JAPIN LEZING:
Op vrijdag 31 augustus werd een lezing “ Kansen en Risico’s: kanttekeningen bij de recente discussie over de privatisering van winstgevende bedrijven georganiseerd door het JAPIN.De inleider was Prof.Anthony Caram.
Na de lezing voltrok zich een interssante discussie die online werd voortgezet. Hieronder de gedcahten van enkele partijgenoten:
Allerbesten,
Allereerst mijn bijzondere waardering aan het adres van de door mij zeer geachte Prof. Caram voor een sublieme inleiding. Subliem, omdat het van enorme grote inzicht en hoog ontwikkelde communicatieve vaardigheid getuigd wanneer iemand een complex onderwerp, waarvan de dagelijkse beleving van de financiële waarde van aandelen geen onderdeel uitmaakt van de economische cultuur van die samenleving, vereenvoudigd en de essentie aan het luisterend publiek moeiteloos over weet te brengen. De daardoor voortgebrachte verder inzicht verrijkende discussie is een bevestiging van het vorenstaande. Ook aan Sylvano en alle anderen die meegewerkt en deelgenomen hebben aan de realisatie van de prettige en op alle fronten leerrijke discussieavond, dank! Dank voor de uitnodiging.
Professor Caram,
Ik dank u van harte! U hebt mijn aandacht op aangename spits weten te houden van begin tot eind van uw inleiding! Een ervaring die ik zelden mag meemaken. Ik ben u daarvoor zeer erkentelijk! De nationale discussie is met uw sublieme inleiding wederom opgestart. De contouren waarbinnen en waarlangs de discussie zich op geordende en gestructureerde wijze kan ontwikkelen hebt u op briljante wijze ingezet.
Allerbesten,
Drie privatiseringsmodaliteiten zijn aan de orde gesteld:
1. De verkoop van alle bestaande aandelen in verband met het realiseren van een tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticaal uitbreiding van het bedrijf).
2. De verkoop van een deel van de bestaande bundel aan aandelen in verband met het realiseren van een tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticaal uitbreiding van het bedrijf).
3. De verkoop van méér dan de bestaande bundel aan aandelen (in de gevallen waarbij er geen sprake is van het realiseren van een tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticaal uitbreiding van het bedrijf treed er “Verwatering van de aandelen op” hetgeen financieel resulteert in de daling van de boekwaarde van een aandeel wat ook een neerwaartse druk veroorzaakt op de marktwaarde van een aandeel.
Geachte discussievoerders, staat u mij toe een 4e privatiseringsmodaal aan de door Prof. Caram op sublieme wijze in maatschappelijk perspectief behandelde privatiseringmodaliteiten binnen het kader van hun risico’s en kansen toe te voegen, namelijk:
4. De verkoop van nieuwe aandelen vanwege een tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticale uitbreiding van het bedrijf.
Privatisering heeft altijd een reden i.v.m. het realiseren van een doel!
Gregory Rusland heeft het gedurende de regeerperiode 2006 – 2010 de verkoop van obligaties krachtig ondersteund. Dit hoofdzakelijk vanwege het feit dat de samenleving nog niet rijp is voor privatisering van staatbedrijven. De samenleving nog niet rijp is voor privatisering van staatbedrijven ook vanwege uiteenlopende redenen die zich in de belevingsfeer van de samenleving bevinden, en wel specifiek de belevingsfeer aangaande aandelen. Uiteenlopende redenen die politiek absoluut niet als irrelevant aangemerkt kunnen en mogen worden. Hoe krom en/of hoe scheef, Suriname is een democratische rechtstaat. Dus het gevaar is politiek zeer reëel dat wanneer aandelen verkocht en gekocht worden zonder dat de samenleving inzicht verworven heeft in het mechanisme daarvan door de keel van de samenleving gedrukt wordt, de samenleving op de haar traditioneel en veelal niet zuiver in te schatten en/of te voorspellen geëigende wijze daarmee omgaat!
De verkoop van obligaties is een bijna oftewel surrogaat privatiseringmodaliteit. Het mechanisme daarvan m.a.w. de werking van het lenen van geld tegen rente is binnen de belevingsfeer van de samenleving alom bekend. Niemand twijfelt over het mechanisme lenen tegen rente. Het is normaal. Die markt – de kredietmarkt, is alom bekend in Suriname. Niemand heeft problemen met die markt. Iedereen voelt zich comfortabel om deel te nemen in die markt. Dus is het verkopen van obligaties is niet gestuit op weerstand.
