe zakken. Anderzijds mogen wij niet verzanden in oeverloze discussies en geharrewar. Handhaven van de huidige situatie en stationair draaien betekent dat de wereld aan ons voorbij gaat. Kenniseconomie verlangt goed opgeleide mensen met een ontwikkelingsattitude. De kansen zijn er voor het grijpen maar dan moeten wij de juiste besluiten nemen en eendrachtig werken aan de uitvoering.-.
Ivan Fernald

zondag 6 februari 2011

IRRITATIE

Irritante voorkomens. Men zou echt denken, dat de heer Robert Ameerali er nog geloof in heeft. Partnerschappen met onder meer de PLO voor twee, vier maanden en vijf jaar? Terwijl men heel goed weet, wat er op de donderdag jl. aan een doodklap werd uitgedeeld vanuit de overheid. Want hoewel van een verantwoordelijke regering niet langer kan worden gesproken, weet Ameerali het beeldscherm van de televisie nog te vullen met volzinnen aan geveinsd optimisme. Dan kan men van ellende maar beter luisteren naar een Abrahams die verdacht veel met nadruk wil stipuleren, dat er invulling zal worden gegeven aan het sociaal contract. ‘Le contrat social’,  dat Desi Bouterse een paar uur voor de verkiezingen van 15 Mei 2010 aan het Volk van Suriname voorhield. Het feit alleen al, dat daaraan nadrukkelijk herinnerd wordt –bij een dergelijke kaakslag die werd uitgedeeld in deze samenleving– kan alleen maar aangeven, dat de hele zaak in het honderd is gelopen en men ondanks verkwanseld vertrouwen, voor zover ooit aanwezig geweest, men overmoedig met ‘high fives door de arena banjert. “Yere no…, Monday is another day”. ‘Contrat social…, quel blague horrible’.
-        Vrienden in het buitenland, maken zich hogelijk zorgen. De vraag wordt steeds gesteld, wat Bouterse gaat doen als alles vastloopt. Het enige wat hij kan doen, is aftreden en verkiezingen uitschrijven. Meer echt niet! En zeker niet, wat er gisteren nog werd gesuggereerd aan Chávistische modellen. Om bijvoorbeeld onrust dan wel uitzonderingstoestanden uit te lokken en het land vervolgens per decreet te gaan besturen. Heeft nooit gewerkt en kan alleen maar, als allergrootste (geo-) politieke stommiteit worden weggezet.

