woensdag 21 september 2011

Lezing over onderwijs ter gelegenheid van 65 jaar NPS



Deze lezing draag ik op aan mijn goede vriend en mentor Rufus Blufpand, oud hoofd-inspecteur van Onderwijs en hoofd van het Examenbureau.
Mi e fresteri NPS nanga ing 65 ( siksie ten tien nanga fefi fiyari
Langa libi na langa si sani
De hefboomfunctie van het onderwijs: ontwikkeling  en vooruitgang
De titel van deze lezing geeft al aan waar we naar toe willen. Wat is de rol en betekenis van het onderwijs in de Surinaamse samenleving, vroeger en nu? Welke hefboomfuncties heeft het onderwijs nu en in de toekomst. Het onderwijs gaat iedereen aan. Ouders zijn bezorgd over de toekomst van hun kinderen. Kinderen vragen zich af, waarom moet ik naar school, er zijn veel leukere dingen te beleven. Leerkrachten zeggen we hebben ons best gedaan, leerlingen beweren dat de lessen zo saai zijn en weinig inspirerend. Aan het onderwijs worden verschillende functie toegekend:
Vormingaspect: het onderwijs streeft naar attitude vorming van de leerlingen: zaken als tolerantie, vaderlandsliefde, samenwerken, creatief-zijn, open staan voor vernieuwingen zijn zaken die we van he tonderwijs verlangen.
Beroepsaspect: onderwijs maakt mensen, dwz bereid leerlingen voor op deelname aan de maatschappij door middel van een beroep. Sommige opleidingen leiden expliciet op voor een beroep, andere zijn meer bereopsvoorbereidend of bereopsoreinterend.
Allocatie aspect: onderwijs heeft een allocatiefunctie, het sorteert leerlingen voor op een bepaalde loopbaan in de samenleving. Zonder een bepaalde vooropleiding kunnen sommige verbolgopleidingen niet gevolgd worden.
Mobiliteitsaspect door middel van kennis, vaardigheden en attituden worden leerlingen gereed gemaakt om te stiijgen op de maatschappelijke ladder. Dit is de sleutelmacht van het onderwijs.
Als we het onderwijs willen begrijpen en verbeteren kunnen we drie invalshoeken kiezen:
  • Een historische invalshoek
  • Een analytische onderwijskundig-organisatorische invalshoek en
  • Een toekomst gerichte of innovatieve invalshoek

Ik zal in deze lezing deze drie invalshoeken in het kort belichten
  1. De historische invalshoek

Een historische invalshoek laat zien dat er in de loop van de geschiedenis wel degelijk onderwijsveranderingen hebben plaats gevonden. Met de blik van vandaag zijn deze veranderingen of vernieuwingen niet steeds gericht geweest op het bekwaam maken van leerlingen om in deze Surinaamse samenleving te kunnen functioneren en die samenleving verder te ontwikkelen. Met name in de periode van de onafhankelijkheid, dus zo rond 1975 is er wel veel aandacht besteed aan vernieuwingen van deelaspecten van ons onderwijs. Denkt u maar aan taalboekjes, rekenboekjes, aardrijkskunde, geschiedenis en ook van andere vakken die gegeven worden. Het onderwijs is toch altijd in beweging geweest. Soms kleine bewegingen. Soms grote bewegingen. De huidige commentaren laten mijns inziens zien, dat men van onderwijs veel verwacht voor de toekomst van het land: andere kennisinhouden, vaardigheden en attituden, meer dynamiek. Men begin overal te beseffen dat onderwijs daadwerkelijk hefboomfunctie heeft in de samenleving. De mensen in de samenleving vragen zich soms impliciet af: heeft het onderwijs die capaciteit om die hefboomfunctie te vervullen en wat moet er gedaan worden om die functie te kunnen vervullen? Mischien is het goed dat de onderwijsresultaten nu laten zien, dat er in het verleden te weinig aandacht is besteed aan hetonderwijs. In Amerika was de lancering van de Spoetnik door de Sovjet Unie het startsein om vast te stellen dat het Amerikaanse onderwijs dringend aan vernieuwing toe was. Er verscheen toen een gezaghebbende rapport: “Nation at Risk”, waarin werd aangegeven dat onderwijsinhouden drastisch moesten woden veranderd om niet achter te lopen. Het heeft geholpen: er is toen veel geinvesteerd in het onderwijs. Onze natie loopt gevaar als het onderwijs niet gemoderniseerd wordt. Ontwikkelingen van het land zullen stagneren, studenten en afgestudeerden zullen wegtrekken.
Laten we het tij keren en gezamenlijk nagaan hoe we het tij kunnen keren. Het Ministerie van onderwjs is er al mee bezig. De Presidentieele  Task Force Groep is recent geinstalleerd om te adviseren en preciezer te bepalen waar de hefboom geplaatst moet worden, om het ietswat populair te formuleren.
Ik wil refereren aan drie grote structuurveranderingen en onderwijsinnovaties in ons land
  1. De vernieuwingen zoals voorgesteld door de commisie d’ Haens in 1945
  2. Afschaffen van de 6e klas toelatingsexamens en vervanging door toetsen. Vernieuwen van het ULO onderwijs in LBGO. Upgraden van het Kweekschoolonderwijs
  3. De huidige situatie is vrij complex. Jarenlang is er te weinig geïnvesteerd in het onderwijs. Investeren niet alleen in geld, maar ook in denkkracht en innovatie. Vernieuwingen van het basisonderwijs naar het 11-jarige basisonderwijs, geluiden dat het 8 jarige basisonderwijs zal worden. Trainingen van leerkrachten. Aansluiting van verschillende onderwijs-overgangen op elkaar. Ontwikkelen van nieuwe methoden en curricula.