Voor een moment zou je geneigd kunnen zijn te denken dat we een 5e privatiseringmodaliteit hebben gevonden.
5. De verkoop van obligaties vanwege een tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticale uitbreiding van het bedrijf.
Een obligatie is een verhandelbaar schuldbewijs voor een lening die door een overheid, een onderneming of een instelling is aangegaan. Als een bedrijf geld nodig heeft kan het door het uitgeven van een obligatielening aan de financiering komen. De koper van de obligatie ontvangt van de uitgever rentevergoeding. Obligaties worden verhandeld op de obligatiemarkt, één van de twee belangrijkste deelmarkten van de kapitaalmarkt. http://nl.wikipedia.org/wiki/Obligatie
Ondanks dat de obligatiemarkt: het rechtstreeks door overheden en/of bedrijven lenen van geld bij particulieren niet een alledaagse economische beleving van de samenleving is zoals dat wel het geval is voor de kredietmarkt, is het vanwege dezelfde werking (het bekende mechanisme lenen tegen rente) geen discussiepunt.
Obligaties zijn in complexiteit een aftreksels, een surrogaat, van aandelen. Dit omdat de obligatiehouder eenvoudigweg een financiële claim heeft op het bedrijf zonder dat die persoon enige risico draagt in het bedrijf. De obligatiehouder is geen aandeelhouder in het kapitaal van het bedrijf. De obligatiehouder bezit geen aandelen in het bedrijfskapitaal. De obligatiehouder heeft wel een financiële claim op het bedrijf ongeacht of het bedrijf winst maakt of niet. Het bedrijf zal de obligatiehouder dat geld dat zij bij de persoon geleend heeft, op de legaal afgesproken datum tegen de legaal afgesproken rentetarief over die leenperiode terugbetalen. In principe renteniert de obligatiehouder op het bedrijf en draagt 0% risico in het bedrijf! http://financieel.infonu.nl/beleggen/38993-beurs-wat-is-het-verschil-tussen-aandelen-en-obligaties.html
De reden én het doel van de verkoop van obligaties zijn toen intensief gecommuniceerd. Het bedrijf heeft het geld die ze zelf moet inbrengen in de door haar georganiseerde internationaal gestructureerde lening i.v.m. de lopende betalingen aan alle internationale en nationale contractors die diensten en goederen leveren (m.a.w. werkzaamheden verrichten) t.b.v. de bouw van de raffinaderij via de verkoop van obligaties verzameld.
Gegeven het feit dat de samenleving niet rijp is voor de verkoop van aandelen van staatsbedrijven vanwege een scala aan absoluut niet te minachten redenen die allen hun oorsprong vinden in onbekendheid met het mechanisme van de aandelenmarkt en de uit de onbekendheid met voortvloeiende onzekerheid, is de ondersteuning van Gregory toen, in de richting van obligaties, het meest pragmatisch beleid geweest dat maatschappelijke breed ondersteuning vond. Dit is een door de gehele samenleving bewust en/of onbewust ervaren pragmatiek in de praktijk! De beoogde resultaten voor de verdere verticale en horizontale ontwikkeling van het productieproces van het bedrijf materialiseren zich voort. Populair gezegd: Er wordt ijverig doorgewerkt aan de bouw van de raffinaderij voor gasoline en lichte diesel! Suriname heeft ook een faculteit en een leerstoel erbij. Het laatste wordt mogelijk gemaakt door de Hakrinbank N.V. om maar twee zichtbare spin-off effecten te noemen.
Elke lening houd een financiële druk op de persoon die leent in. Zo is ook de financiële druk op het bedrijf om tegen rente al het geld dat ze geleend heeft, ook het geld dat ze via de verkoop van obligaties geleend heeft, terug te betalen niet ontlast maar belast. Een volgende ronde aan obligaties verkopen zal het bedrijf meer belasten terwijl zij expandeert en nog niet verdiend om terug te betalen.
Bij de verkoop van aandelen heeft het bedrijf geen financiële druk op zich om het geld dat zij ontvangt uit de verkoop van aandelen op een bepaalde datum tegen een bepaalde rente terug te betalen. M.a.w. het bedrijf heeft dan in vergelijking tot het aangaan van ordinaire leningen meer financiële ademruimte om een groter deel uit de eigen inkomsten aan te wenden voor de tactische en/of een strategische horizontaal en/of verticale uitbreiding van het bedrijf. De aandeelhouder kan de aandelen gebruiken als onderpand (colateraal) om andere zaken te doen. Het beleggen in aandelen heeft voor beide partijen grotere voordelen vanwege de duurzaamheid van een aandeel vooral wanneer de toekomstige perspectieven op toenemende bedrijfsresultaten helder zijn. De marktwaarde van de aandeel neemt te en het bedrijf heeft geen druk om al het geld die uit de uitgifte en verkoop van aandelen tegen rente terug te betaken op een bepaalde datum.