GEEN STRUCTUUR

De regering is begonnen met een Structureel Verbeteringsprogramma, SVP, dat erop gericht dient te zijn na succesvolle afronding het leven in Suriname te verbeteren. We hebben dit soort ingrepen al eerder gehad en we kunnen er alleen maar van zeggen, dat het steeds een periode van kommer en kwel is geweest. Toen in de beginjaren negentig onder de regering-Venetiaan I een Structureel Aanpassingsprogramma, SAP, moest worden uitgevoerd werd door die regering duidelijk uiteengezet hoe dat programma zou worden uitgevoerd en de fasen waren op schrift gesteld en werden aan de bevolking gepresenteerd. Door de regering werd uitvoerig duidelijk gemaakt wat de stappen waren en in welke volgorde ze zouden worden genomen. Er werd niet voor gekozen op een persconferentie een paar maatregelen af te kondigen, die als donderslag bij heldere hemel insloegen. Ook werd er niet voor gekozen alle service stations te sluiten en tegen het middaguur weer open te stellen met een sterk verhoogde prijs per liter voor diesel en benzine. Dit soort verrassingen hebben altijd voor wrevel gezorgd bij de bevolking en dan maakt het niet uit of het nou om Suriname of bijvoorbeeld Bolivia gaat. De regering wil impopulaire maatregelen doorvoeren om nog meer geld uit de zakken van de bevolking te kloppen.. Dat doet ze dan maar alvast via de pomp en bij de invoerrechten en accijzen en gaat vervolgens ook nog naar een Belasting Toegevoegde Waarde, die op elk goed zal worden geheven. `Uitknijpen die hap’ is het thans en iedereen wordt geld uit de zak geslagen. Dat geld moet dan helpen om de overheidsuitgaven, die zienderogen de lucht in schieten, te dekken. De wegenbelasting moet weer worden ingevoerd en daar zal natuurlijk ook een verhoging aan gekoppeld worden. Betalen we al geen belasting via die jaarlijkse sticker? Moet er nu nog iets anders bedacht worden om ons nog armer te maken? De regering mag het gerust weten: de Surinaamse bevolking is des duivels over de getroffen maatregelen en we kunnen haar gerust waarschuwen op haar schreden te letten, want een volk blijft niet alles pikken. Kijk maar naar wat in Tunesië, Egypte en Yemen aan het gebeuren is. Zonder enige structuur is men bezig met een verbeteringsprogramma, dat niet de indruk wekt verbetering te brengen, maar eerder chaos zal creëren. We zeiden het al, combines, tractoren, buitenboordmotoren , brushcutters, kettingzagen, waterpompen, powerwashers, lichtmotoren in bijvoorbeeld het achterland draaien niet op water. Ze werken met benzine en diesel en die kosten omgerekend thans bijna een euro per liter. En dat is nou net niet wat we kunnen opbrengen. Het zou goed zijn te vergelijken wat een liter benzine in de VS en bijvoorbeeld Venezuela kost. In de VS is de government take niet zo schandalig en daar wordt de automobilist het vel niet over de oren getrokken en in Venezuela is de benzine goedkoper dan gedestilleerd water. Slechts twee voorbeelden om aan te tonen, dat we hier gewoon worden geterroriseerd met ons vervoermiddel, waarvoor de meesten toch ook al een maandelijkse aflossingsverplichting tegenover de bank hebben. Ja, dan kan je wel zeggen dat die aflossing aan de bank in SRD plaatsvindt, maar dat neemt nog niet weg dat de maandelijkse hap aan brandstofkosten uit de portemonnee alleen maar veel aanzienlijker is geworden en er misschien zelfs op voeding moet worden bezuinigd. Bij dit kabinet weet men duidelijk niet hoe men een structureel aanpassingsprogramma moet uitvoeren. Men begint met een stel ad-hoc maatregelen en denkt dan wel, dat het goed zal aflopen. Komt ervan als je de één na de andere capabele persoon op post wegtrapt en een non-valeurneerzet. Dan krijg je automatisch brokken en wordt er iets in elkaar gezet, dat nergens op lijkt en alleen maar voor problemen zal zorgen. De regering-Venetiaan voerde een SAP voor een deel uit en slaagde erin het leven voor de Surinamer langzaam maar zeker te veraangenamen.Dat deed ze zeker niet met niet-doordachte ad-hoc toestanden, waarmede we wederom afglijden naar taferelen van de jaren tachtig, toen men tijdens een zogenaamde revo ook al aan het stoeien was geraakt en er zo een grandioze puinhoop van maakte. Deze regeerploeg toont heel duidelijk aan, dat ze het besturen niet machtig is. Ook is het zo, dat de mensen die het werkelijk kunnen, hun steun zeker niet willen geven aan dit samenraapsel van politieke partijen. Overigens wel een samenraapsel, dat als los zand aan elkaar kleeft. Wat wij thans wel weten is, dat de onvrede zwaar aan het toenemen is. Indien de overheid niet spoedig in staat blijkt te zijn tastbare resultaten te bereiken ter verbetering van de levensstandaard van de doorsnee landgenoot verwachten wij de grootste problemen.

Bron: DE WEST

DE REGERING LAPT DNA AAN HAAR LAARS

Wanneer we naar de verschillende acties van de regering kijken, dan zien we dat deze regering op de solotoer is. Deze regering is niet van plan rekenschap af te leggen aan de instantie, die daarvoor is aangewezen. Bij deze regering hebben de DNA en SER geen bestaansrecht. Conclusie: deze regering lapt ook de grondwet aan haar laars. Waar zijn DNA-leden zoals Panka, Misiekaba en Simons? Waren het niet deze personen, toen nog in de oppositie, die dit sort zaken hekelden, voor zover die er waren? Time has changed. Laat het volk nu zien wie jullie eigenlijk zijn, of hebben jullie het nu al laten zien door te zwijgen? Als dat zo is, dan zijn jullie te vergelijken met lafaards. Na zes maanden Mega Combinatie alleen maar ellende. De regering ondersteunen door groepen (het volk) te bedreigen, en op te zadelen met verhogingen, daar schiet je niet veel mee op. Mevrouw Simons heeft toegezegd har “FISO” in een sociale pot te stoppen. We moeten het nog maar zien gebeuren (transparantie, so bun). Mevrouw Simons, toen nog in de oppositie, klaagde over het laat indienen van de begroting. Wat zien we nu, de begrotingsbehandeling komt pas in mart. Als dit het is wat het volk mag verwachten, dan kunnen we de tent sluiten en moeten jullie maar bedanken, indien er sprake is van het hebben van karakter en ballen.

