Editie no 5
Neem geen genoegen met middelmatige prestaties
Inleiding Ivan Fernald 21 juni 2011
Suriname staat voor grote uitdagingen in een wereld waar er steeds meer eisen gesteld worden om kennis en vaardigheden optimaal te benutten om zodoende in voldoende mate in te spelen op de steeds toenemende menselijke behoeften. Daarbij moeten wij beseffen dat er enerzijds sprake is van samenwerking en partnerschappen in bijvoorbeeld handelsblokken maar dat anderzijds ook sprake is van zware concurrentie . Het is voor de rijke geïndustrialiseerde landen van levensbelang om de voorsprong in kennis, vaardigheden en technologie te behouden om de eigen welvaart te consolideren en zelfs te vergroten. Bovendien beschikken zij veelal over een enorm werkkapitaal. Het is een bewuste keuze om planmatig te investeren in onderzoek, exploratie en exploitatie. Waar het in feite om gaat is, om de kennis en vaardigheden om te zetten in kapitaal: wat kan ik ermee/eraan verdienen? Welk economisch nut heeft het? Welk economisch belang kan ik veilig stellen?
In het politiek-economisch krachtenspel is het vaak ook een kwestie van geven en nemen. Het is immers van belang dat de wereldeconomie groeit en dat er niet al te grote erupties plaatsvinden; ook niet in ontwikkelingslanden. U mag er gerust van uit gaan dat ontwikkelingshulp niet in de eerste plaats wordt verstrekt uit humanitaire overwegingen. Uit geopolitiek belang en in economisch perspectief is het zinvol om te investeren in ontwikkelingslanden en het is gunstig om een leidinggevende speler te zijn in de verwerkingsindustrie. Daar wordt immers het grote geld verdient door meerwaarde toe te voegen aan een product of een dienst.
Het is verder van belang om te weten dat de wereldhandel zich in handelsblokken heeft georganiseerd en dat de handelsblokken in feite machtsblokken zijn, gericht op economisch gewin. Daarom is het voor de rijke geïndustrialiseerde landen essentieel om hulp te bieden aan landen in de grondstofrijke gebieden en in de afzetgebieden, louter om deze voor eigen verwerving van grondstoffen en/of afzet van eindproducten en diensten te behouden.
In mijn vorig artikel heb ik de relatie gelegd tussen Onderwijs en Economische ontwikkeling. (Zie artikel : Staat Onderwijs wel in voldoende mate in dienst van Nationale Ontwikkeling?). Wij moeten slim zijn en investeren in de geïdentificeerde deviezen genererende sectoren.(de huidige en de toekomstige; traditionele en nieuwe sectoren). Wij moeten kader opleiden vanuit een vooraf opgesteld en breed gedragen plan. Onderwijs in dienst van materiële ontwikkeling. Onderwijs in economisch perspectief ; in materiële termen. Wij moeten onze verdiencapaciteit vergroten. Ik kom tot de slotsom dat Onderwijs in onvoldoende mate gericht is op het kapitaliseren van de verdiensten. Wij moeten onze potenties optimaal ontwikkelen en inzetten voor het genereren van welvaart en welzijn in geheel Suriname.
………………………………………………………………………………………………………………
Een medaille heeft 2 kanten
Onderwijs in dienst van Economische ontwikkeling is één kant van de medaille. Onderwijs heeft echter ook een immateriële functie ; een vormingsaspect. Een naar binnen gerichte kracht. Educatie is een effectief mechanisme om veranderingsprocessen te weeg brengen in de persoon zelf. In dit artikel wil ik mij beperken tot de immateriële functie van onderwijs en vorming in de zin van het ontwikkelen van de noodzakelijke ontwikkelingsattitude bij onze burgers. Wat moet ons opvoedingsideaal zijn? Welke instelling en mentaliteit moeten wij ontwikkelen? Hebben wij een arbeidsethos? Wat moet onze gedrevenheid zijn en zo u, wilt een Suriname dream (prestatiebereidheid), als referentiekader en nationale richtsnoer.
Het ideaalbeeld
Het ministerie van Onderwijs en Volksontwikkeling heeft een degelijke missie en een ideaal beeld geformuleerd waaraan de Surinaamse burger zou moeten beantwoorden. Het is afgeleid van een levensbeschouwelijke visie en het komt in principe neer op een mens en maatschappij beschouwing.
De vraag dringt zich echter op of deze uitgangspunten genoegzaam bekend zijn in de samenleving. Indien ontkennend op deze vraag geantwoord wordt is het begrijpelijk waarom de uitgangspunten niet algemeen aanvaard, nationaal erkend en gedragen worden. Is het voldoende bekend bij onderwijsgevenden, NGO’s, vakorganisaties, het bedrijfsleven en het zogenaamde derde milieu(sportorganisaties,sociale verbanden)? Wordt het ideaalbeeld ook tot uitdrukking gebracht buiten het formeel onderwijs?