1. Ook particuliere bedrijven moeten gestimuleerd worden om aandelen te verkopen zodat wij ook lokaal een levendige aandelen markt kunnen beleven. Hierdoor neemt de druk op de kredietmarkt af waadoor ook de rente op krediet (de prijs van geleend geld) verlaagd kan worden. Wij hebben over het algemeen eenmansbedrijven en familiebedrijven. En indien die bedrijven geld nodig hebben voor een horizontale en/of verticale expansie dan stapt men naar de kredietmarkt om het nodige geld te lenen. Dat is de eerste keus. Het stappen naar de aandelenmarkt, dus het verkopen van aandelen, vindt veelal plaats in de besloten sfeer en niet in de publieke sfeer. Vandaar dat we niet goed op de hoogte zijn van het bestaan van die markt in Suriname. Pogingen om die aandelentransacties institutioneel in de publieke sfeer te brengen via de De Surinaamse Effectenbeurs (SEB), The Suriname Stock Exchange, hebben op 15 april 2010 een mijlpaal bereikt. http://www.surinamestockexchange.com/nl/faq/19-mijlpaal-surinaamse-effectenbeurs-
Indien Staatsolie meer investeringskapitaal i.v.m. het raffinaderij project en/of “any” andere verticale en/of horizontale expansie projecten nodig heeft, dan moet het gezegd worden! Met dien verstande dat de reden waarom, en het doel waarvoor, meer investeringskapitaal nodig is, controleerbaar en verifieerbaar (m.a.w. transparant) aangegeven worden. Deze werkwijze siert Suriname nationaal, regionaal en internationaal. Waarom? Omdat de geloofwaardigheid in de betrouwbaarheid van de economie in Suriname anders op het spel staat! En die situatie van onvoorspelbaarheid siert Suriname niet en levert voor de samenleving op geen enkele manier voordeel op.
Suriname is met de bouw van de raffinaderij er heelaas nog niet! Voorspoed moet verder georganiseerd worden! Dat betekend simpelweg dat wij de inkomsten uit de niet duurzame natuurlijke hulpbronnen op pragmatische wijze moeten aanwenden zodat de huidige en de toekomstige samenleving duurzaam voort kan bestaan en verder op de door de huidige samenleving georganiseerde tijdoverschrijdende fundamenten voorspoed kan beleven en die voort kan organiseren. Ik geloof dat niemand “Apres Moi Le Deluge” (na mij de zondvloed) als lijfspreuk heeft. Heb je kinderen of heb je geen kinderen, ik geloof dat niemand die lijfspreuk heeft.
Het organiseren van duurzame voorspoed is, vanzelfsprekend, een uitermate complexe uitdaging! Een tijd overschrijdende uitdaging, die alleen door creatief, visionair en pragmatisch communicatief nationaal tijdoverschrijdend verantwoordelijk leiderschap gerealiseerd kan worden. Dit kaliber leiderschap is niet verenigd in één persoon maar in een collectief die synergie tot een collectieve beleving van alle dag maakt.
Privatiseren, in een samenleving die zich nog aan de onderste treden van de economische marktmechanismen bevind, is een beleid dat niet op zich staat en dus niet op een NIET synergetische wijze uitgevoerd kan worden! Het risico van falen is alleen al bij de intentie daartoe inderdaad al een feit!
In Hernado de Soto’s studie The Mystery of Capital: Why Capitalism Triumphs in the West and Fails Everywhere Else (http://www.ild.org.pe/en/publications/books/the-mystery-of-capital/all-editions): The Mystery of Capital is Hernando de Soto’s second major book, based on the research and experience accumulated by the ILD since the publication of The Other Path wordt, op tot heden niet wetenschappelijk te evenaren heldere wijze, beschreven en aangetoond waarom landen als de onze niet in staat zijn om duurzame voorspoed te organiseren.
Eén van de talrijke bevindingen uit het wereldbefaamde onderzoek dat gepubliceerd is in het boek getiteld De Mysterie van Bezit, is dat onze economieën niet over de instituten beschikken die inhoud en invulling kunnen geven aan de beleving van de economie zoals die zich voltrekt in de landen die Hernando de Soto samenvat als “the West”.