bron : De West

Rusland vindt verbetering positie EBS normale zaak

05 Feb, 08:30
f7bf663d6b1bbb4d0ac7ef567ac0d53a.jpg
Ex-minister van Natuurlijke Hulpbronnen (NH). Gregory Rusland, vindt de beschikbaarheid van voldoende en betrouwbare energie een van de belangrijkste voorwaarden voor de ontwikkeling van Suriname. Bij het aantreden van de regering-Venetiaan in september 2005 was al gauw duidelijk dat verder gewerkt moest worden aan de structuur en positie van de Energie Bedrijven Suriname (EBS) om aan de verplichtingen van de samenleving te kunnen voldoen, zegt Rusland in tegenover Starnieuws. De regering heeft in de periode 2006-2010 samen met de medewerkers van de EBS hard aan de weg getimmerd om enorme achterstanden in de energievoorziening in te lopen.

Rusland herinnert eraan dat bij zijn aantreden personen die een woning hadden gebouwd drie jaar en langer moesten wachten op een stroomaansluiting. “Er waren geen goede vooruitzichten dat je aanvraag gehonoreerd zou worden. Ook handelsbedrijven en andere zaken konden moeilijk over de noodzakelijke stroomvoorziening beschikken. Verder waren black-outs aan de orde van de dag”, memoreert Rusland. 

EBS versterkt 
Hij heeft in 2006 twee directeuren aangesteld die dit bedrijf moesten leiden, samen met enkele onderdirecteuren. “We waren ons bewust van de toen al slechte financiële positie van het bedrijf, maar hebben ervoor gekozen EBS direct via het ministerie van NH bij te staan en zodanig te faciliteren dat aan onze verwachtingen konden worden voldaan. Dit met ondersteuning van zowel de coalitie als de oppositie bij de begrotingsbehandeling in 2006”, zegt Rusland. 

Hij merkt op dat ook de keuze gemaakt kon worden om de stroomtarieven direct te verhogen. Besloten werd toen de olieprijzen aan de pomp aan te passen aan de geldende wereldmarktprijzen. Er is gekozen om niet alle verhogingen, die drastisch zouden zijn, direct op de bevolking af te wentelen. “Het is natuurlijk gemakkelijk aan te geven hoe het zou moeten in 2006, maar je hebt verschillende modellen waarmee je te werk gaat. Je kan het geleidelijk aan doen, waarbij de bevolking rustig de ontwikkelingen doormaakt of met schok effecten komen met alle gevolgen van dien. Wij hebben ervoor gekozen een rustige ontwikkeling van de samenleving op dit stuk te hebben, bewust van de financiële situatie bij de EBS”, zegt Rusland. 

Verbetering capaciteit 
Volgens de ex-minister is wel degelijk gewerkt aan de verbetering van de energie opwekking. Zo is door EBS een 161 KV lijn gerealiseerd om extra stroom vanuit Afobakka naar Paramaribo te brengen. Verder is bij de EBS direct de productie met meer dan 20 MW verhoogd en is bij Staatsolie gezorgd voor een productie van 14 MW energie rond 2007. Gezien de vooruitzichten is nog eens 14 MW extra energie (totaal 28 MW) in 2010 bij Staatsolie gerealiseerd, onder uitdrukkelijk aangeven van het ministerie van NH, zegt Rusland. Ook werd bewerkstelligd dat het oud-Bruynzeel terrein werd aangekocht om de nieuwe energie centrale met een capaciteit van minimaal 60 MW op te zetten welke rond 2012/2013 gerealiseerd moet zijn voor de EBS. 

“Er werd normaal uitvoering gegeven aan een plan dat uitgewerkt is met de energie advies commissie over de ontwikkeling van onze energiesector. Daarbij werd tot 2023 een prognose gemaakt over de energie behoefte en hoe wij dat zullen moeten realiseren. Het is nu zaak om verder te gaan met de voorbereide plannen”, zegt de ex-minister van NH.

Bron : Starnieuws

vrijdag 4 februari 2011

TOESPRAAK VOORZITTER R.VENETIAAN I.V.M.STRUCTUREEL VERBETERINGS PROGRAMMA IN EERSTE RONDE

VOORZITTER,

Het door Vice-President Ameerali en de Minister van Financien Boedhoe aangekondigde en ingezette
STRUCTUREEL VERBETERINGS  PROGRAMMA, van de Regering Bouterse is een grondig voorbereide overval op het Volk van Suriname, in het bijzonder op de economie van het land, van de bedrijven, van de gezinnen en van de individuele burger.