Onderwijsvernieuwingen
  • Cie d’Haeans

In 1946 werd de Inspecteur in algemene dienst van het Westers onderwijs in Nederlands Indie, ter beschikking van de Gouverneur van Suriname gesteld  om het onderwijs in Suriname te hervormen. Hij concludeerde na vele gesprekken met onderwijsdeskundigen en bezoeken aan de scholen dat de kritieken in de pers en de onderwijsbonden terecht waren.
Hij stelde voor om het beperkt lager onderwijs ( BLO) op te heffen en drie type scholen te creeren:
  1. Districtsscholen
  2. Stadsscholen : Gewoon Lager Onderwijs

Te verdelen in GLO A en GLO B scholen ( voor leerlingen uit niet Nederlands sprekende milieu’s).
In het vervolg-onderwijs zou komen een twee-jarig vervolgonderwijs en de MULO voor leerlingen die verder kondenleren. De Mulo werd verdeeld in MULO A en B.
Tot de AMS zouden alleen leerlingen met een MULO B worden toegelaten.
We zien nog enige resten van dit onderwijsstelsel in het huidige onderwijs terug.
  1. Vernieuwingen van toelatingsexamen en curricula en ULO naar LBGO

Vernieuwingen structuren: Ulo innovatie, curricula
Er waren veel klachten over de toelatingsexamens tot de MULO. Te subjecief, ondoorzichtigheid. Geringe slagingspercentages. De toelatingsexamens werden vervangen door de objectieve toetsen. Die liggen nu weer onder kritiek.  Dat is niet erg, dat is innovatie.
Het ULO had zijn nut bewezen en stond ook onder kritiek. Het gegeven onderwijs speelde niet langer in op de maatschappelijk behoeten. De weing vormend en helemaal niet beroepsgricht. Het UlO werd getransformeerd in het LBGO ( Lager Beroepsgericht Onderwijs). Ook dit schooltype staat nu onder kritiek.  
Met de onafhankelijkheid in het vooruitzicht werd hard gewerkt om onze curricula aan te passen aan de Surinaamse realiteit: geschiedis, aardrijkskunde werden breed aagepakt. Er werden nieuwe methoden geschreven.
  1. De vernieuwingen in het BEIP project ( Basic Education Improvement Project)

Met dit grootschalig onderwijsproject werd geprobeerd om een aantal zaken in het onderwijs systematisch aan te pakken.
Het zou gaan om die aspecten:
  1. Onderwijsstructuur aanpassen
  2. Curicula ontwerpen
  3. Onderwijsdidactieken vernieuwen ( leerkrachten trainen etc)
  4. Onderwijscondities verbeteren ( gebouwen, trainingcentra etc)

Welk mensbeeld, maatschappijbeeld, didactische aanpak en onderwijsinhouden bevatte het project dan?
Enkele begrippen die van belang zijn:

   Kindvriendelijk of kindgericht onderwijs
Autonomie van scholen
Ouderparticipatie en medezeggenschap
Selectie/diagnose/verwijzing
Doelstellingen van het onderwijs
Toezicht op de kwaliteit van het onderwijs
Begeleiding, her en bijscholing van leerkrachten
Curriculum ontwikkeling op macro, meso en micro niveau.
Ononderbroken leerproces of leerlijn
   Speciaal onderwijs en verwijzing
De leerkrachten zijn de spil waar elke onderwijsinnovatie om draait. Zij moeten erin leren geloven, zij moeten de innovatie vorm geven in de klas.
Innovatie houdt dan ook in de leerkrachten overtuigen, stimuleren dat het ook anders kan en dat het gewenst is dat het anders gaat. De wereld verandert, dus ook het onderwijs. Wat vroeger kon en goed was, is vandaag de dag obsoleet. Innovatie betekent interactie met de leerkrachten, met opleidingsinstituten, met innovatoren. De wil het anders en beter te doen moet er wel zijn. De know- how om het anders te doen natuurlijk ook.
Bij een onderwijsinnovatie gaat het natuurlijk om de inhoud van het onderwijs: de didactiek, de omgang met elkaar, de leerstof, de manieren van leren, de motivatie, de samenleving, het welzijn van de leerling en de leerkracht: kortom de kwaliteit van het onderwijs.
Er zijn vier factoren van belang om een innovatie te doen slagen:
  • De wil om te veranderen
  • De kennis om te veranderen
  • De capaciteit om te veranderen
  • Het geld om de veranderingen te betalen

:
Maar er dreigen ook een aantal gevaren:
Een: iedereen wil dat deel van zijn ideaal, zijn droom die hem dierbaar herkennen. Het Mulo onderwijs dat iedereen als ideaal schooltype heeft gezien,moest het liefst zo blijven. Dat kan men herkennen.
De kern van deze innovatie vormt natuurlijk: de leerinhouden, de leerkracht, de uitvoering in de klas. Daar gaat het in essentie om.
De contouren van de leerinhouden worden door het Ministerie van Onderwijs gegeven of vastgesteld, de scholen gaan over tot nadere invulling en de leerkracht voert die uit in de klas.
Leerkrachten, schoolleiders moeten getraind worden om dit alles te kunnen doen. Veel oefenen, uitproberen, staat  op het programma, dus ook veel extra werk: wer’-ede’s dus . En niemand zit op wer-‘edes te wachten. Scholing en motivatie zijn noodzakelijk.
Leerkrachten werken hard en vaak onder moeilijke omstandigheden, ik hoef ze niet op te noemen, u kent ze wel, ik doe het tocht maar even en noem enkele zaken op:
  • Overvolle klassen ( 35-40 leerlingen soms)
  • Weinig of geen didactische of onderwijskundige begeleiding
  • Leermiddelen zijn er vaak in onvoldoende mate
  • Weinig positieve feedback of aandacht voor de leerkracht.
  • Leerkrachten die ook verder studeren of “iets” erbij doen en een gezin hebben, dus weing tijd hebben en geen wer-edes willen.


B. Een onderwijskundige-organisatorsche invalhoek
Met het historisch deel, heb ik ook de contemporaine historie aan de orde gesteld en daarmee ook de huidige problematiek.
Welke onderwijszaken trekken onze aandacht. Het is een goede zaak dat onderwijs en onderwijsverbeteringen zoveel aandacht krijgt in de pers, in de vakbonden, in DNA en in vele andere verbanden. Mensen maken zich zorgen over de kwaliteit van het onderwijs, over de koers van ons onderwijs, over de docenten, leidinggevenden. We staan op de drempel om grote stappen voorwaarts te doen. We moeten menskracht mobiliseren om dat te doen. De oude geest van afwachten en alleen anderen bekritiseren moet er uit. Er zal nieuw elan moeten worden ontwikkeld. Dat is geen eenvoudige opgave, maar wel de toekomst van het land, de samenleving: leren samenwerken, leren de goede zaken te waarderen, leren op gepaste wijze kritiek te leveren, positieve inbreng hebben: onderwijs dat bijdraagt om de nieuwe Surinamer te vormen, die blij en enthousiast is om vooruitgang te zien: van zichzelf, van anderen en van het land als geheel. De Surinamer die trots is op zijn land, die zich steeds tot doel stelt het anders en beter te doen, die niet  schrikt van veranderingen of vernieuwingen.
Welke onderwijszaken moeten onze aandacht NU hebben?
  • Overgangs/slagingsproblematiek
  • Kwaliteitsverbetering
  • ambtelijke structuur
  • Imago probleem
  • Curriculum inhouden
  • Innovaties
  • Zorgverbreding onderwijs
  • Nieuwe didactische aanpakken
  • Speciale diensten Minov voldoende bemensen
  • Grotere transparantie naar bevolking
  • Speciaal Onderwijs
  • Upgraden beroepsonderwijs