Privatisering van Staatbedrijven in Suriname, moet een doel en een transparant omschreven realisatiepad hebben. Met het privatiseren zonder een expliciet bij wet vastgestelde doel en transparant omschreven realisatiepad, zullen wij, met een aan zekerheid grenzende waarschijnlijkheid, onszelf rangschikken in de rij der ontwikkelingslanden die gefaald hebben in hun privatisering van staatsbedrijven. Een zeer terechte vrees die ook tijdens de verlichtende en bovenal op alle fronten relevante en veelzijdige discussie duidelijk tot uiting gekomen is.
Iedereen in Suriname is van goede wil. Dat geloof ik stellig! Het verschil ligt slechts in de wijze van aanpak! Dat verschil mag ons, in onze democratische rechtstaat, geen vijanden van elkaar maken! In het belang van al de generaties die er zijn, in aantocht zijn, en komen in Suriname, is het pragmatisch van belang dat wij onszelf individueel en collectief ontwikkelen. KENNIS en de zo glashelder mogelijke communicatie daarvan is daartoe de sleutel! Kennis bevorderd de beleving van democratie en vrijheid!
De informatierijke inleiding van de zeer geachte Prof. Anthony Caram, wil ik verder verrijken met een privatiseringsmodel. Een model dat ik, uit de t/m 2002 vanuit de samenleving gedestilleerde inzichten over hoe we het best kunnen privatiseren, heb samengesteld. Destijds had Fred Derby een prominente invloed op die publieke discussie. Toen al zag de samenleving in dat duurzame privatisering in Suriname niet zonder sanering van het overheidsapparaat tot stand gebracht kan worden. Dit met het oog op de duurzame ontwikkeling van onze enige duurzame natuurlijke hulpbron – de Surinaamse mens! Ex-Vice President, Jules Adjodia, heeft kort na publicatie van het privatisering- en saneringsmodel (via o.a. Apintie’s To the Point en verscheidene openbare presentaties waaronder de VSB, de ASFA, de Vereniging van Economisten, de Kamer van Koophandel, Japin,Tori Oso enz.) een privatiseringscommissie samengesteld bestaande uit leden van de Ministerraad. Vanuit de IDB werd ook interesse getoond. Het saneren van het overheidsapparaat werd op lijn gebracht onder de naam “Government Reform”.
Een ongecoördineerde, niet gestructureerde, totaal onsamenhangende en bovenal niet bij wet geregelde aanpak is stuit op non-implementatie en falen. De privatisering van de Bruynzeel Houtmaatschappij Suriname N.V. is op een compleet fiasco uitgelopen en de privatisering van Surland N.V. is stil komen te liggen. Wat de status van de privatisering van de Surinaamse Machinale Landbouw exact is, is niet duidelijk.
Wat duidelijk is, is dat het lokaal ondernemerschap niet significant en duurzaam in aantal lokale deelnemers gegroeid is. Dat wil niet zeggen dat er geen animo is voor zelfwerkzaamheid. Integendeel! De opvang, de begeleiding en de noodzakelijk ondersteuning blijft structureel uit. Wij blijken niet in staat te zijn om meetbare targets met elkaar overeen te kunnen komen. Ondertussen studeren elk jaar personen af zonder perspectief op “decent work” terwijl het overheidsapparaat blijft fungeren als opvangcentrum van alle structurele werklozen. Ketenproductie is daarom weinig ontwikkeld en hebben wij geen noemenswaardige diversificatie in de ontwikkeling van industrieën (dus nieuwe markten en daarmede dus ook werkgelegenheid) die de samenleving die op grote schaal van de informatie en communicatie faciliteiten (TV en Radio, cell phones en internet) gebruik maakt op alle fronten inspireert.
Het model blijft zolang als we twijfelen over wat te doen actueel en relevant. Voor succes is een gecoördineerde goed gestructureerde samenhangende en bovenal bij wet geregelde aanpak vereist. Het succesvol realiseren van het beoogde doel van het model, namelijk het duurzaam ontwikkelen van lokaal ondernemerschap – de Surinaamse mens – en het significant verminderen van de kosten van het overheidsapparaat (de management kosten van de Republiek) terwijl tegelijkertijd de belastinginkomsten (werkkapitaal van de overheid) uit de activiteiten van de aldus groeiende particuliere sector toenemen, vereist creatief, visionair en pragmatisch communicatief nationaal tijdoverschrijdend verantwoordelijk leiderschap! Dit kaliber leiderschap is niet verenigd in slechts één persoon maar in een collectief die synergie tot een beleving van alle dag maakt.