Die voorbereiding is begonnen met de aantrekking van een IMF-functionaris voor de post van Governor van de Centrale Bank van Suriname, niet zozeer om zijn kwaliteiten als monetair deskundige, kennelijk wel als zeer goede ingang voor het IMF om het monetair en ook een deel van het budgettair beleid in ons land, over te nemen en naar de inzichten van het Fonds in te richten.

Wat ons Volk nu overkomt, is een rauw programma, waarin de ouderwetse modellen van de door rijke landen bedachte schoktherapie voor economiёen van de Derde Wereld, samenvloeit met het geloof van Bouterse-regiems in het loslaten van desastreuze schokgolven over het Surinaamse Volk.

Over het hoge salaris van de uit den vreemde aangetrokken Governor, wil ik nu niet nog eens uitweiden. De Nationale Asseblee ziet het betrokken contract, nog steeds tegemoet.

Wel wil ik in herinnering brengen de opvatting, dat het onwaarschijnlijk hoge salaris van de Governor een signaal vooraf was van de toen reeds voorgenomen en nu eventueel nog verder te ondernemen devaluatie van de Surinaamse dollar.

De volgende stap betrof de poging tot vernietiging van het imago van enkele sleutelfiguren van het vorige kabinet, met als oogmerk het wegmaken, ausradieren, van het populair geworden succesverhaal van het financieel-economisch beleid van de in augustus 2010 afgetreden regering.

Deze poging tot het desavoueren van het vorig kabinet moest de weg plaveien voor de mythe van een problematiek van een lege kas.

De poging tot vernietiging van het imago van het vorig kabinet, is mislukt en is geёindigd in grote schade aan de gelooofwaardigheid van minister Boedhoe, de huidige minister van financien, door haar pogingen om te ontkennen dat ook zij geleend heeft boven het obligoplafond.

De mythe van de problematiek van de lege kas werd toch als volgende stap gelanceerd, gelijk met de mythe dat wij nu voor de eerste keer het moeten doen zonder de verdragsmiddelen van 1975.

Deze laatste stap in een nieuwe fase, waarin de structurele bemoeienis van Nederland met ons Land, wordt teruggedrongen, zou door de Regering toegejuicht moeten worden en haar inspireren te demonstreren dat wij het zonder die verdragsmiddelen kunnen. Er zijn overigens nog legio activiteiten die in deze fase  van beeindiging, worden afgerond of zelfs nog moeten worden opgestart.

De onzin van de lege overheidskas wordt gelogenstraft, door de werkelijkheid, dat er bij de Overheid een dynamische stroom is van verplichtingen en een eveneens dynamische stroom van inkomsten. De minister van Financiёn heeft de strategie toegepast om haar coalitiegenoten en via de media de gemeenschap voor te houden, dat zij geconfronteerd is met een berg aan schulden, zonder dat zij daarbij ook inzicht veschafte over de inkomsten die zij mocht verwachten.

Ik zal mij niet begeven in een een welles/nietes touwtrekkerij met de minister. Kan de Minister ons De Nationale Assemblee, een overzicht verstrekken van de stand van staatsfinanciёn d.d. 12 augustus 2010:

·de erkende schulden, de uitstaande vorderingen, waaronder nog te innen belastingen,
·de gereserveerde fondsen voor lopende projecten respectievelijk nog op te starten projecten,
·de openstaande creditlines o.m. van China en India,
·de openstaande leningen bij IDB, AFD, IsDB,
·de bestaande credietfaciliteiten voor investeringen in de productieve sector, zoals het IFONS, het Agrarisch Fonds, het Microcredieten Fonds,
·EU schenkingsmiddelen.

Onder de gereserveerde fondsen voor projecten valt de financiering van activiteiten zoals:

·Infrastructurele werken waaronder  de onlangs opgestarte renovatie van de JAPluchthaven, de Haven van Nickerie, de Nieuwe Haven te Paramaribo en de lopende grote projecten op het gebied van de bouw en/of renovatie van wegen, van bruggen en de bouw van dijken in Coronie en Commewijne,
·LISP-2, Rentesubsidieringsprojecten voor woningbouw en –renovatie, Studenten Huisvesting,
·Faciliteiten voor de Atletieksport.

Als laatste, hier door mij te bespreken voorbereeiding van het shock-programma SVP, noem ik de anti-propaganda en de gezaaide paniek, ten aanzien van FISO-II.

De Regering heeft moedwillig niet gekozen voor de beproefde methode van stapsgewijze introductie van ook deze fase van FISO, een systeem waarbij de salarisverhoging stap voor stap wordt geintroduceerd: eerst voor de laagste inkomensgroepen, dan de lage middenmoters, dan de hoge middenmoters, en tenslotte de topinkomens.