In het sectorplan onderwijs zijn er een aantal zeer prijzenswaardige idealen opgesomd waaraan een Surinaamse burger zou moeten voldoen. Enkele zijn;
Doordrongen zijn van het respect voor het menselijk leven als grondslag voor alle andere waarden
Bewust zijn van het belang voor /van leven in harmonie met de omgeving
Een kritische geest vertoont , initiatiefvol en ondernemend en creatief is .
Veelzijdige vaardigheden ontwikkelen. Het vermogen bezit om fysieke ,mentale, cognitieve, affectieve skills te ontwikkelen.
Contradictie in woord en daad/beleid en uitvoering
Wij willen dus kritische verantwoordelijke mensen hebben die ondernemend zijn, kritisch in woord en daad en ook inventief zijn. Daadkrachtige burgers die bereid zijn om nieuwe wegen in te slaan en indringende vragen te stellen over de gangbare denkbeelden.
De tragiek is dat de school, in weerwil van onze idealen, kinderen haast afgeleerd heeft om initiatief te ontplooien. Leerlingen dienen op jonge leeftijd reeds gestimuleerd te worden om creatief te zijn en uitdagingen aan te gaan. Dit moet niet alleen worden gestimuleerd maar ook worden beloond. Op veel scholen wordt kritiek niet in dank afgenomen. Dit, terwijl het juist van het grootste belang is dat leerlingen leren om gefundeerde kritiek te leveren, een mening te verkondigen en die opinie ook te kunnen verdedigen; zelfs al gaat dit tegen de opvattingen van de gevestigde orde in. Natuurlijk dient stellingname door leerlingen, op een correcte wijze plaats te vinden.
De klassieke onderwijsvorm is dat de leerkracht meestal aan het woord is. Dit terwijl leerlingen eigenlijk al op jonge leeftijd ermee vertrouwd behoren te worden gemaakt om voor de klas presentaties te houden. Hoe vaak zien wij niet dat leerlingen verkrampen als zij ineens voor de klas een relaas moeten doen. Zelfs goed opgeleide volwassenen hebben er doorgaans moeite mee om voor een groot gezelschap het woord te moeten voeren.
Wij zien vaak een discrepantie tussen enerzijds het opvoedings- en vormingsideaal en anderzijds de werkelijke praktijk. In de gezinnen is het heel verschillend op welke wijze kinderen gestimuleerd worden tot mondigheid en het dragen van verantwoordelijkheden.
Wij moeten verantwoord omgaan met onze menselijke schatten. Dat is ons ontwikkelingspotentieel. Leerlingen moeten de ruimte krijgen zich te ontplooien en om op te groeien tot respectabele burgers die de juiste vaardigheden en attituden hebben ontwikkeld om succesvol de kansen van het leven te grijpen en een bijdrage te kunnen leveren aan de ontwikkeling van ons land.
Het is goed om een hoog ambitieniveau te hebben. Wij nemen geen genoegen met middelmatige prestaties.
Het devies is:
“Probeer te excelleren. Tracht zo goed mogelijk te presteren. Doe dit op school maar ook op je werk. Probeer de beste secretaresse te zijn. De beste security guard. Een succesvolle ondernemer,een gezaghebbende wetenschapper, een verdienstelijk landbouwer, de beste verkoper;
De beste sporter in je tak van sport en indien je niet de eerste kan zijn haal dan in elk geval het hoogste wat je kan bereiken .” Droom van succes maar werk er ook naartoe. Met hart en ziel en met al je vermogens en talenten.”
Gelukkig bezitten wij prachtige voorbeeldfiguren maar het is betreurenswaardig dat wij ook opgescheept zitten met negatieve rolmodellen. Het ideaal waar wij naar moeten streven is niet perse afhankelijk van ontwikkelingsniveau en sociale klasse. Veeleer is het een levenshouding van prestatie, integriteit en verantwoordelijkheid jegens zich zelf, gezin en medeburgers.
Jongeren moeten gestimuleerd worden tot een grote mate van zelfdiscipline, geloof in eigen kunnen, zelfvertrouwen en organisatievermogen. Deze zaken zijn minstens even belangrijk als puur talent. De organisatiegraad van een land is een parameter voor het ontwikkelingsniveau. Wij moeten ernaar streven om nationale karakteristieken te ontwikkelen waaronder een ontwikkelingsattitude van de burgers en een hoge ontwikkeling- en organisatiegraad van de instituten.
Dat is onze ambitie. Zijn wij bereid om het Surinaamse ideaal(ambitie en prestatie) te formuleren, te omarmen en uit te dragen met inzet van alle krachten? Voor sommigen een utopie, een niet realiseerbaar verlangen maar voor anderen een reële opdracht. Het ligt in elk geval niet voor het oprapen. Het devies is:
Neem geen genoegen met middelmatige prestaties:
Run Faster, Jump Higher.
Ivan Fernald.