Privatiseren is geen lukrake, ad hok en/of “overnight” activiteit! Integendeel, is het een meerjaren project.
Het sanering- en privatiseringproces is ook niet iets dat wij “overnight” zullen kunnen realiseren. Het model vereist nauwkeurige voorbereiding, grondige stapsgewijze planning, publieke communicatie, consoliderende én aansturende wetgeving opdat de samenleving zich deze nieuwe dimensionale uitbreiding van de economische cultuur zich eigen kan maken. Er komt een nochtans onbekende markt bij die zich zowel nationaal als internationaal strekt. Precies in die publieke onbekendheid met de aandelenmarkt vinden we de bron van de onzekerheid en innerlijke onrust over privatisering bij ons allemaal (niemand is uitgezonderd).
Als jonge Vrije en Democratische Republiek, hebben we collectief geen kennis en ervaring opgedaan op het gebied van het handelen in aandelen (het kopen en verkopen van aandelen). We staan wat dat betreft aan het begin van die ladder.
Het enige risico dat we als samenleving in wezen beleven, is dat we geen creatief, visionair en pragmatisch communicatief nationaal verantwoordelijk tijdoverschrijdend leiderschap realiseren. Leiderschap dat niet verenigd is in één persoon maar in een collectief dat synergie tot een beleving van alle dag maakt in de samenleving. Zo lang als we dat kaliber leiderschap niet kunnen realiseren, even lang zullen wij onszelf af vragen wat we nalaten voor de komende generaties. Zolang we niet weten wat we willen, zullen wij geen antwoord vinden op die vraag.
De Economische Orde van de wereld heeft vanaf het prille begin altijd markten gekend al werden die toen niet zo genoemd. Is het begonnen met de ruilhandel in gereedschap en voeding in een grot, vandaag heeft de mensheid ik weet niet hoeveel markten ontwikkeld. Momenten waar er transacties plaatsvinden. Transacties die legaal of illegaal zijn afhankelijk van de instelling van die samenleving. Hoeveel markten heeft Suriname? Het aantal markten bepaald de complexiteit “the sophistication” van de economie in een land. Hoe meer markten een land heeft, hoe hoger de welvaartsgraad uitgedrukt inkomen per hoofd van de bevolking of percentage van de duurzame realisatie van de Millennium Goals.
Ik vermoed dat het aantal legale markten in Suriname op de voorzijde van een A4tje geschreven kunnen worden. Niet meer! Een onderzoek daartoe is de moeite waard voor het verkrijgen van inzicht in de complexiteit van de economie in Suriname. Als we de productiviteit van Suriname willen verduurzamen binnen het kader van de Wereld Economische Orde die haar legale en illegale spelregels heeft, dan is de vraag; Welke risico nemen we dat niet te doen? De kansen die we hebben liggen allemaal op het vlak van informatie en communicatie. Vandaag de dag mag dat geen probleem zijn!
Bijgaand treft u het privatiseringsmodel dat eigendom is van de Republiek Suriname. Ik kan het niet als mijn persoonlijk eigendom claimen omdat het inzicht pertinent niet alleen van mij is. Het enige wat ik gedaan heb, is jarenlang luisteren en het plan grafisch tot uiting brengen in een poging de voortschrijdende discussie over “welles of nietes” privatiseren uit de twijfelsfeer te halen. Het is ons model! Het is het privatisering en saneringsmodel plan van Suriname! Is het uniek? Dat weten we niet! Geeft niet. De Surinaamse samenleving heeft een modaliteit een plan met een duidelijke reden, een duidelijk doel en een duidelijke strategie.
Het enige dat ons plan vereist is een nauwkeurige voorbereiding, grondige stapsgewijze projectmatige aanpak, publieke communicatie, en een consoliderende én aansturende wetgeving opdat de samenleving zich deze nieuwe dimensionale uitbreiding van de economische cultuur (het gewoon vinden van een aandelenmarkt) zich eigen kan maken. Er komen daarenboven talrijke vooralsnog onbekende neven- en submarkten erbij die zich zowel nationaal als internationaal zullen strekken.
De vraag is; zullen we de kans om onszelf duurzaam synergetisch te organiseren in Suriname ons voorbij laten gaan?
De verspreiding van controllerbare en verifieerbare informatie en intensieve doch voorzichtig gedoseerde communicatie is de sleutel tot synergetisch succes. De lijfspreuk van Suriname is “Kwaliteit op alle Fronten”. Ik hoef niet te rentenieren op bedrijven. Ik wil wel een aandeel kopen in Staatsolie. Wie wil dat niet? Wie wil Staatsolie en alle andere staatsbedrijven en ook de particuliere bedrijven niet die ademruimte geven om te doen wat gedaan moet in dit land? Wie? De voorwaarde daartoe is uitgebreid (doch niet uitputtend) aan de orde gesteld in al het bovenstaande niet uitgezonderd al datgene aan de orde is gesteld gedurende de discussie avond.
Nogmaals, hartelijk dank voor de uitnodiging tot deelname.
Met vriendelijke groet,
Steve Silos
Partijgenoot Silos,
Bedankt voor je stimulerende, tot denken aanzettende e-communicatie !
Als NPS moeten wij de issue van privatisering bezien in het licht van de voor ons meest fundamentele waarde: Srefidensi - zelfredzaamheid van individuele burgers in een zelfstandig land, zich handhavend in een wereld van natiestaten, metropolen, multinationale ondernemingen, internationale organisaties en netwerken van belangengroepen.
Zelfstandigheid is geen onafhankelijkheid, en ook geen isolatie en afsluiting van het land tegenover buitenlandse invloeden en belangen.
Zelfstandigheid betekent engagement met de wereld, meespelen in de wereldgemeenschap, meedoen met de wereldeconomie. De issue is dan ook niet primair waar aandeelhouders en investeerders vandaan komen, of dat een bedrijf genationaliseerd is of niet, de issue is: gedragen de corporaties, de multinationals, zich als goede corporatieve burgers van het land. Kijken de corporaties voor hun voortbestaan in het land verder dan de dag waarop de bauxiet of de olie op is. Zijn de corporaties controleerbaar onderworpen aan de wetten van het land. Kopen zij goederen en diensten lokaal. Stimuleren zij nationale ondernemingen voor de verwerking van de olie, het hout, etc. Ontwikkelen zij duurzame personele en institutionele bindingen met alle sectoren van de samenleving. Respecteren zij de vakbonden, het personeel, de cultuur van het land. Beschermen ze het milieu.
Het grote probleem is dat wij als kleine samenleving met een zwakke overheid weinig grip hebben op de multinationale corporaties. Als de multinationale onderneming om financiele of intra-concern- bedrijfseconomische redenen of wanwege geopolitieke overwegingen de olie of de bauxiet uit een ander grondstoffenland wil halen, of als hij zijn intra-concern investeringen in plaats van naar Suriname wil sturen naar een dochteronderneming in een ander grondstoffenland, dan hebben wij als Suriname dat maar te accepteren. Kijk maar naar de ervaring met de Billiton.
Staatsolie is een bedrijf dat opereert in een bijzonder kapitaalsintensieve industrie en is technologisch grotendeels afhankelijk van de know how van olie-multinationals. Staatsolie is een technologische en bedrijfsculturele enclave, die in vele opzichten beter geïntegreerd is in de wereldeconomie dan in de lokale economie. Ook bijvoorbeeld qua salarissen en medische voorzieningen, zoals ziekenhuiszorg in Houston, Texas.
Puur bedrijfseconomisch gezien kan Staatsolie sterker groeien als de verwevenheid met de internationale exploratie-, productie-, distributie- en financieringssystemen wordt open gegooid. Bedrijfseconomisch gezien is het rationeel als de remmende bindingen met de Surinaamse overheid worden doorgesneden. Staatsolie is dan vrij om zich tot een multinational te ontwikkelen. Maar dit is een beperkte doel-middelen rationaliteit.
Deze bedrijfseconomische rationaliteit onttrekt zich aan de hogere rationaliteit van de democratische controle, de souvereiniteit van de samenleving over alles wat zich in haar leefgebied afspeelt.
Ik denk, dat wij in Suriname, in afwachting op toekomstige generaties beter opgeleide Surinamers, in afwachting op versterkte nationale politiek bestuurlijke instituten, in afwachting op meer gediversifieerde economische activiteiten, in afwachting op een betere internationale rechtsorde, nu nog even zullen moeten kiezen voor de handhaving van de binding van Staatsolie aan de overheid.
Aangezien deze andere strategische benaderingen van souvereiniteit over multinationals, nog niet goed tot ontwikkeling zijn gekomen, zullen we voorlopig moeten kiezen voor de ietwat primitieve, en bedrijfseconomisch wat minder lekkere, constructie van staatsbedrijf.
Vreemde multinationals kunnen niet gemakkelijk tot goed staatsburgerschap opgevoed of gedwongen worden. Laten we onze enige eigen multinational daarom nog een generatie vasthouden in onze politiek-bestuurlijke en sociaal-culturele omarming. Laten wij Staatsolie, al is het misschien wat langzamer, in eigen beheer ontwikkelen tot een vertikaal en horizontaal geïntegreerd concern.
Partijgenoot Silos, je wijst terecht op het probleem van de niet op gang komende duurzame ontwikkeling in landen als Suriname. De ervaring van Venezuela en andere op mijnbouwexport (of grootlandbouwexport) bouwende landen is, dat ondanks de soms enorme inkomsten, de kloof tussen arm en rijk alleen maar groter wordt en dat de spin offs naar andere sectoren De strategie van sociaal-democratische regeringen in Venezuela is sedert de Tweede Wereldoorlog steeds geweest: sembrar el petroleo (zaai de aardolie uit). Ondanks de grote olie-inkomsten, hoge belastingen en nationalisaties, ondanks overheidsbeleid voor uitzaaiing, is een echte gediversifieerde ontwikkeling van Venezuela niet van de grond gekomen.
De grondoorzaken van deze uitblijvende ontwikkeling zijn niet alleen structureel maar ook cultureel.
Structureel:
· Er gaat weinig stimulans uit van de oliesector naar plaatselijke landbouw- en ambachtelijke productie
· Er is relatief weinig werkgelegenheid in deze kapitaalsintensieve sector
· Winsten worden niet geïnvesteerd in andere economische sectoren
Cultureel:
· Een verslaving van het land, de overheid en de samenleving aan het snelle en vele geld uit de mijnbouw; een get rich quick mentaliteit, een mijnbouwersmentaliteit;
· De mijnbouwexport cultuur is de natuurlijke historische voortzetting van de koloniale cultuur van de plantage-economie: niet de creativiteit en de cultuur van de mens moeten ons rijk maken, maar wat het land geeft moet ons zo snel mogelijk rijk maken, zonder veel creatieve en technische input van onszelf.
· een gebrek aan een visie voor de toekomst voorbij de beschikbare olievoorraden; een gebrek aan visie voor duurzame regeneratie van het milieu en de samenleving;.
Dus, partijgenoot, mijn voorlopige conclusie: Staatsolie moet Staatsolie blijven.
Laten we dat ding van privatiseren nog even laten wachten, tot we die geprivatiseerde grote ondernemingen als overheid en samenleving beter aankunnen. Privatiseren kan voor ons alleen maar goed zijn binnen de context van een sterke overheid, sterke politiek bestuurlijke organen en waakhond-instituten, die kunnen afdwingen dat de horizontale integratie van dergelijke concerns in onze samenleving daadwerkelijk gestalte krijgt. Suriname is een strijdtoneel in de wereldomvattende “scramble for resources”. De nieuwe rijken, die naar voren kwamen in de wild west periode van de tachtiger jaren, zijn happig om nog sneller veel rijker te worden als compradores van grondstof-hongerige imperialisten.
Privatisering nu is niets anders dan het faciliteren van deze gulzige nieuwkomers. De NPS zal de komende verkiezingen met een programma moeten komen waarin de Srefidensi gedachte verder wordt uitgewerkt in een nationaal ontwikkelingsbeleid dat gericht is op onttrekking aan de mijbouwverslaving. Zoals jij zegt: een beleid gericht op de exploratie en ontwikkeling van de enige echte duurzame bron: de Surinaamse mens.
Ik stem in met de mooie wijze waarop je dit verwoord hebt.
Bedankt,
Wim Bakker
Beste Wim,
Bedankt voor je instemming en je compliment over de wijze waarop het privatiseringsplan van de Surinaamse samenleving weergeven en verwoord is in aansluiting op de sublieme inleiding Kansen en Risico’s: kanttekeningen bij de recente discussie over de privatisering van winstgevende bedrijven van Prof. Caram.
Allerbesten,
Uit nederig respect voor de samenleving, ben ik continue verplicht aan te geven dat privatiseringsplan dat ik verwoord heb, dat is wat ik vanaf ik weet niet meer wanneer, zo lang geleden is het, hoor in de samenleving. Met nederige dankbaarheid, ben ik dankbaar dat ik de complexe en, vergis je nooit, echt hoog intelligente inzichten van de Surinaamse samenleving mag weergeven en verwoorden. De nederige dankbaarheid is mijnerzijds.
Nog even enkele aanvullende opmerkingen.
Het enige risico dat we als samenleving in wezen beleven, is dat we geen creatief, visionair en pragmatisch communicatief nationaal verantwoordelijk tijdoverschrijdend leiderschap realiseren. Leiderschap dat niet verenigd is in één persoon maar in een collectief dat synergie tot een beleving van alle dag maakt in de samenleving. Zo lang als we dat kaliber leiderschap niet kunnen realiseren, even lang zullen wij onszelf af vragen wat we nalaten voor de komende generaties. Zolang we niet weten wat we willen, zullen wij geen antwoord vinden op die vraag.
Het privatiseringsplan van de Surinaamse samenleving geeft 1) de reden daartoe weer, 2) het doel daarvan en 3) de toe te passen strategie tot het realiseren van het doel weer.
Het enige dat ons plan vereist, is een nauwkeurige voorbereiding, grondige stapsgewijze projectmatige aanpak, publieke communicatie, en een consoliderende én aansturende wetgeving opdat de samenleving zich deze nieuwe dimensionale uitbreiding van de economische cultuur (het gewoon vinden van een aandelenmarkt) zich eigen kan maken. Er komen daarenboven talrijke vooralsnog onbekende neven- en submarkten erbij die zich zowel nationaal als internationaal zullen strekken.
Het plan moet vertaald worden naar de nodige wetgeving die het consolideerd en de stappen tot realisatie daarvan aanstuurt.
Bekeken vanuit de institutionele management en organisatie dimensie van onze Republiek, is het de edele taak van elk parlement de wetgevende macht om de regering de uitvoerende macht aan te sturen de concept wetsproducten voor te doen bereiden of die nodige wetsproducten zelf te doen ontwikkelen om ter behandeling en goedkeuring ingediend te worden bij het parlement. Wetsproducten die alle fasen van het Surinaams privatiesringsproces, van voorbereiding tot en met de regels het stimuleren en in stand houden van en het toezicht op de aandelenmarkt, inhouden.
Iedereen in Suriname ziet in, en beseft, dat privatiseren absoluut geen geheimzinnige “overnight” zaak kan zijn. De set aan onderling verbandhoudende wetgeving die dat regeld is er.
Vanuit een politieke dimensie (beleidsdimensie dus) beoordeeld de samenleving parlementen en regeringen aan de hand van de wijze van hun aanpak! Hebben we creatief, visionair en pragmatisch communicatief nationaal verantwoordelijk tijdoverschrijdend leiderschap? Leiderschap dat niet verenigd is in één persoon maar in een collectief dat synergie tot een beleving van alle dag maakt in de samenleving.
Evenals alle wetsproducten door de gehele samenleving (dus door alle instituten, en rechtspersonen) gehoorzaamd worden, zullen de wetsproducten het privatiseringsproces behelsende ook gehoorzaamd worden. Wetten overstijgen alle opeenvolgende regeringen en parlementen. Dat kaliber wetgeving (organisatie) is nodig om de wil van de Surinaamse samenleving met betrekking tot privatiseren geordend planmatig gefassert te doen beleven en tot wasdom te doen komen over de tijd.
De samenleving wil NIETS ANDERS dan duurzame voorspoed organiseren.
Met vriendelijke groet,
Steve Silos
Hallo Steve,
Ik neem aan dat het je is opgevallen dat ik sterk de nadruk leg op de versterking van politiek-bestuurlijke systemen en betrokkenheid van de samenleving voorafgaand aan privatisering van staatsbedrijven. Dit houdt ondermeer in het traject waar jij het over hebt, namelijk het formuleren van een privatiseringsplan met een zo groot mogelijk maatschappelijk draagvlak. Dat is een taak van politieke partijen. De NPS zou hier een voorhoederol kunnen spelen.
Een dergelijk plan kan nooit slechts een samenhangend geheel van financiele, juridische en bedrijfseconomische, zeg maar technische, maatregelen zijn. Het dient te zijn ingebed in een nationale ontwikkelingsvisie, en een daaruit voortvloeiend nationaal plan. Brede, transparante maatschappelijke discussies met deelhebbers en belanghebbenden, zoals o.a. de vakbonden, het bedrijfsleven, de media, de milieubeweging, plaatselijke gemeenschappen, professionele verenigingen, de Universiteit, etc., zullen sowieso vooraf moeten gaan aan elk privatiseringsplan. Het gaat immers om collectieve waarden en in dit geval zelfs om collectieve eigendommen.
Wim Bakker
Geen opmerkingen:
Een reactie posten