Door dit na te laten heeft de Regering voor zichzelf een argument willen creeren voor het treffen van de drastische maatregelen, die zij reeds heeft ingevoerd en verder aangekondigd.

Hierbij heeft de Regering zich laten kennen als een  werkgever, die een loonsverhoging geeft, maar tegelijk de straf van de vernietging van de toegekende verhoging op de ambtenaren heeft toegepast.

Nog vóór de feitelijke toename van de maatschappelijke geldhoeveelheid, zorgt de Regering ervoor om deze keer niet het effect van de veel bekritiseerde werkwijze van een deel van de Surinaamse Handel toe te passen, namelijk: zodra er een accoord voor loonsverhoging voor ambtenaren in de lucht hangt, alvast de prijzen van goederen en diensten verhogen. De economische theorie krijgt in Suriname geen kans om zich te bewijzen. De prijsverhogingen lopen vooruit op de toename van de geldhoeveelheid in de gemeenschap.

Deze keer is het juist de Regering die het zeer bont heeft gemaakt door in elk geval tweemaatregelen die het prijspeil van goederen en diensten sterk omhoog gedreven hebben, nog voor de feitelijke salarisverhoging t.w.
·de devaluatie van de Surinaamse Dollar, genoemd een aanpassing van de wisselkoers van de SRD,
·de verhoging van de “government take” op elke liter brandstof.

De Regering heeft nog meer maatregelen aangekondigd, die in DNA bediscussieerd zullen kunnen worden.

Wat de twee genomen maatregelen betreft, het volgende. Ten eerste moet worden geconcludeerd dat er sprake is geweest van verwerpelijke methodieken om de verantwoordelijkheid van de ingevoerde maatregelen te schuiven in de schoenen van anderen dan de Regering, in de eerste plaats in de schoenen van de ambtenaren.

Dit is natuurlijk bijzonder jammer. Zonder de ambtenaren, de onderwijzers, de Politie, de Douane, de Werkerss in de Gezondheidssector enz, kan onze gemeenschap niet functioneren.

Een Regering moet de moed hebben om de verantwoordelijkheid voor haar beleid zelf te dragen.

Over de devaluatie zelf, moet toch aan de Regring worden gevraagd, of dit wapen een middel is van deze tijd. In de wereldwijde economische crisis die vele landen nu beetje bij beetje te boven komen, hebben wij dit middel niet of vrijwel niet toegepast gezien, in de USA niet, in de Eurozone niet, in Japan niet.

De Regering betoogt, dat zij door koersverschillen veel geld verliest, lees, dat zij door de devaluatie veel geld hoopt te verdienen. Maar wie betaalt de prijs? De burger, rijk en arm, betaalt de prijs. Alle prijzen in het land gaan de lucht in. Het leven wordt stukken duurder, de burger en vooral de kleine man, wordt stukken armer.

Bovendien is de koers op de parallelmarkt verder omhoog geschoten. Regering is Uw antwoord hierop een volgende devaluatie van onze munt? Is het niet zo, dat wij moeten blijven zoeken naar een manier om de waarde van onze munt te verdedigen tegen aanvallen van speculanten?

Er zijn allerlei beschouwingen over de geschiedenis van de verhoging van de toeslag op brandstof, de government take. We kunnen natuurlijk daarover dabateren.

Maar kern van de zaak nu is, dat de 50% vehoging van de government take, drastisch doorwerkt op het prijsniveau in alle sectoren. De maatregel heeft een direct effect op de beurs van de personen en bedrijven die brandstof verbruiken en een indirect effect op de gehele gemeenschap. Weegt die prijs op tegen de door de Regering nagstreefde inkomstenverhoging en de droom van het vat krijgen op de informele sector?

De Regering is kennelijk geschrokken van de niet door haar ingecalculeerde schokeffecten van de door haar genomen maatregelen. Zij tracht nu met een aantal lapmiddelen de schok voor sommige groepen enigszins te verlichten. Want nergens zullen de maatregelen zelfs een redelijk deel van door de handel beoogde 30% prijsverhoging op kunnen vangen.

Wie had verwacht, dat de Regering de combinatie van enerzijds het verhoogde obligoplafond voor de verplichtingen in SRD en anderzijds de loonsverhogingen, zou benutten om de burgers te stimuleren hun spaarcenten aan de Surinaamse Overheid te lenen voor de uitvoering van haar megaplannen, komt nu bedrogen uit:
De  Regering perst jong en oud, rijk en arm, de zieken en de behoeftigen uit, ter versterking van haar kas, kennelijk voor meer dan haar verplichtingen nu vereisen.


*********