Ik kom nu tot een afronding
Uit de geschiedenis zijn zeker vier NPS minsters te noemen die een bijzondere plaats verdienen in het onderwijs. Bij een 65 jarig feest is dat ook terecht om ze te noemen.
Albert Helman ( Lou Lichtveld): Opmerkelijk dat geen school, instituut of monument naar deze briljante Surinamer is vernoemd.1951
Deze grote zoon van het land Suriname heeft in dit land naar mijn mening nooit die plaats gekregen die hij verdient. Hij is teleurgesteld uit Suriname vertrokken en is er volgens mij nooit meer teruggekeerd. Hij heeft in zijn teleurstelling ook minder fraaie dingen over Suriname en de Surinamers gezegd. Over klein-zieligheden moeten we maar na zoveel jaren heenstappen en hem de plaats geven die hij verdient.
A.A.R. Cameron 1963-1967

De kweek A school isnaar hem vernoemd
NPS ( Samenwerkende Partijen)
E.P.Meyer1967-1969

Een Lyceum is naar hem vernoemd
NPS ( Samenwerkende partijen)
R.R. Venetiaan1973 en 1983
Moet nog even wachten voordat er iets naar hem vernoemd wordt.
NPS


Bij deze ex-Minster van Onderwijs wil ik even stilstaan. Volgens mij is hij de meest ongeduldige minister geweest van dit Ministerie. Alles moest gisteren in plaats van morgen gereed zijn. Hij had het tij wel mee: een gedreven staf, die dag en nacht wilde werken. De onafhankelijkheid in het vooruitzicht, grote idealen, nieuw elan. Er is toen hard gewerkt. De geschiedenis gaat voort, er komen nieuwe onderwijskundige inzichten en plannen. De huidige problemen in het onderwijs zijn niet vandaag ontstaan, maar het gevolg van jarenlange onderschatting van de problemen. Degene die nu aan het roer van de mamoettanker onderwijs staan hebben het zwaar. De tanker keert pas na lang vasthouden en de koers duidelijk bepalen.
Iedereen staat klaar om de hefboom functie van onderwijs voor ontwikkeling en vooruitgang waar te maken.

Ik dank u voor uw aandacht
Wg. Edwin Marshall

---------------------------------------------------------------------------------------------

Bijlage:
Overzicht van Onderwijsministers vanaf 1949 en hun politieke achtergrond
MinisterPeriodePolitieke partij
J. De Miranda1948
Lou Lichtveld ( Albert Helman)1951NPS
Dr. Zaal a.i1952NPS
W. Juglall1955NPS
J.Rens1956NPS
P.A.R Kolader1957NPS
J.Volkerts1958SDP ( Eenheidsfront)
A.J. Morpurgo1958-1963PSV (Eenheidsfront)
A.A.R. Cameron 1963-1967NPS ( Samenwerkende Partijen)
E.P.Meyer1967-1969NPS ( Samenwerkende partijen)
Ch.H. Eersel1969Kabinet May
R.M. Nanan Panday 1970VHP
J.H. Adhin1971VHP
F.E.M. Mitrasing1972VHP
R.R. Venetiaan1973NPS
H.Rusland1980Militaire periode
G.Sankatsing1983Militaire periode ( Revolutionaire Volkspartij)
A.Li Fo Sjoe1984Militaire periode ( vakbeweging)
R.R. Venetiaan 1987NPS
Pierre van Mulier1990Militaire periode ( Telefooncoup)
Cor Pigot 1991NPS
Gerard Hiwat1993NPS
K. Ramsundersing
Edwin WolfPertjaja Luhur  
Raymon SapoenPertjaja Luhur

Geen opmerkingen: