maandag 9 juli 2012

Benoeming directeur ministerie van Onderwijs was zelfs voor haar een verrassing

Het Ministerie van onderwijs  is een belangrijk technisch ministerie. Ondanks de regering ons zoveel keren aangegeven heeft dat zij het serieus neemt met het onderwijs, bleef de benoeming van de directeur langer dan een jaar wachten.Als een dief in de nacht vindt dan uiteindelijk de benoeming plaats van de nieuwe directeur. De vraag rijst waarom de circulaire, waarin aan het personeel de benoeming wordt aangekondigd, de naam van de nieuwe directeur niet werd genoemd. Was de minister bang voor een deining op het ministerie uren voor de kennismaking? De vraagt rijst waarom de minister, die niet tot de best getrainde onderwijsmanagers behoort, ervoor kiest om een zwakkere functionaris als haar uitvoerende partner op het ministerie te kiezen. De minister heeft zoals wordt beweerd, gekozen voor een functionaris met wie zij kan samenwerken, dus niet iemand die meer capaciteiten heeft en constant de les voorleest. De minister wil voorkomen dat ze tot de conclusie komt dat in principe de directeur vanwege de capaciteiten beter minister had kunnen zijn. De minister wil zichzelf kennelijk in haar traject van minister niet ergens ontmoeten. De conclusie die hieruit getrokken kan worden, is dat de bewindsman zoveel als mogelijk het directe contact, interactie en inbreng van onderwijstechnocraten zal vermijden.

De werkwijze van de minister wijst er voorts duidelijk op dat de minister geen prijs stelt op een partnerschap met het onderwijsveld. Op een ministerie van Minov, waar sectorgroepen zich duidelijk profileren, regelmatig een visie poneren en vragen naar partnerschap op basis van respect, is het een conditio sine qua non dat het veld eerst geconsulteerd wordt, voordat men tot grote aanstellingen overgaat. Een mogelijke verklaring voor het handelen van de minister is waarschijnlijk de omstandigheid dat ze politiek geen ruimte had om ‘neen’ te zeggen.

Wat verder weinig hoop geeft, is de mate waarin de nieuwe directeur verrast is met haar benoeming. De directeur heeft naar verluidt een niveau beduidend lager dan vele middelbare schooldirecteuren. Van deze directeur wordt waarschijnlijk niet verlangd dat ze meer zegt dan ‘ik houd van het onderwijs’. Uit de eerste reactie van de nieuwe functionaris blijkt dat ze nog geen alles overstijgend denken heeft ontwikkeld over het onderwijs. Dat zal zeker een paar jaren duren. Maar wellicht is een signaal van deze aanstelling ook dat de burgerij zich niet al te kritisch moet opstellen tegen dit koppel op het hoogste onderwijsniveau. Er is immers nu een Taskforce die alle belangrijke beslissingen in het onderwijs zal voorbereiden, formuleren en een aanzet geven tot uitvoering. Het koppel is er dan primair om op het uitvoerend niveau scholen operationeel te houden in termen van bevoorraden, salarissen uitkeren en dienstverleners uitbetalen. Met deze nieuwe situatie is de nieuwe minister van Minov niet de minister van de voorzitter taskforce. Het is nu tijd om na te gaan hoeveel waarde nog gehecht moet worden aan het Besluit Taakomschrijving Departementen. Maar een minister van Onderwijs die in haar besluitvorming meer doet denken aan een wonderdokter, wordt toch even wennen.

 

Geen opmerkingen: